2020D41131 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 1 oktober 2020 ontvangen brief over Voorhangprocedure Wijzigingsbesluit in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag (Kamerstuk 26 448, nr. 638).

De voorzitter van de commissie, Rog

De griffier van de commissie, Esmeijer

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

3

     

II

Antwoord/Reactie van de Minister

3

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben zich verdiept in het ontwerpbesluit en hebben daarover een aantal vragen.

Allereerst is het de VVD-fractie niet concreet duidelijk wat het beoogde resultaat is van de voorgestelde wijzigingen, hierna te noemen «aanpassingen». De nota van toelichting benoemt het doel als «duidelijkheid te bieden in genoemde besluiten over de behandeling daarvan bij vaststelling van inkomen dat relevant is voor de hoogte van uitkeringen en daarvoor aan te sluiten bij of de opbouw die in de loonaangifte is aangegeven, of bij het moment van uitbetaling als loon in de zin van de Wfsv». Omdat de leden begrijpen dat deze wetsaanpassingen invloed kunnen hebben op de daadwerkelijke hoogte van uitkeringen, vragen zij om een nadere concretisering van de doelstelling. Ook zijn zij benieuwd wat de consequenties zijn van het eventueel niet doorvoeren van de voorgestelde wijzigingen.

Daarnaast zijn zij benieuwd of er een inschatting is van het aantal mensen dat door deze aanpassing een ander uitkeringsbedrag krijgt toegekend. Kan de Minister daar inzage in geven? En kan hij aangeven in hoeverre deze bedragen hoger of lager uitkomen dan zonder de aanpassing. En hoeveel hoger of lager kan dit effect zijn?

De nota van toelichting beschrijft dat er «geen sprake is van een excessieve individuele last wanneer een uitkering beperkt lager uitvalt». Welke kwantitatieve definitie wordt beschouwd als «beperkt lager»?

Aangegeven wordt dat gemiddeld genomen geen financieel effect wordt verwacht van deze aanpassingen voor de staatskas. De leden zijn benieuwd naar de daarbij gebruikte ramingen.

Tot slot lezen de leden in de uitvoeringstoetsen dat UWV in staat is deze aanpassing uit te voeren als voor 1 oktober 2020 de opdracht is verleend tot implementatie. Kan de Minister toelichten wat de huidige stand van zaken ten aanzien van die uitvoeringstoets is, gegeven het feit dat het vandaag 15 oktober is?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wijzigingsbesluit en maken graag gebruik van de mogelijkheid tot het stellen van enkele vragen.

Algemeen

Als uitgegaan wordt van opgebouwde bedragen in plaats van uitbetaalde bedragen zal in individuele gevallen een uitkering hoger of lager uitvallen. De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel individuele gevallen een hoger en een lager uitbetaald bedrag krijgen. Kan daarbij aangegeven worden welke bedragen het hierbij gaat?

Uitvoeringstoets UWV

Gelet op de extra werkzaamheden rondom de steun- en herstelpakketten naar aanleiding van de Corona-pandemie vragen de leden van de CDA-fractie of het UWV een dergelijke wijziging correct en tijdig kan doorvoeren.

Uitvoeringstoets SVB

De SVB geeft aan dat het mogelijk is dat in enkele gevallen minder goed vooraf te bepalen is of een bedrag in de rubriek opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag alleen op een vast moment wordt uitbetaald (zoals eindejaarsuitkering) of op momenten naar keuze van de werknemer (keuzebudget). Om hoeveel gevallen gaat dit en welke gevolgen dit heeft voor de betrokken personen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het besluit houdende wijziging van het algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, het dagloonbesluit werknemersverzekeringen, en enkele andere besluiten in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag, en hebben hierover enkele vragen.

Kan de Minister aangeven welke groepen er op achteruit en welke erop vooruitgaan?

Kan de Minister een aantal voorbeeldberekeningen geven voor mensen met één van de betrokken uitkeringen van de oude situatie ten opzichte van de nieuwe?

Kan de Minister met een rekenvoorbeeld het verschil tussen opbouw in plaats van opname duidelijk maken betreffende de WIA?

Hoe verandert de oude situatie ten opzichte van de nieuwe voor iemand met WAO?

De leden van de SP-fractie lezen «In individuele gevallen zal een uitkering hoger of lager uitvallen als uitgegaan wordt van opgebouwde bedragen in plaats van uitbetaalde bedragen.» In met welk percentage zal een uitkering hoger of lager uitvallen? In welke gevallen valt een uitkering lager uit?

De leden van de SP-fractie lezen «Er is geen sprake van een excessieve individuele last wanneer een uitkering beperkt lager uitvalt bij in aanmerking nemen van opbouw in plaats van opname.» kunt u dit toelichten? Hoe veel lager kan een uitkering uitvallen en welke uitkeringen betreft dit met name?»

De leden van de SP-fractie lezen «In de overgangssituatie kan een WW-gerechtigde die nog geen jaar werkloos is en een nevendienstbetrekking heeft en vakantiebijslag ontvangt vanuit de nevendienstbetrekking enig nadeel ondervinden voor zover deze vakantiebijslag is opgebouwd in een periode waarin nog geen recht op werkloosheidsuitkering bestond, omdat UWV het hele bedrag verrekent met de werkloosheidsuitkering.» Bestaat er een mogelijkheid tot het krijgen van compensatie indien dit tot een nadeel leidt?

II Antwoord/Reactie van de Minister

Naar boven