Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2020
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Algemeen inkomensbesluit
socialezekerheidswetten, het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, en enkele andere besluiten in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag.
Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting1.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 6, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 18,
negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 2, achtste
lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,de artikelen 1a:1,
negende lid, 2:5, zevende lid, en 3:1, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten en artikel 19ab, vijfde lid, van de Ziektewet), en biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over de in artikel IV opgenomen wijziging van
het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
gebruikelijk niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge de aangehaalde
artikelen in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven wensen
en bedenkingen kenbaar te maken, binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking
is geschied.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees