Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2020D40206 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2020D40206 |
De vaste commissie voor Financiën heeft op 12 oktober 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn brief van 9 oktober 2020, waarmee hij de geannoteerde agenda voor de inzet tijdens de IMF-jaarvergadering (International Monetary and Financial Committee (IMFC) op 15 oktober 2020 heeft aangeboden (Kamerstuk 26 234, nr. 243).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De griffier van de commissie, Weeber
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de jaarvergadering van het IMF op 15 oktober 2020. De leden van de VVD-fractie hebben daarover nog enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat sinds de uitbraak van de COVID-19 crisis het IMF aan 80 landen circa 88 miljard US dollars financiële steun heeft verstrekt. Aan welke landen is dit geld verstrekt? Welke bedragen per land? En in welke vorm? Voor de armste landen is bovendien een schuldendienstmoratorium overeengekomen. Wat betekent dat? Wat betekent het dat de schuld «onhoudbaar» kan worden en wat houdt de schuldherstructurering dan in?
De leden van de VVD-fractie lezen dat jaarlijks 100% quota beschikbaar is voor noodfinanciering, en cumulatief 150%. Wat betekent dat precies? En wat betekent dit voor de bijdragen vanuit Nederland?
Wat betekent de aanpassing van het IMF-instrumentarium financieel voor Nederland? En welke risico’s zijn daaraan verbonden?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat in deze crisistijd er uitstel van betalingen plaatsvindt, maar schuldafschrijving of kwijtschelding vinden deze leden niet gewenst.
Welke landen hebben inmiddels gebruik gemaakt van de leencapaciteit van 1000 miljard dollar van het IMF? En om welke bedragen per land gaat het?
De leden van de VVD-fractie hebben eerder al aangegeven het belangrijk te vinden dat meer landen meedoen aan het Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT). Hoeveel landen dragen inmiddels bij aan het PRGT? In hoeverre dragen landen als de VS, Rusland, Australië, Nieuw-Zeeland, Zweden en Finland bijvoorbeeld bij? Als het nog steeds 15 landen zijn, die eerder zijn genoemd, waarom is het aantal dan niet toegenomen? Wat is de reden dat andere landen niet willen meedoen?
De leden van de VVD-fractie vragen zich af waarom Nederland nu nogmaals extra geld moet steken in het PRGT via de zogeheten subsidy account. Zij vinden dat nu andere landen eerst aan zet zijn om hun bijdrage te leveren en zijn dus geen voorstander van extra geld voor PRGT. Hoe vindt besluitvorming daarover plaats? Hoe wordt de Kamer daarbij betrokken?
Wat betekent een eventuele extra bijdrage aan het subsidy account voor de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS)-begroting en aan welke bedragen denkt het kabinet? Wat houdt «subsidy account» PRGT precies in? Hoe wordt ervoor gezorgd dat dit ook een gericht instrument is/wordt, dat terecht komt bij de armste landen die geraakt worden door het coronavirus en niet bij andere landen? Hoe wordt voorkomen dat deze landen het gebruiken voor andere zaken dan de binnenlandse crisisbestrijding? Welke voorwaarden worden hieraan gesteld? Welke andere landen gaan hieraan bijdragen en in welke omvang?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er al 25 miljoen euro is geleverd via de BHOS-begroting aan het Catastrophe Containent and Relief Trust (CCRT), waarvan 15 miljoen euro inmiddels is betaald. Hoe is de Kamer hier eerder over geïnformeerd? Uit welk deel van de BHOS-begroting komt dat? Hoe wordt ervoor gezorgd dat dit ook een gericht instrument is/wordt dat terechtkomt bij de armste landen die geraakt worden door het coronavirus en niet bij andere landen? Hoe wordt voorkomen dat deze landen het gebruiken voor andere zaken dan de binnenlandse crisisbestrijding? Welke voorwaarden worden hieraan gesteld? Welke andere landen gaan hieraan bijdragen en in welke omvang?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Argentijnse schuld met een hoge waarschijnlijkheid niet houdbaar was en dat herstructurering voorwaarde zou zijn voor een nieuw programma. Wat betekent dit precies? Welke voorwaarden zijn er in het verleden aan Argentinië gesteld en in hoeverre zijn ze die nagekomen? Welke voorwaarden gaan er voor de toekomst aan Argentinië gesteld worden en hoe wordt ervoor gezorgd dat ze die nakomen? Hoe kan het, dat ondanks alle eerste IMF-programma’s in Argentinië, de schuld nog steeds of weer niet houdbaar is c.q. wordt?
De leden van de VVD-fractie willen graag weten aan welke «prior actions» Oekraïne heeft voldaan en hoe. En verder willen zij weten welke acties er nog uitstaan, die Oekraïne nog moet uitvoeren. Welke druk is of wordt er uitgeoefend op de centrale bank? Want de leden de VVD-fractie vinden dat volstrekt onwenselijk.
Tot slot willen de leden van de VVD-fractie in meer algemene zin weten wat de verschillende voorstellen voor de begroting van Nederland betekenen dan wel wat is de omvang van de garantstellingen c.q. risico’s?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
Algemene inleiding
De leden van de CDA-fractie kunnen zich in algemene zin vinden in de inzet van het Koninkrijk. Deze leden hebben hierbij wel enkele aandachtspunten.
Mondiale financieel-economische situatie/economische impact COVID-19
De leden van de CDA-fractie vragen of het IMF ook ramingen heeft gemaakt van de economische scenario’s in geval een nieuwe oploop van de besmettingen, zoals in sommige landen, waaronder Nederland. Wat zouden daarvan de gevolgen zijn voor het verloop van de stabilisatiefase en het herstel? En heeft het IMF ramingen van de mogelijke impact hiervan op consumptie en investeringen?
De leden van de CDA-fractie begrijpen uit de media dat de Afrikaanse landen veel minder hard worden getroffen door het virus vanwege ervaring met eerdere uitbraken. Zij vragen de Minister of het IMF eenzelfde conclusie trekt. Echter, economisch ervaart het continent wel grote consequenties mede door de temporisering van de wereldhandel. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in hoeverre het IMF Afrikaanse landen ondersteunt in economische hervormingen om weerbaarder te worden tegen mondiale beperkingen en in hoeverre het IMF ondersteunt in het behouden van waardenketens.
Update respons IMF COVID-19
De leden van de CDA-fractie merken op dat de noodsteun in de afgelopen periode 270 miljard dollar is geweest in plaats van 100 miljard dollar. Zij vragen welk gedeelte hiervan ziet op de noodliquiditeit, en welke gedeelte op andere steun en of er door het IMF ook eisen zijn gesteld voor het ontvangen van deze steun voor de financieringsbehoefte. Zo ja, welke eisen zijn dat? En wordt daarbij ook gekeken hoe de economie van een land dat steun nodig heeft hervormd zal worden? Hoe wordt dat gemonitord?
Ook vragen de leden van de CDA-fractie welke landen de grootste ontvangers van de 270 miljard dollar zijn. Kan de Minister een overzicht geven van de ontwikkeling van remittances richting Afrika sinds het uitbreken van de crisis?
Mondiale publieke schulden
De leden van de CDA-fractie achten het zeer belangrijk dat het onderwerp mondiale publieke schulden aan bod komt. Zij merken op dat een groot deel van de schulden van Afrikaanse landen in handen is van China, dat wil zeggen, van Chinese partijen. Deze leden vragen de Minister in hoeverre China profiteert van gunstige voorwaarden die het IMF stelt aan leningen of van programma’s die worden aangeboden. Ook vragen zij of landen door het IMF evenredig gestimuleerd worden onhoudbare schulden van opkomende economieën kwijt te schelden. Is Nederland in dat kader bereid China op haar verantwoordelijkheid te wijzen waar nodig (een deel van de) schulden kwijt te schelden? Kan de Minister ook aangeven in hoeverre al vorderingen zijn gemaakt met het betrekken van alle significante bilaterale crediteuren door de Club van Parijs en de G20?
IMF-programma’s
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke waarborgen het IMF heeft ingebouwd om de onafhankelijkheid van de National Bank of Ukraine (NBU) bij investeringen en inclusieve groei te garanderen. Welke opties heeft het IMF als alsnog blijkt dat te veel druk wordt uitgeoefend op de NBU?
IMF-beleid
De leden van de CDA-fractie lezen dat het IMF klimaatonderzoek gaat doen en aandacht zal besteden aan mogelijke beleidsoplossingen. Zij lezen dat het IMF mogelijkheden ziet om de afbouw van brandstofsubsidies te versnellen. Zij achten dit een belangrijke beleidskeuze. Zij vragen welke landen hiervan het meest «last» zullen hebben in de ontwikkeling van hun economisch potentieel. Zijn dat de opkomende economieën of de westerse economieën? In het geval dit opkomende economieën zijn, zit in het IMF-programma dan ook een onderdeel dat deze landen helpt de transformatie mogelijk te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van het Koninkrijk voor de najaarsvergadering van het IMFC. Zij benadrukken dat de financiële problemen voor veel opkomende economieën nog altijd acuut en urgent zijn, en zijn het eens met het kabinet dat in aanvulling op moratoria schuldverlichting te zijner tijd onvermijdelijk is. Zij hebben een aantal kritische vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de aard van voorwaarden voor financiële steun. Ook de leden van de GroenLinks-fractie zijn er natuurlijk niet tegen dat economieën stappen zetten om hun verdiencapaciteit de diversifiëren en arbeidsmarktmaatregelen te nemen die een verschuiving van werkgelegenheid van de informele naar de formele sector ondersteunen. De vraag is echter wat dit precies betekent. Uit Oxfam-onderzoek1 dat een aantal steun-ontvangende landen, waaronder El Salvador, Lesotho, Tunesië en Barbados, over zullen gaan tot het snijden in publiekesectorbanen en loonstijgingen, wat juist de beschikbaarheid van (soms al schaars beschikbaar) medisch personeel verder beperkt en ook economisch gezien economieën (want het beetje koopkracht dat er is) extra hard raakt. Dergelijke de facto bezuinigingsvoorwaarden zijn gesteld bij 76 van de 91 landen die sinds maart 2020 extra financiering hebben ontvangen. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister wat hij ervan vindt dat voorwaarden die juist de weerbaarheid van economieën dienen te vergroten op deze manier uitwerken. Kan daarbij ook ingegaan worden op de bovengenoemde casussen?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat de inzet van het Koninkrijk voor voorwaarden die bijdragen aan economische weerbaarheid niet ten koste gaat van die economische weerbaarheid, bijvoorbeeld doordat er ontslagen vallen of lonen op de nullijn gezet worden (zoals in El Salvador, Lesotho, Tunesië of Barbados) of dat er sprake is van extra belastingen ofwel het instellen van belastingen in landen (zoals nu het geval is in negen van de 91 landen, waaronder Angola en Nigeria) op zo’n wijze dat vooral kleine en middelgrote ondernemers – producenten van voedsel, kleding en huishoudartikelen – geraakt worden.
De leden van de GroenLinks-fractie benadrukken dat uit de Commitment to Reducing Inequality Index 2020 van Oxfam blijkt dat slechts 26 van de geselecteerde 158 landen (die in totaal 22% van de wereldwijde arbeidspopulatie vertegenwoordigen) voorafgaand aan de coronacrisis een substantieel sociaal vangnet had om klappen op te vangen. Is de Minister het met deze leden eens dat een sociaal vangnet een cruciale pijler is die een economie weerbaar en fit for growth maakt?
Deze leden vragen de Minister daarnaast welke specifieke inzet hij vervolgens heeft om ervoor te zorgen dat de financiële steunprogramma’s helpen bij het opbouwen van dergelijke sociale vangnetten in landen waar deze nu nog afwezig zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het IMF begin oktober in totaal ongeveer 270 miljard dollar van de beschikbare 1000 miljard heeft uitgeleend. Waarom zijn de beschikbare faciliteiten tot nu toe voor slechts ongeveer een kwart zijn gebruikt, terwijl er tegelijkertijd ook een aanzienlijk aantal leden van het IMFC is dat om verdere steun vraagt?2 Speelt de hoge risicopremie (als onderdeel van de rente) wat de Minister betreft hier een voorname rol? En welke stappen wil de Minister zetten om deze hordes te adresseren?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat in het aankomende Comprehensive Surveillance Review besproken zal worden hoe bijvoorbeeld klimaatverandering in het raamwerk zal worden opgenomen. Ook lezen zij dat het IMF mogelijk klimaatrisico’s integraal onderdeel maakt van het Financial Sector Assessment Program (FSAP). Zij zien dat de Minister in de inzet van het Koninkrijk in algemene zin een positieve grondhouding aanneemt ten aanzien van het agenderen van klimaatimpact en -risico’s. Zij missen tegelijkertijd een specifieke appreciatie op deze twee punten. Is de Minister bereid zich als onderdeel van zijn strategie duurzame financiering actief voor integratie van klimaatrisico’s in bovengenoemde programma’s in te zetten? Wat zijn daarbij de inhoudelijke speerpunten en randvoorwaarden?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke politieke stappen de Minister concreet zal zetten om eraan bij te dragen dat klimaatimpact- en risicoanalyses onderdeel worden van de zogenaamde Comprehensive Surveillance Review (CSR) en het FSAP. Is het kabinet bijvoorbeeld bereid een voortrekkersrol op deze dossiers te nemen in de context van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is om de Kamer na afloop van de IMFC-meeting te informeren over de gezette stappen op het gebied van klimaatimpact en -risico’s tijdens de IMFC-meeting alsmede de G20 voor ministers van Financiën, de sporen die binnen de context van deze twee gremia voor de komende tijd zijn uitgezet op het gebied van het meer klimaatbestendig maken van de financiële sector, en de manier waarop de Minister in zijn politieke aanpak ervoor wil zorgen dat deze agenda op de twee genoemde gremia de komende tijd verder gebracht wordt. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of hierin ook een toelichting betrokken kan worden op hetgeen tot nu toe in de context van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action bereikt is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de IMF-jaaragenda van 15 oktober 2020. Zij hebben daartoe nog enige vragen.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij de conclusies van het IMF-rapport deelt dat contact beperkende maatregelen niet per definitie slechter voor de economie zijn.3
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of dit soort conclusies invloed hebben op het contact beperkende beleid van het IMF. Zij vragen de Minister naar aanleiding van deze contact beperkende conclusies of hij kan aangeven welke maatregelen onder welke omstandigheden worden ingezet door het IMF ter bestrijding van het coronavirus.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat het IMF bedoelt met «landen met goede fundamenten die toegang krijgen tot internationale kapitaalmarkten». Zij willen weten wat landen zijn met «slechte fundamenten». Is er een ballotage is voor internationale kapitaalmarkten? Hoe krijgt een land toegang tot internationale kapitaalmarkten?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij de zorgen van het IMF deelt dat door de hoge schuldenlast sommige landen gedwongen zijn om te kiezen tussen het terugbetalen van de schulden en het opvoeren van de uitgaven voor gezondheidszorg en sociale uitgaven als uitkeringen. Zij vragen de Minister wat hij hieraan gaat doen, in samenspraak met het IMF.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij de universele uitspraken van het IMF-hoofd Georgieva, «de pandemie is niet voorbij, tot het overal voorbij is», onderschrijft4. Zij vragen de Minister of het een aanzet is voor universele solidariteit van het IMF en of hij het IMF daarin zal volgen. De leden vragen de Minister of daarbij het onderscheid tussen landen met goede en slechte fundamenten kan worden losgelaten.
Oxfam, 12 oktober 2020 (https://www.oxfam.org/en/press-releases/imf-paves-way-new-era-austerity-post-covid-19)
IMF, oktober 2020 (https://www.imf.org/en/Publications/WEO/Issues/2020/09/30/world-economic-outlook-october-2020)
Nu.nl, 10 oktober 2020 (https://www.nu.nl/economie/6083095/imf-afrika-heeft-12-biljoen-dollar-nodig-om-coronaschade-op-te-vangen.html)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2020D40206.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.