2020D38458 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 oktober 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane voorgelegd over haar brief van 17 september 2020 over politieke besluitvorming rondom de vorming van het CAF-team. (Kamerstuk 31 066, nr. 701).

De voorzitter van de commissie, Tielen

De adjunct-griffier van de commissie, Buisman

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane over de politieke besluitvorming over de Combiteam Aanpak Facilitators (CAF)-teams. Op 2 januari 2014 is inderdaad aan de Kamer gemeld dat het Combinatieteam Aanpak Facilitators gevormd is. Kan het kabinet precies aangeven, op welke datum dat gevormd is en hoe de politiek verantwoordelijken hiervan op de hoogte zijn gebracht of hiermee ingestemd hebben en op welke datum dat gebeurd is?

De leden van de CDA-fractie houden ook vragen over de ambtelijke en politieke besluitvorming over het CAF. In dit licht zouden de leden van de CDA-fractie graag een in zijn geheel ongelakt afschrift ontvangen van een aantal documenten, die bij besluit van 15 november 2019 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) openbaar zijn gemaakt1, te weten de documenten 4, 23 en 24 van inventarislijst 1 (waaronder dus de presentatie aan de Staatssecretaris van Financiën), zodat duidelijk wordt wat exact werd gepresenteerd.

Klopt de indruk van de leden van de CDA-fractie dat met deze presentatie de CAF-aanpak de facto politiek is geaccordeerd? Bestaan er nadere verslagen of terugkoppelingen van deze presentatie? Wist de Staatssecretaris van Financiën vanaf dat moment dat het stopzetten van toeslagen onderdeel van de CAF-aanpak was? Deze leden verwijzen daarbij naar document 24 van inventarislijst 1 van het Wob-besluit van 15 november, pagina’s 2 en 3: «STOPPEN», en «Nawerk: toeslagen stoppen/terugvorderen.». Zijn er ook presentaties over de CAF-aanpak gehouden voor andere beleidsdepartementen? Zo ja, wanneer, welke en aan wie is de presentatie gegeven?

In de presentatie voor de Staatssecretaris van Financiën komt de merkwaardige term «receptenboek» voor. Document 98 (bijlage 1.4 van het Wob-besluit) betreft dit receptenboek, waarin het onder meer gaat om het herzien en «stopzetten» en het «categorisch afwijzen» van aanvragen voor toeslagen. Wie heeft dit receptenboek opgesteld? Met wie is dit receptenboek gedeeld? Was de ambtelijke leiding op de hoogte van dit receptenboek?

Is de Staatssecretaris van Financiën na die presentatie nader geïnformeerd over de resultaten van het CAF-team, zoals hij blijkens de Wob-stukken heeft verzocht? Hoe is dat gebeurd en wanneer is dat gebeurd?

De leden van de CDA-fractie blijven vragen houden over alle stukken die de Auditdienst Rijk (ADR) niet gevonden heeft. Daarover hebben zij de ADR op 18 mei 2020 ook ondervraagd in de Tweede Kamer. Het blijft zeer vreemd dat een aantal verslagen van de ministerstaf van het Managementteam Toeslagen en van de bestuursraad niet gevonden zijn. Bronnen binnen de Belastingdienst achten dit onmogelijk, omdat een verslag van het Managementteam Toeslagen aan alle deelnemers verstuurd wordt en ook aan alle secretaressen van de deelnemers. Verder dient de secretaris van het overleg het verslag te archiveren. En mails en documenten zijn niet zomaar te deleten.

Is de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane bereid om de Belastingdienst te laten zoeken in alle mailboxen van de deelnemers en van de secretariële ondersteuning? Zijn de relevante stukken teruggevonden? Zo niet, is het kabinet dan bereid om melding doen bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed, die toch al bezig is bij de Belastingdienst vanwege de documenten die zoek zijn?

Is een Staatssecretaris van Financiën ooit mondeling of schriftelijk geïnformeerd over de zogeheten 80/20-discussie die in het Managementteam Fraude is gevoerd? Zo ja, wanneer? En zo nee, wanneer en hoe is dit gegeven nadien voor het eerst aan het licht gekomen? Is de 80/20-discussie in beeld gekomen bij de beantwoording van een Wob-verzoek, begin 2017? Wanneer is bij de ambtelijke en politieke leiding – voor het eerst – bekend geworden dat er bij de CAF-aanpak veel mis is gegaan?

De leden van de CDA-fractie hebben ook nog vragen over de beleidswijziging uit 2016. Kan de Staatssecretaris nader toelichten hoe de besluitvorming is verlopen over het wijzigen van het beleid van stopzettingen, halverwege 2016? Wie of welk gremium heeft hierover besloten? Welke directies waren hierbij betrokken? Is dit aan de orde geweest in de Managementteams Fraude, Toeslagen of Belastingdienst? Heeft hierover afstemming plaatsgevonden met bezwaar en beroep (Juridische Zaken), Vaktechniek, of Uitvoerings- en Handhavingsbeleid? Is deze beleidswijziging besproken met of gemeld aan de ambtelijke en politieke top. Hoe en wanneer? Hoe kan het dat, zoals eerder is aangegeven in antwoorden op Kamervragen, hierover niets is vastgelegd? De leden van de CDA-fractie hechten aan een zeer zorgvuldige reconstructie op dit punt.

De leden van de CDA-fractie willen tevens meer inzicht in de aanleiding tot de beleidswijziging. Welke feiten of inzichten waren toen aan de orde? Is er een relatie met het gastouderbureau in Eindhoven en met de procedures van gedupeerde ouders? Deze leden verzoeken daarbij te betrekken dat de toenmalig directeur Toeslagen in zijn brief van december 2016 aan de Nationale ombudsman uitdrukkelijk géén melding heeft gemaakt van de beleidscorrectie rond de stopzettingen, halverwege 2016. Waarom is dit toen niet gemeld aan de Nationale ombudsman? Waarom stelt de Nationale ombudsman dat Belastingdienst/Toeslagen pas na de uitspraak van de Raad van State van maart 2017 het beleid van stopzettingen heeft verlaten? Hoe kan het dat de toenmalig directeur-generaal Belastingdienst in november 2017 pas meldde dat het beleid halverwege 2016 reeds was veranderd? Is de toenmalig Staatssecretaris van Financiën in 2016 geïnformeerd over de beleidswijziging rond stopzettingen, mondeling of schriftelijk?

De leden van de CDA-fractie verzoeken de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane deze vragen zoveel mogelijk voor het algemeen overleg over de voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag op 15 oktober 2020 te beantwoorden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van de brief over de politieke besluitvorming rondom de vorming van het Combiteam Aanpak Facilitators-team. Deze leden verwijzen naar het nu lopende werk van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) die specifiek kijkt naar de rol van de politieke besluitvorming in de toeslagenaffaire. Deze leden hebben een aantal vragen.

De leden van de fractie van D66 vragen het kabinet om te reflecteren op de inschatting, zoals geformuleerd in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II, dat een intensivering van toezicht en capaciteit van uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst, zichzelf meermaals zou terugverdienen. Deelt het kabinet de recente inschatting van het Centraal Planbureau (CPB) dat de opbrengsten van zulke intensiveringen begrensd zijn?2 Hoe kijkt het kabinet nu naar de inschatting van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II dat een intensivering van het toezicht van € 157 miljoen tot circa € 663 miljoen aan extra structurele inkomsten zou leiden? Welke rol heeft deze businesscase gespeeld bij het oprichten van teams zoals het Combiteam Aanpak Facilitators? Welke prikkel geeft een dergelijke businesscase aan uitvoeringsdiensten? Leidt een dergelijke businesscase bijvoorbeeld tot een grotere druk op het aanpakken van fraude? Hoe pakt dit uit voor de balans tussen enerzijds dienstverlening aan burgers en anderzijds strenge regels om fraude te bestrijden? In hoeverre is bij de toenmalige businesscase rekenschap gegeven dat «het bestrijden van fraude effect kan hebben op ouders en instellingen die te goeder trouw handelen»?3

De leden van de fractie van D66 vragen op welke wijze de conclusie van de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek 2014 dat de toename van fraudebestendigheid van toeslagen een best practice is, heeft geleid tot een extra inzet op fraudebestrijding en/of een minder kritische blik op onderdelen waarin de aanpak van fraude doorsloeg? Op welk team doelde de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek met hun beschrijving dat de Belastingdienst het in 2012 opgerichte fraudeteam heeft uitgebreid? Betreft dit het Combiteam Aanpak Facilitators of gaat dit om een ander team?

De leden van de D66-fractie vragen of het klopt dat de Kamer al voor de beantwoording van de Kamervragen van het lid Omtzigt over de resultaten van de aanpak van fraude bij toeslagen (o.a. de «Bulgarenfraude») van 14 januari 2014 is geïnformeerd over de oprichting van CAF, namelijk door middel van de 12e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst in september 2013.4 5 De leden van de D66-fractie lezen dat het Managementteam Fraudebestrijding in februari 2014 al sprak over het dilemma van de CAF-aanpak dat de aanpak negatieve gevolgen kan hebben voor de 20% die goed handelt en lezen op een voorraadlijst met actiepunten van maart 2014 dat genoteerd wordt dat de CAF-aanpak een dilemma met zich meebrengt: «Dilemma aanpak CAF 80% goed en 20% fout, impact 20%. Hoe nemen we de politiek hierin mee». Klopt het dat dit actiepunt op de voorraadlijst zijn oorsprong vindt in een overleg van februari 2013, aangezien dit dilemma op de voorraadlijsten is gedateerd op 3-2-3? Welke concrete vervolgstappen om «de politiek hierin mee te nemen» zijn toen gezet? Waarom is dit dilemma, dat toen al aan het licht kwam, niet gelijk met de Kamer gedeeld? Zeker als in hetzelfde Managementteam Fraude aangegeven wordt dat CAF bewust de grenzen van de mogelijkheden heeft opgezocht.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie willen de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane er graag op wijzen dat er al lange tijd om helderheid wordt gevraagd als het gaat om de besluitvorming om tot het CAF-Team te komen en de interne opdracht en werkwijze van het team. In een van bijlagen bij de kabinetsreactie op het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens zit een weekverslag van CAF-team en de leden willen weten voor wie dat verslag precies was en of er regulier verslag werd gedaan, zo ja kunnen deze verslagen naar de Kamer gezonden worden?6

De leden van de SP-fractie hebben nadere vragen over de oprichting van het CAF-Team, aangezien de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeeft dat tot deze oprichting is besloten door het Managementteam Fraude van de Belastingdienst. Wat wordt bijvoorbeeld bedoeld met de formulering dat over de CAF-aanpak, de instelling en werkzaamheden van het CAF-team geen documenten zijn gevonden die «expliciet voor politieke besluitvorming zijn voorgelegd». Zijn er anderszins documenten voorgelegd aan de politieke leiding ter besluitvorming, die relateren aan de intensivering van de fraudeaanpak die hiermee verbonden is? De leden van de SP-fractie zouden graag willen weten of er ook verslagen zijn van de bijeenkomsten waarin de toenmalige Staatssecretaris van Financiën presentaties zijn getoond. Als dit zo is, zouden de leden het zeer op prijs stellen die naar de Kamer worden gestuurd.

De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane verwijst in de brief naar de beantwoording van Kamervragen, begin 2014, waarin de oprichting van het CAF-team is gedeeld.7 Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeven hoe de Kamer (eerder) heeft kunnen weten dat de onrechtmatige «stopzetting» van toeslagen bij vraagouders onderdeel uitmaakte van de CAF-aanpak, naar aanleiding van onderzoeken van mogelijk misbruik of vermoedelijke «facilitators». De leden van de SP-fractie willen daarnaast weten of en wanneer de ambtelijke en politieke leiding bekend waren met de effecten van deze aanpak, waarbij het uitgangspunt van «detectie aan de poort» ertoe leidde dat ouders slachtoffer werden. Met andere woorden: «stopzetting» van Belastingdienst/Toeslagen was een middel om «foute bureaus» en «facilitators» uit de markt te drukken. De leden vragen een uitgebreide reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane hierop?

Een vraag die de leden van de SP-fractie ook bezig houdt, is een formulering uit het Managementteam Fraude, van 8 juli 2013, die aan de Kamer openbaar is gemaakt bij publicatie van het Wob-verzoek van RTL Nieuws en Trouw. In het verslag van dat Managementteam wordt gesproken over circa 350 fraudesignalen uit 2010 en 2011, die in 2013 alsnog zijn doorgezet naar het selectieoverleg met het Openbaar Ministerie. Wie gaf daartoe de opdracht? Kunt u aangeven hoeveel van die casussen vervolgens zijn «opgewerkt» tot CAF-zaak? En ook wat er gebeurde met signalen die geen CAF-onderzoek werden? De leden zouden graag willen weten of het gastouderbureau Dadim uit Eindhoven deel was van deze 350 fraudesignalen? Zo ja, kunt u toelichten waarom bij de beantwoording van Kamervragen over de Eindhovense zaak eerder is gezegd dat «abusievelijk» verouderde GGD-signalen zijn verwerkt in de casus-Hawaï? Geldt dit mogelijk ook voor andere CAF-zaken?

De leden van de SP-fractie willen ook weten wat de exacte betrokkenheid was van het Openbaar Ministerie bij de CAF-aanpak? Hoe vond overleg en afstemming plaats? Hoe zijn besluiten vastgelegd? Bespraken Openbaar Ministerie, Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en de coördinatoren van de Belastingdienst in het selectie-overleg welke zaak op welke wijze zou worden aangepakt, dat wil zeggen. via straf- of bestuursrecht? Was het Openbaar Ministerie op de hoogte van het beleid van stopzettingen van toeslagen bij vraagouders, als onderdeel van de CAF-aanpak? Wist het Openbaar Ministerie van hetgeen recent tot de aangifte tegen de Belastingdienst heeft geleid inzake knevelarij en beroepsmatige discriminatie? Is de Staatssecretaris bereid dit met de Minister van Justitie en Veiligheid te bespreken en zeker te krijgen dat het onderzoek naar aanleiding van de in mei 2020 gedane aangifte met de grootst mogelijke onafhankelijkheid geschiedt?

Het valt de leden van de SP-fractie op dat in sommige verslagen van CAF-onderzoeken expliciet de aanbeveling staat om bij de afwikkeling van een serieus vermoeden van fraude de aanpak niet te kiezen voor stopzettingen van kinderopvangtoeslag van klanten van de onderzochte kinderopvangaanbieder. Is duidelijk waarom in deze zaken Belastingdienst/Toeslagen toch overging tot stopzettingen en terugvorderingen? In hoeveel CAF-onderzoeken heeft het aanpakken van de ouders geleid tot «twee keer» innen, omdat ook de aanbieder veroordeling kreeg tot terug betaling van ontvangen kinderopvangtoeslag?

Tot slot vragen de leden van de SP-fractie hoe het mogelijk is dat over het wijzigen van de werkwijze in de CAF-zaken niet de aanleiding daarvoor is vastgelegd. In antwoord op Kamervragen geeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aan dat vanaf dat moment het voorschot kinderopvangtoeslag niet meer op vergelijkbare wijze is stopgezet als in de CAF 11-zaak. De leden van de SP-fractie willen toch weten wat precies de reden en aanleiding is geweest om de werkwijze te veranderen? Hangt dit mogelijk samen met het onderzoek dat de Nationale ombudsman op dat moment deed naar de gang van zaken bij de gedupeerden van de CAF-11 zaak? De leden verwachten nu wel antwoord op deze vraag.8

II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane


X Noot
2

Centraal Planbureau, Keuzes in Kaart 2022–2025, september 2020, https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Startnotitie-Keuzes-in-Kaart-2022-2025.pdf

X Noot
3

Kamerstuk 17 050, nr. 503.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 936.

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 176.

X Noot
6

Kamerstuk 31 066, nr. 683

X Noot
7

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 936.

X Noot
8

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 58.

Naar boven