Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Veiligheid en Justitie over de resultaten van de aanpak van fraude bij toeslagen (o.a. de «Bulgarenfraude») (ingezonden 2 januari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Weekers (Financiën) mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 14 januari 2014).

Vraag 1

Wat is de stand van zaken in de rechtszaak over de Bulgaarse toeslagenfraude?

Antwoord 1

Op 17 oktober 2013 heeft een regiezitting in de Rotterdamse zaak plaatsgevonden. Toen is de voorlopige hechtenis van één van de vier verdachten geschorst. Op 8 januari 2014 heeft een pro forma zitting plaatsgevonden. Daarbij is de voorlopige hechtenis ten aanzien van de overige drie verdachten geschorst. Tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak zal de zittingsrechter vervolgens een oordeel vellen over de ten laste gelegde feiten. De datum waarop de inhoudelijke behandeling zal plaatsvinden, is op dit moment nog niet bekend.

Vraag 2 en 3

Hoeveel van de 805 (of ondertussen meer) opgelegde boetes zijn geïnd? (Kamerstuk 31 066, nr. 179)

«Van 493 Bulgaren is geen adres bekend. Voor het opsporen van deze Bulgaren zijn door het CLO (Central Liaison Office) bij de Bulgaarse autoriteiten formele inlichtingenverzoeken gedaan» schreef u op 17 oktober; van hoeveel van deze mensen hebben de Bulgaarse autoriteiten een adres verschaft aan de Nederlandse autoriteiten, bij hoeveel mensen is een boete opgelegd en bij hoeveel mensen is die uiteindelijk geïnd?

Antwoord 2 en 3

In totaal zijn 805 boetes aan Bulgaren opgelegd. Hiervan zijn 312 boetes direct verzonden, van de overige 493 Bulgaren was geen adres bekend. Van de 312 boetes die zijn verzonden, zijn er 17 onbestelbaar retour gekomen. Tegen 32 boetes is bezwaar gemaakt, deze bezwaren zijn door de Belastingdienst toegewezen. Van de overige 263 boetes zijn er inmiddels 55 geïnd.

Uiteindelijk is van 510 Bulgaren het adres niet bekend, bestaande uit de oorspronkelijke 493 Bulgaren waarvan geen actueel adres bekend is en de 17 onbestelbaar retour gekomen boetes.

Bij 296 van de 510 Bulgaren is uitsluitend sprake van een vordering huurtoeslag. De huurtoeslag valt niet onder een categorie van belastingen of sociale voorzieningen waar op grond van enig EU-verdrag of verdrag tussen Nederland en Bulgarije invorderingsbijstand voor kan worden verzocht en verleend.

Bij 7 van de 510 Bulgaren is sprake van een totaal openstaand bedrag van minder dan € 350, inclusief boete. Het minimumbedrag waarop een verzoek om invorderingsbijstand betrekking kan hebben (als bedoeld in artikel 75 lid 3 van Verordening (EG) 987/2009) bedraagt € 350. Voor vorderingen die lager zijn dan € 350 kan formeel dan ook geen verzoek om bijstand gedaan worden.

Ten aanzien van deze 7 vorderingen is – ondanks de van toepassing zijnde Verordening – aan de Bulgaarse autoriteiten verzocht om bijstand te verlenen.

Voor 199 Bulgaren heeft het CLO aan de Bulgaarse autoriteiten een verzoek gedaan voor bijstand. De eerste antwoorden op deze verzoeken beginnen nu binnen te komen.

De Belastingdienst/Toeslagen heeft de 8 resterende boetes die zijn opgelegd aan Bulgaren zonder bekend actueel adres nog onder handen.

Vraag 4 en 5

Hoeveel en welke zaken en problemen zijn aangekaart bij de fraudecoördinator die in mei is aangesteld?

Welke acties heeft de fraudecoördinator in gang gezet en welke resultaten zijn daarmee geboekt?

Antwoord 4 en 5

Zoals in de 12e halfjaarsrapportage Belastingdienst van 17 september 2013 aan uw Kamer is geschreven, is er sinds 1 mei 2013 binnen de Belastingdienst een fraudecoördinator aangesteld. De resultante van de aanstelling van deze coördinator is:

het ontwikkelen van antifraudemaatregelen voor toeslagen en fiscaliteit;

de omzetting daarvan naar wetgeving voor de Wet Aanpak Fraude Toeslagen en Fiscaliteit die unaniem door het parlement is aangenomen;

de vorming van het Combinatieteam Aanpak Facilitators;

het organiseren en voorbereiden van een 2-wekelijkse bijeenkomst van het managementteam fraudebestrijding Belastingdienst;

het zelf ophalen van fraudesignalen bij de dienstonderdelen, deze onderzoeken en in voorkomende gevallen maatregelen voorstellen;

het inventariseren van fraudefenomenen waaronder de reeds bekende fraude met toeslagen, de voorlopige teruggave, BPM, de WVA en btw-carrousel;

het coördineren en ontwikkelen van beleid om deze fenomenen aan te pakken;

de deelname aan interdepartementale overlegstructuren over de rijksbrede aanpak van fraude en inbreng voor de kabinetsbrief rijksbrede aanpak fraude;

coördineren van de inbreng van de Belastingdienst in externe samenwerkingsverbanden zoals LSI en LIEC/RIEC.

De reeds genomen maatregelen hebben ervoor gezorgd dat de onlangs door de Volkskrant gemelde DigiD-fraude1 van december 2013 in een vroeg stadium door de Belastingdienst/Toeslagen is gesignaleerd vanwege een verhoogd frauderisico in de aanvragen. De 1-bankrekeningnummer maatregel heeft in dit geval voorkomen dat er door de Belastingdienst bedragen onterecht aan de fraudeurs zijn uitgekeerd, aangezien de Belastingdienst niet langer bedragen uitkeert op bankrekeningen die niet op naam staan van de Toeslag- of teruggaafgerechtigde.

Vraag 6

Tot wanneer zijn toeslagen uitbetaald aan mensen in de Haagse Bulgaren-fraudezaak?2

Antwoord 6

Vanwege het onderzoeksbelang kunnen hierover geen mededelingen gedaan worden.

Vraag 7 en 8

Op 23 april jl. zegde u tijdens het vragenuur een brede brief toe over de aanpak van fraude van toeslagen, inclusief alle problemen die zich voordoen bij toeslagen; welke brief beschouwt u als zodanig en bevat hij alle grote problemen van toeslagen?

Welke problemen met toeslagen zijn op dit moment nog niet opgelost?

Antwoord 7 en 8

In de brief van 10 mei 20133 is toegelicht wat de problematiek van de systeemfraude inhoudt en welke maatregelen er zijn genomen om de systeemfraude aan te pakken.

Ook in de brief van 20 december 20134 over de rijksbrede aanpak van fraude is een breed beeld geschetst van de systeemfraudeproblematiek bij Belastingdienst/Toeslagen. De in de brieven van mei genoemde maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Wet Aanpak Fraude Toeslagen en Fiscaliteit bij het Belastingplan 2014 dat unaniem door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen.

Doordat fraudeurs naar hun aard echter telkens nieuwe wegen uitproberen, valt nooit voor 100% uit te sluiten dat er zich in de toekomst nieuwe fraudegevallen voordoen. In voorkomende gevallen wordt daarover in de halfjaarsrapportage van de Belastingdienst aan uw Kamer over bericht.

Vraag 9

Hoeveel mensen denkt u dat in feite samenwonen (en partner zouden moeten zijn), maar zich opgeven als alleenstaande of alleenstaand ouder?

Antwoord 9

Op grond van de wet baseert de Belastingdienst zich voor de toekenning van een toeslag op de gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie.

Gemeenten controleren regelmatig of de registratie van iemands adres ook overeenkomt met de feitelijke situatie. Daaruit is na recent onderzoek gebleken dat 97,7% van de mensen correct geregistreerd staat op het adres waar zij feitelijk wonen5. Als er een vermoeden bestaat dat de feitelijke situatie niet in overeenstemming is met de inschrijving(en) op een adres, en na gedegen onderzoek blijkt dat personen de facto op één adres (samen)wonen, dan kan de gemeente dit ambtshalve corrigeren. Vanaf begin 2014 heeft de gemeente de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen aan burgers die er niet voor zorgen dat ze waarheidsgetrouw actueel in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn ingeschreven.

Exacte getallen voor deze specifieke situaties zijn niet voorhanden. Overigens is het niet zo dat als personen in de BRP hetzelfde woonadres hebben zij automatisch bijvoorbeeld ook een fiscale relatie of gemeenschappelijk huishouden hebben.

Vraag 10

Kunt u voor elk van de jaren 2006 tot en met 2013 aangeven hoeveel mensen zorgtoeslag ontvingen als alleenstaande, als alleenstaand ouder en als gehuwde/samenwonende?

Antwoord 10

Voor het recht op zorgtoeslag is mede bepalend of de aanvrager al dan niet een toeslagpartner heeft. Of de aanvrager een toeslagpartner heeft wordt door de Belastingdienst/Toeslagen vastgesteld op basis van gegevens uit BRP. Elk ander onderscheid in gezinsamenstelling is voor de (hoogte van) de toekenning van zorgtoeslag niet relevant en wordt dan ook niet geregistreerd.

Het aantal mensen dat in de jaren 2006 tot en met 2013 een zorgtoeslag ontving kan als volgt worden onderverdeeld in «zonder toeslagpartner» en «met toeslagpartner».

Toeslagjaar

Zonder toeslagpartner

Met toeslagpartner

Totaal

2006

3.158.321

1.747.347

4.905.668

2007

3.172.398

1.650.119

4.822.517

2008

3.255.163

1.776.063

5.031.226

2009

3.423.928

1.728.268

5.152.196

2010

3.623.854

1.772.359

5.396.213

2011

3.883.673

1.844.563

5.728.236

2012

3.866.602

1.806.469

5.673.071

2013

3.954.704

1.433.170

5.387.874

Vraag 11

Hoe apprecieert u de uitspraak van Peter Kavelaars (lid van de commissie Dijkhuizen die in opdracht van de Staatssecretaris van Financiën zelf een advies heeft uitgebracht hoe de Belastingdienst fraudebestendiger kan worden) dat veel van zijn adviezen door de Staatssecretaris niet worden opgevolgd («Als commissie hebben we ook bepleit om controle achteraf veel intensiever toe te passen en daar is niets mee gebeurd»)?6

Antwoord 11

Er is sprake van een controletraject waarbij vóór de uitbetaling, tijdens de voorschotfase én na afloop van het toeslagjaar toezicht wordt uitgeoefend. Daarbij wordt als uitgangspunt genomen of er aan (de) voorwaarden wordt voldaan om voor een toeslag in aanmerking te komen.

Zoals blijkt uit de beschrijving van systeemfraude in de kabinetsbrieven van 4 mei 2013 en 10 mei 2013 is de bestrijding ervan het meest effectief als de controle zoveel mogelijk vooraf – dus voordat een aanvraag daadwerkelijk in behandeling wordt genomen en tot betaling leidt – wordt toegepast. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat grote aantallen potentieel frauduleuze aanvragen moeten worden behandeld en onterecht tot uitbetaling leiden. In de brieven van mei zijn maatregelen genoemd om deze controle reeds «aan de poort» gestalte te geven.

De suggestie van professor Kavelaars lijkt voorbij te gaan aan het feit dat bij verdere intensivering van de controle achteraf naar het recht op een toeslag, er geen rekening mee wordt gehouden dat er bij fraudegevallen dan al een onterechte en moeilijk terug te vorderen betaling heeft plaatsgevonden.

Deze uitbreiding van de controles aan de poort vormen samen met de reeds bestaande controlemechanismen – waaronder het afgelopen jaar ingezette risicoselectie – tijdens en na de looptijd van de toeslag een volledig controletraject.

Vraag 12

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden en in ieder geval voor maandag 11 uur in de week waarin het plenaire Kamerdebat over toeslagen plaatsvindt?

Antwoord 12

De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.


X Noot
1

«Fraude met DigiD’s in Amsterdam», Volkskrant 8 januari 2014, p. 1.

X Noot
2

Mogelijk ook Bulgarenfraude in Den Haag, ANP, 15 november 2013

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012/13, 17 050, nr. 435

X Noot
4

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012/13, kenmerk 2013D51734

X Noot
5

ICTU, 2013, Eindrapportage Adresonderzoek «Samen Leren»

X Noot
6

RTL, Deskundigen kraken fraudebeleid Belastingdienst, http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/deskundigen-kraken-fraudebeleid-belastingdienst , 10 december 2013

Naar boven