2020D38445 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 8 en 9 oktober 2020. (Kamerstuk 32 317, nr. 629).

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels

Inhoudsopgave

blz.

       

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

1.

Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

2

 

2.

Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie

6

 

3.

Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie

6

 

4.

Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

7

 

5.

Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie

10

 

6.

Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

12

 

7.

Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

13

       

II.

Reactie van de bewindspersonen

14

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1.Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de plannen van de Europese Commissie (EC) en zijn positief over het feit dat de EC een nieuw voorstel doet om het bestaande Europees gemeenschappelijke asielstelsel te verbeteren. De leden van de VVD-fractie pleiten al jaren voor een strenger Europees asielstelsel. Met dichte grenzen voor gelukszoekers, opvang in de regio voor vluchtelingen en snelle terugkeer van uitgeprocedeerden. De EC erkent deze doelen nu ook. Dat is positief. Deze leden vinden het voorstel zoals het er nu ligt echter nog onvoldoende om als Nederland mee in te kunnen stemmen. Het plan is niet streng genoeg aan de buitengrens, bevat geen effectieve regels over terugkeer en biedt teveel ruimte aan NGO’s die mensensmokkel in de hand werken. Nederland zou daarom moeten inzetten op een aantal stevige aanpassingen in het voorstel waardoor het asielstelsel écht verbeterd wordt ten opzichte van de huidige situatie en er daadwerkelijk een einde komt aan kansarme immigratie richting Nederland, voordat het op instemming van de leden van de VVD-fractie kan rekenen. Deze leden delen evenwel de mening dat de hervorming van het bestaande asielrecht en -beleid binnen de EU een kans biedt om bestaande problemen bij asiel aan te pakken. Daarbij kan solidariteit zoals u terecht constateert alleen het sluitstuk zijn van de discussie, omdat effectief beperken van de instroom en het op orde hebben van terugkeer noodzakelijke voorwaarden zijn voordat de lidstaten een eerlijke en behapbare bijdrage kunnen leveren aan de opvang van echte vluchtelingen en het terugsturen van hen die dat niet zijn. Dat gezegd hebbende hebben de leden van de VVD-fractie de volgende vragen:

De instroom van asielzoekers in de EU moet wat de leden van de VVD-fractie betreft zoveel mogelijk beperkt worden door opvang in de regio als uitgangspunt te nemen wanneer het eigen land onveilig is. Hiertoe zijn afspraken met derde landen noodzakelijk over opvang en over het terugdringen van irreguliere migratie. De EC zegt hier eindelijk concreter op te willen inzetten en dat is winst. Kunt u aangeven of er ook een concreet plan ligt met te ondernemen acties en een tijdspad om tot deze afspraken te komen? Welke instrumenten wil de EC inzetten om hier ook echt impact te kunnen hebben, zoals handel, OS en visumbeleid?

Illegale instroom in de EU moet vervolgens zoveel mogelijk worden voorkomen door de buitengrenzen streng te controleren. De leden van de VVD-fractie zijn dan ook voorstander van de voorstellen die de kennis en capaciteit van EASO en Frontex vergroten en vinden het belangrijk dat Nederland hier stevig aan bijdraagt. Wanneer asielzoekers desalniettemin toch aankomen aan de grens van de Europese Unie, is het goed dat via een strenge buitengrensprocedure mensen worden geregistreerd en vervolgens naar het passende asieltraject worden geleid. Deze leden vinden het belangrijk dat daar direct onderscheid wordt gemaakt op basis van kansrijkheid- en kansarmheid van de asielverzoeken, maar snappen niet dat de EC bij de beoordeling het percentage op het zeer lage 20% wil vaststellen. Hoe is de EC hiertoe gekomen? Deelt u de mening dat de voorselectie in een effectieve buitengrensprocedure op een veel hoger percentage voor kansrijkheid moet worden vastgesteld en logischer zou zijn 75% te hanteren zoals ook in 2015 gebeurde bij de herplaatsingsafspraken? Zo ja, bent u bereid zich hiervoor in te spannen? Het is de bedoeling dat de beoordeling kansarm/kansrijk in een fasttrack van 5 dagen wordt afgehandeld. Op basis waarvan is dat een realistisch streven?

Klopt het dat kansarme asielzoekers die niet worden toegelaten in een reguliere asielprocedure in een 12-wekenprocedure in een opvangfaciliteit aan de grens worden opgevangen? Zo ja, is dit een gesloten faciliteit? Het is deze leden onduidelijk of het voorstel van de EC spreekt over de mogelijkheid tot gesloten verblijf of dat dit ook in alle gevallen gebeurt? Als het niet om een gesloten voorziening gaat, hoe wordt dan voorkomen dat ook de kansarme migranten alsnog de EU inreizen?

Is er verschil in de mate van voorzieningen die aangeboden moet worden aan kansarme asielzoekers, die veelal kort verblijven voor terugkeer, en kansrijke asielzoekers die in afwachting van verblijf bijvoorbeeld al starten met voorinburgering? Hoe wordt dit vastgelegd?

Op welke manier wordt het terugkeerbeleid voor afgewezen – eerder kansarme – asielzoekers vormgegeven? Welke rol spelen Frontex en het EASO daarbij? Verschilt dit van het terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers uit kansrijkere aanvragen?

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat asielzoekers die eerder door een veilig derde land zijn gereisd en daar asiel hadden kunnen aanvragen de facto niet meer op de vlucht zijn maar doorreizen voor een beter bestaan. Wanneer zij aankomen in de Europese Unie is het derhalve ook logisch dat het eerste land van aankomst verantwoordelijk is voor het afhandelen van het asielverzoek en het indien nodig verlenen van de asielstatus. Het is goed dat het nieuwe voorstel van de EC dat uitgangspunt versterkt door de termijn van verantwoordelijkheid te willen verlengen van 18 maanden naar 3 jaar. De leden van de VVD-fractie vragen of u deze inzet tenminste steunt. Welke bijdrage kan verlenging van de verantwoordelijkheidsperiode tot langer dan 3 jaar betekenen voor het beperken van secundaire migratiestromen en het nemen van verantwoordelijkheid voor asielzoekers door de lidstaat van aankomst? Steunt u de wens van bijvoorbeeld Duitsland dit verder op te rekken naar 5–10 jaar? Moet het aankomstlandprincipe niet het uitgangspunt van elke verdeling zijn in plaats van het sluitstuk waarbij een asielzoeker moet aantonen dat een ander land bijvoorbeeld in verband met familierelaties beter passend zou zijn?

Effectieve terugkeer van uitgeprocedeerden en illegalen is een van de grote knelpunten in het huidig Europees asielstelsel. Door gebrek aan medewerking van derde landen, door de bestaande mogelijkheid om herhaaldelijk asielaanvragen te doen, door de relatieve onmogelijkheid om uitgeprocedeerden met risico op vertrek met onbekende bestemming vast te zetten voor uitzetting, blijven teveel mensen die geen recht op asiel hebben in de EU hangen. In combinatie met slechte registratie zorgt dit ook voor een rondreizend circus van afgewezen asielzoekers die op goed geluk of voor langere opvang in de EU, niet vertrekken maar naar een volgend land gaan om daar opnieuw asiel aan te vragen. Deelt u de mening dat al deze voornoemde problemen ondervangen moeten worden in het herziene Europese asielstelsel? Kunt u toezeggen zich hard te maken voor een effectieve registratie? Het beperken van herhaalde aanvragen tot een herziening van het landenbeleid van het land van herkomst? Dat bij een afwijzing van een asielverzoek altijd direct een terugkeerbesluit wordt genomen en blijft kunnen worden genomen? Dat het kunnen vastzetten van uitgeprocedeerden op basis van objectieve risico criteria zoals een gebrek aan middelen en huisvesting, het veroorzaken van overlast, het plegen van geweld, mogelijk wordt? Dat het voor landen eenvoudig mogelijk moet worden om dit bestuurlijk vast te stellen zodat de regels zowel goed als uitvoerbaar zijn en het verdwijnen in de illegaliteit zo goed als onmogelijk wordt? Bent u het ook met de leden van de VVD-fractie eens dat het voorstel tot herziening van het Europees asielstelsel door de EC tegelijkertijd en in balans met de terugkeerrichtlijn, die nu ter bespreking in het Europees parlement ligt, en de procedurerichtlijn moet worden behandeld? Zo ja, kunt u een toelichting geven hoe het nu staat met deze richtlijnen zowel inhoudelijk als procedureel, en toezeggen in te zetten op integrale behandeling van al deze voorstellen?

De voorstellen van de EC met betrekking tot search and rescue missies baart de leden van de VVD-fractie zorgen. Vooropgesteld, niemand zou het slachtoffer mogen worden van mensensmokkel en niemand mag het risico lopen om te verdrinken op zee. Maar de beste manier om dat te voorkomen is door te zorgen dat asielzoekers niet hun leven wagen door op een boot van een mensensmokkelaar naar de EU te stappen. De Turkije deal heeft kunnen voorkomen dat ruim een miljoen asielzoekers naar Europa zijn gekomen en heeft daarmee naar schatting zeker 1000 verdrinkingsdoden kunnen voorkomen. Mede daarom zijn deze leden voorstander van opvang in de regio en mede daarom zijn wij tegen NGO’s die asielzoekers ophalen van zee en naar de kust van de Europese Unie brengen. Deelt u de mening dat asielzoekers op zee naar de dichtstbijzijnde haven, bij voorkeur van herkomst, moeten worden gebracht? Dat nog steeds zou moeten gelden dat de kustwacht van de landen rond de middellandse zee primair verantwoordelijk is voor het helpen van mensen in nood op zee en het daarmee in strijd is als NGO’s, in plaats van deze kustwacht te bellen, zelf het heft in handen nemen? Deelt u voorts de mening dat migranten bij eventuele aankomst via de middellandse zee, in de EU in de snelle procedure terecht moeten komen omdat zij illegaal de EU wilden bereiken en in overwegende mate weinig kans hebben op inwilliging van het asielverzoek? Klopt het dat de EC een apart herverdelingsmechanisme voorstelt voor asielzoekers opgehaald in een S&R-missie? Zou het niet beter zijn als het land van aankomst verantwoordelijk wordt en dat eventuele solidariteit alleen noodzakelijk is als dat land onder zware druk staat door te hoge instroom? Zo nee, waarom is een apart mechanisme volgens u te verkiezen en hoe zou dit moeten werken in de praktijk?

De mate waarin een lidstaat geconfronteerd wordt met asielverzoeken hangt op dit moment af van de geografische ligging of de welvaart. Hierdoor zien lidstaten van eerste aankomst zich geconfronteerd met onvoorspelbare en soms hoge instroom en hierdoor zien welvarende landen dat veel kansloze asielzoekers doorreizen, zoals naar Duitsland en Nederland. Andere lidstaten hebben veel minder last van een hoog aantal asielverzoeken. Een correctiemechanisme kan daarmee een bijdrage leveren aan een goede verdeling van het aantal asielzoekers over de lidstaten, maar alleen dan wanneer de buitengrensprocedure op orde en het terugkeerbeleid effectief is. Kan worden aangegeven in welke concrete omstandigheid sprake zou zijn van vrijwillige herverdeling en wanneer de verplichte herverdeling aan de orde zou zijn? Wanneer is volgens de EC sprake van «risk of pressure» en van «situation of crisis»? In welke mate wordt in het voorstel bij het ontstaan daarvan de inzet van de lidstaat om het eigen asielstelsel op orde te brengen meegewogen voordat over ondersteuning van andere lidstaten zou moeten worden kunnen gesproken. Deelt u de mening dat bij eventuele herverdeling niet alleen naar de initiële maar ook naar de secundaire instroom moet worden gekeken? Klopt het dat de EC de «fair share» zou willen berekenen op basis van het bbp en inwonertal? Bent u het met deze leden eens dat het onrechtvaardig zou zijn om alleen deze criteria te gebruiken en niet ook het oppervlak van een land? Immers de omvang van het bbp hangt samen met het inwonertal, beide stijgen daarmee als gevolg van migratie en zullen daardoor met de tijd toenemen, terwijl het absorptievermogen in een dichtbevolkt land als Nederland sneller tegen zijn grenzen aanloopt.? Bent u het met de leden van de VVD-fractie eens dat het goed is dat solidariteit breed wordt geïnterpreteerd zodat ook operationele ondersteuning en ondersteuning bij terugkeer hieronder kan vallen? Op welke manier wordt in het voorstel een lidstaat die terugkeerders wil begeleiden voor hen verantwoordelijk? Welke inspraak heeft een lidstaat zelf over het aantal en type afgewezen asielzoekers die ze wil begeleiden bij terugkeer?

Is het juist dat in de plannen van de EC bij herverdeling ook rekening wordt gehouden met de band die een asielzoeker mogelijk al heeft met een EU-lidstaat? Zo ja, hoe gaat dit in zijn werk? Hoe wordt voorkomen dat hierdoor alsnog een onevenredige druk ontstaat op de «gewilde en welvarende» lidstaten, zoals Nederland? Heeft u al een standpunt over de wijze waarop en voorwaarden waaronder Nederland eventueel zou kunnen deelnemen aan het solidariteitsmechanisme? Kunt u toezeggen hier niet aan mee te werken als de buitengrensprocedure en de mogelijkheden voor het afdwingen van terugkeer niet streng op orde zijn? Kunt u ook toezeggen bij eventuele deelname in zo’n mechanisme de alternatieve opties voorrang te geven boven het naar Nederland halen van extra asielzoekers? Is het mogelijk als lidstaat een quotum te verbinden aan deelname in het solidariteitsmechanisme en zo ja, zou u dat willen overwegen?

Is het in de nieuwe plannen lidstaten toegestaan het asielloket in eigen land te sluiten voor asielzoekers die zich niet aan de buitengrens hebben gemeld en niet zijn toegewezen via herverdeling? Zo ja, bent u bereid toe te zeggen dat Nederland in dat geval het loket voor «spontane asielaanvragen» in Nederland zal sluiten? Zo nee, deelt u dan de mening dat de nieuwe regels in dat geval een lege huls dreigen te worden omdat het voor migranten dan loont de buitengrensprocedure te omzeilen en direct door te lopen naar een land van voorkeur? Hoe wordt dit voorkomen?

De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat naar verwachting een presentatie wordt gegeven op de JBZ-raad over de relatie met derde landen op de Westelijke Balkan en Noord-Afrika. Zij vinden het, zoals eerder gezegd, belangrijk dat er veel aandacht is voor de externe dimensie van migratie, migranten komen er immers vandaan en moeten in de meeste gevallen ook weer terug, waarbij zowel oog is voor de ontwikkeling van derde landen in de regio, het behoud van hun inwoners daar en de terugkeer van uitgeprocedeerden. In de voorstellen van de EC lazen de voorgenoemde leden dan ook met tevredenheid dat de EU zijn onderhandelingsmacht als sterke economische speler moet inzetten om partnerlanden mee te laten werken aan het realiseren van effectief Europees migratiebeleid. Deelt u de mening dat het terugdringen van irreguliere migratie en het terugnemen van eigen onderdanen, ook de afgewezen asielzoekers die dat niet willen, centraal moet komen te staan in elk (vrijhandels-) verdrag wat met een derde land wordt gesloten? Dat het post-Cotonou verdrag afhankelijk moet worden gemaakt van de bereidwilligheid van partnerlanden om in te zetten op opvang in de eigen regio en terugname van de eigen onderdanen? Zo ja, op welke manier kunt u zorg dragen dat dit afdwingbare uitgangspunten worden in de mogelijke voortzetting van de samenwerking?

2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben in de media het heugelijke nieuws vernomen dat Hongarije, Tsjechië en Polen niet zullen instemmen met het EU-migratiepact. Voornoemde leden roepen de regering op om ook namens Nederland aan te geven niet in te zullen stemmen met dit levensgevaarlijke omvolkingspact.

Kunt u een uitgebreide reactie geven op een aantal voorstellen uit het EU-migratiepact, zoals de verplichte opname van bootmigranten, de verplichte herverdeling van asielzoekers of anders betalen en als dit niet genoeg is volgens de Europese Commissie (EC), dan alsnog migranten opvangen, de verdeling van illegalen over lidstaten wanneer terugkeer niet lukt en meer laaggeschoolde migranten naar Europa halen, zo vragen de leden van de PVV-fractie. Bent u bereid zich in ieder geval tegen al deze voorstellen te verzetten?

Welke andere voorstellen ziet u in de voorstellen die de EC op 23 september 2020 heeft gepresenteerd die volgens u echt niet kunnen? Kunt u dit per wetsvoorstel aangeven en beargumenteren?

Deelt u tot slot de opvatting van de PVV-fractie dat Nederland te allen tijde zelf moet kunnen blijven bepalen wie tot Nederland wordt toegelaten en wie niet? Zo nee, waarom niet?

3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken geagendeerd voor dit schriftelijk overleg. Zij hebben nog enkele vragen.

Deze leden hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorstellen vanuit de EC die zien op het EU-migratiepact. Deze leden zijn in het bijzonder verheugd over de creativiteit die aan de dag wordt gelegd en op de focus op terugkeer in het pact, momenteel de achilleshiel van het Europese migratiebeleid. De leden van de CDA-fractie hopen dat dit voorstel de patstelling in de EU kan doorbreken. Toch constateren deze leden dat er ook nog een hoop onduidelijk is in dit voorstel. Deze leden zijn benieuwd naar de appreciatie van de Nederlandse regering op het voorstel vanuit de EC. Kunt u op de verschillende hoofdpunten aangeven wat u daarvan vindt en hoe u denkt dat dit gaat bijdragen, of juist niet, aan een beter, efficiënter en humaner asielbeleid in de Europa Unie?

De leden van de CDA-fractie constateren dat de onderhandelingen over het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS) al jaren in een patstelling verkeren. Deze leden constateren voorts dat het huidige systeem aan herziening toe is. Daarom hopen zij dat de voorstellen van de EC in het EU-migratiepact kunnen helpen om deze patstelling te doorbreken en eindelijk te komen tot een volwaardig GEAS. Daarom is het van het grootste belang dat de Nederlandse regering zich echt gaat inspannen om tot een akkoord op deze voorstellen te komen. De leden van de CDA-fractie vragen hoe u voornemens bent tot een breed EU-akkoord te komen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat de patstelling doorbroken wordt, zonder dat daarbij de creatieve voorstellen die nu op tafel liggen zonder meer van tafel geveegd worden? Wat is de inzet van de Nederlandse regering?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorstellen uit het EU-migratiepact die zien op het filteren aan de grens. De voorgenoemde leden zijn ervan overtuigd dat, mits goed uitgevoerd, deze voorstellen echt kunnen bijdragen aan het verminderen het aantal rondtrekkende migranten binnen het Schengengebied. Toch hebben deze leden hier nog een aantal bedenkingen bij. Wat vindt u van het erkenningspercentage van 20% waarop gefilterd zal gaan worden? Is dat niet te laag, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zou het niet veel beter werken als er bijvoorbeeld gewerkt wordt met een erkenningspercentage van 30 tot 40 procent, waarop gefilterd gaat worden? Voorkomen moet toch worden dat mensen die naar verwachting minder dan de helft kans op asiel hebben, alsnog gaan rondtrekken of hun kamp opslaan en blijven hangen. Hoe beoordeelt u dit?

Voorts vragen deze leden hoe het filteren aan de grens er in de praktijk uit zal gaan zien. Wat gebeurt er met de migranten uit veilige landen of migranten die de autoriteiten proberen te misleiden? Worden die echt in bewaring gehouden? Dat is voor de leden van de CDA-fractie een harde voorwaarde om de problematiek rondom rondtrekkende migranten aan te kunnen pakken. Voorts vragen deze leden hoe die opvang aan de randen van de EU er dan precies uit gaat zien? De leden van de CDA-fractie menen dat een tweede Moria moet worden voorkomen. Welke rol gaat de EC spelen bij het bouwen en onderhouden van deze opvangkampen? Wat gaat de European Taskforce op dit punt doen? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de opvang aan de randen van de EU op een humane manier gebeurt?

De leden van de CDA-fractie vragen u een specifieke appreciatie te geven op de voorstellen rondom solidariteit in het EU-migratiepact. Bent u van mening dat de voorstellen, zoals deze nu op tafel liggen, de patstelling omtrent solidariteit kan doorbreken? Juist omdat creatieve oplossingen worden bedacht? Kunt u globaal schetsen hoe de bijdrage aan solidariteit vanuit Nederland er volgens de huidige regering uit zal gaan zien? Bent u voornemens bij te dragen aan relocatie of ziet u meer heil in bijvoorbeeld sponsorschap van terugkeer?

4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het nieuwe migratiepact van de EC. Het huidige migratiebeleid in Europa werkt niet. Het is niet humaan en niet effectief. Het is dan ook goed dat de EC voorstellen presenteert om deze impasse te doorbreken. Grote uitdagingen moeten we namelijk samen in Europa aanpakken. De EC pleit terecht voor snelle procedures, samenwerking met niet-EU landen en gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit tussen lidstaten.

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat het verzet van een kleine groep lidstaten, zoals Polen en Hongarije, heeft geleid tot het afzwakken van de solidariteit en dat er weinig concreets wordt voorgesteld voor legale migratieroutes. Het is daarentegen goed dat de EC zegt pal te staan voor het recht van ieder mens om asiel aan te vragen in Europa. Deze leden hebben een aantal vragen over de nieuwe voorstellen.

Pre-entry screening procedure

De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over het pre-screeningvoorstel van de EC. Deze leden zijn voorstander van een snelle scheiding tussen asielzoekers met een geringe kans en asielzoekers met een reële kans van inwilliging van hun asielaanvraag. Hierbij zijn deze leden echter wel van mening dat in welke procedure of pre-screening een vreemdeling ook terecht komt, universele mensenrechten vastgelegd in internationale verdragen overeind moeten blijven. Kunt u dit bevestigen? Voorts vragen deze leden of het klopt dat als vreemdelingen zich bevinden in de pre-entry screening, zij juridisch nog niet worden beschouwd als aanwezig binnen de Schengenzone, terwijl zei zich feitelijk weldegelijk op Schengenrondgebied bevinden? Indien dit klopt, wat betekent dit voor de rechten van deze vreemdelingen? In hoeverre ontstaat hier een juridisch limbo? Welke aanspraak op grondrechten kunnen deze vreemdelingen concreet maken tijdens deze pre-screeningprocedure, zo vragen de leden van de D66-fractie. Zij zijn van mening dat deze rechten te allen tijde geborgd moeten zijn. De pre-entry screening wordt gepresenteerd als een periode waarin «informatie» wordt verzameld, en daarom is er geen mogelijkheid tot rechterlijke toetsing van de uitkomst van de screening voorzien. Dus de beslissing om naar een terugkeer-, grens- of asielprocedure te worden doorverwezen kan niet worden aangevochten bij een rechter. De leden van de D66-fractie vragen of zij dit zo goed begrijpen en hoe de juridische houdbaarheid hiervan wordt inschat?

Voorts lezen deze leden dat de pre-screeningprocedure vijf dagen duurt, maar dat lidstaten de mogelijkheid krijgen die periode nog eens met vijf dagen te verlengen in uitzonderlijke omstandigheden. In hoeverre kunnen lidstaten deze uitzonderlijke omstandigheden ook aangrijpen als reden wanneer ze hun eigen procedure niet op orde hebben, ongeacht de hoeveelheid aangekomen vreemdelingen? Hoe wordt voorkomen dat te vaak een beroep wordt gedaan op uitzonderlijke omstandigheden? Welke consequenties zijn er voor lidstaten als blijkt dat na uitstel de procedure nog steeds niet is afgerond?

De leden van de D66-fractie vragen hoe de opvang, zowel tijdens de pre-screening, als in de vervolgprocedures eruit gaat zien, ook als blijkt dat vreemdelingen een kleine kans op asiel hebben. Kunt u garanderen dat de opvang voldoet aan internationale verdragen en vreemdelingen basale grondrechten behouden? Deze leden menen dat moet worden voorkomen dat er opvangkampen ontstaan, zoals we deze kennen van de Griekse eilanden. Tot slot op dit punt vragen de voorgenoemde leden toe te lichten hoe de asielprocedure er nu concreet gaat uitzien.

Monitoringsmechanisme

De leden van de D66-fractie lezen dat de EC een voorstel doet voor een monitoringsmechanisme. Kunt u toelichten of deze monitoring alleen ziet op de screeningprocedure, of ook op de bredere situatie aan de grenzen, zoals het voorkomen van push backs? Voorts vragen deze leden te verduidelijken welke rol en verantwoordelijkheid lidstaten hebben bij het oprichten en functioneren van dit mechanisme, en welke rol en verantwoordelijkheid de EC heeft. Welke concrete instrumenten heeft de EC met dit monitoringsmechanisme wanneer blijkt dat er push backs aan de grens van een lidstaat plaatsvinden? Welke rol krijgt het Europese grondrechtenagentschap (FRA) binnen dit monitoringsmechanisme en in hoeverre krijgen zij bepaalde instrumenten om te kunnen ingrijpen of aan de bel te trekken? Deze leden hebben twijfels over de effectiviteit van een dergelijk monitoringsmechanisme als het enkel aan de lidstaten zelf wordt overgelaten, omdat nu ook al blijkt dat lidstaten zich soms niet houden aan de geldende verdragen. Welke stok achter de deur gaat ervoor zorgen dat deze monitoring onafhankelijk tot stand komt en ook daadwerkelijk effectief gaat zijn, zo vragen de leden van de D66-fractie op dit punt.

Herverdelingsmechanisme

De leden van de D66-fractie vragen wat u vindt van het voorgestelde verdelingsmechanisme ten aanzien van reddingen op zee. Deelt u de mening dat Nederland hierin in de toekomst ook haar verantwoordelijkheid moet nemen, aangezien het hier gaat om een structurele oplossing die Nederland graag wenst?1

De leden van de D66-fractie hebben begrip voor de behoefte van de EC om in te kunnen schatten hoeveel «plekken» voor migranten en vluchtelingen er beschikbaar zijn en dat zij daarom hierover prognoses gaan opstellen. Tegelijkertijd kan deze informatie ook nuttig zijn voor mensensmokkelaars, als die precies weten hoeveel «plekken» er beschikbaar zijn. Deze leden vragen hoe u dit ziet en hoe u denkt misbruik hiermee te voorkomen?

De leden van de D66-fractie lezen vervolgens dat de EC wetgeving voorstelt voor een «solidair crisismechanisme» wanneer er sprake is van «uitzonderlijke situaties». Worden er objectieve criteria vastgesteld wanneer er sprake is van een uitzonderlijke situatie? Zou de situatie in het vluchtelingenkamp Moria in dit nieuwe voorstel ook vallen onder een «uitzonderlijke situatie»? Welke garantie kunt u bieden dat dit mechanisme ook daadwerkelijk ingezet gaat worden, in tegenstelling tot eerdere crisismechanismen die nooit zijn geactiveerd?

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat op aandringen van een kleine minderheid van lidstaten een verplichte herverdelingssleutel voor het verdelen van vreemdelingen over de lidstaten niet in de voorstellen is opgenomen. Daarvoor is een terugkeer sponsorschap en het bieden van operationele steun voor in de plaats gekomen. Lidstaten kunnen vervolgens tussen de drie opties kiezen. Deze leden vragen wat uw inzet is om te voorkomen dat weinig tot geen enkele lidstaat hierdoor meer bereid is vreemdelingen over te nemen? Welke stok achter de deur komt er om te voorkomen dat lidstaten helemaal weigeren om iets te doen? Tot slot op dit punt vragen de leden van de D66-fractie in hoeverre een lidstaat maar slechts een beperkt aantal keren dezelfde optie binnen de herverdelingssleutel kan kiezen? Dit om te voorkomen dat het overnemen van vreemdelingen altijd op dezelfde lidstaten aankomt.

Legale migratie

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld in het feit dat er geen concrete (wetgevings-)voorstellen zijn gedaan door de EC op het punt van legale migratie. Deze leden zien legale migratie namelijk als een van de essentiële onderdelen van het totaalpakket om migratie in betere banen te leiden en een alternatief te bieden voor levensgevaarlijke reizen. Deze leden verwijzen hierbij tevens naar de voorstellen die zij al eerder op dit punt hebben gedaan.2 Bent u dit met deze leden eens? Hoe gaat u zich inspannen om te zorgen dat er toch serieuze stappen gezet gaan worden om de mogelijkheden voor legale migratie uit te breiden, zowel op Europees als op Nederlands niveau, een ambitie die eerder tevens is vastgelegd in de integrale migratieagenda van dit kabinet3? De leden van de D66-fractie lezen wel dat de EC legale migratiemogelijkheden wil «stimuleren» en lidstaten wil «aanmoedigen» haar mogelijkheden voor legale migratie te vergroten. Deze leden juichen deze oproep van de EC toe. Bent u van plan gehoor te geven aan deze oproep? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u concreet doen om legale migratiemogelijkheden te bevorderen? Bent u voorts van plan namens Nederland een actieve bijdrage te leveren aan de Talent Partnerships?

De leden van de D66-fractie vragen of u bereid bent de onderhandelingen over de voorstellen die eerder zijn gedaan om legale migratie te faciliteren, namelijk de blauwe kaartrichtlijn en de richtlijn voor studenten en onderzoekers, snel af te ronden? Deze leden zijn van mening dat als u de global war on talent serieus neemt dit noodzakelijke stappen zijn om snel te zetten.

Partnerschappen met derde landen

De leden van de D66-fractie vinden de paragrafen over het aanpakken van de grondoorzaken van zaken zoals armoede en slecht bestuur aan de vage kant. Des te meer omdat dit naar de mening van deze leden essentiële elementen zijn in het verminderen van de noodzaak tot migreren. Uit verschillende onderzoeken blijkt telkens weer dat zogeheten push factoren in herkomstlanden sterker zijn dan pull factoren in Europa. Deelt u de mening en hoe gaat u ervoor zorgen dat hier meer prioriteit aan wordt gegeven?

Visa procedure

De leden van de D66-fractie lezen dat de visa procedure vanaf 2025 volledig digitaal wordt. Deze leden vragen wat dit gaat betekenen voor de huidige procedure waarin mensen nog fysiek een machtiging tot voorlopig verblijf moet aanvragen en ophalen, iets wat onder andere tijdens de COVID-19 crisis tot problemen heeft geleid?

Procedureel

De leden van de D66-fractie vragen hoe u nu aankijkt tegen de een-pakketbenadering? Voorts vragen zij of u van mening bent dat de voorstellen die eerder gedaan zijn in het kader van GEAS gezamenlijk of los van het nieuwe migratiepact behandeld moeten worden. Tot slot vragen deze leden hoe u zich samen met de EC ervoor gaat inspannen dat er snel een akkoord over de plannen wordt bereikt, hoe u zich gaat inzetten dat de voorstellen ook uitvoerbaar zijn en dat ze daadwerkelijk geïmplementeerd zullen worden?

5. Vragen en opmerkingen vanuit de GL-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie zijn voorzichtig optimistisch over het feit dat de EC voorstellen heeft gepubliceerd waarmee de EC hoopt de vastgelopen onderhandelingen over een gemeenschappelijk Europees asielsysteem uit het slop te trekken. Deze leden delen de analyse dat het voorgestelde Migratiepact kansen biedt om fundamentele tekortkomingen in het Europese migratiebeleid aan te pakken. Evenwel maken deze leden zich zorgen over de politieke haalbaarheid en diverse uitvoeringskwesties. Zij stellen daarover graag enkele concrete vragen.

Solidariteitsmechanisme

De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke momenten het solidariteitsmechanisme kan worden geactiveerd. Deze leden lezen over een verschil tussen acute crises en situaties van aanhoudende druk. Zij vragen u dit verschil te duiden. Ook vragen zij inzichtelijk te maken wie beslist wanneer sprake is van een situatie waarin het mechanisme wordt geactiveerd. De voorgenoemde leden vragen of de huidige situatie in Griekenland concreet aanleiding zou geven om het solidariteitsmechanisme te activeren, en zo nee, waarom niet.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat lidstaten bij activering van het mechanisme kunnen kiezen uit het leveren van bijdragen via (1) het herplaatsen van asielzoekers, (2) het sponsoren van terugkeer van asielzoekers of (3) het leveren van operationele assistentie. Deze leden vragen of lidstaten te allen tijde zelfstandig kunnen beslissen over de vorm van de bijdrage, en zo ja, welke consequenties dit zal hebben wanneer (nagenoeg) geen lidstaten opteren voor herplaatsing. Indien lidstaten toch gedwongen kunnen worden om herplaatsing te accepteren, vragen de leden van GroenLinks hoe en door wie hiertoe kan worden besloten.

Grensprocedure

De leden van de GroenLinks-fractie hebben vragen over de voorgenomen invulling van de grensprocedure die de EC voor zich ziet. Deze leden vragen hoe de EC zich voor heeft genomen de voorgestelde grensprocedure operationeel in het leven te roepen aan de grenzen van de EU. Deze leden vragen of asielzoekers gedurende fases van de grensprocedures in gesloten centra worden geplaatst, en zo ja, of ook andere mensenrechten dan verplaatsingsvrijheid zullen worden afgenomen. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of er een vorm van Europees toezicht komt op de uit te voeren grensprocedures en de kwaliteit van opvang tijdens die grensprocedures, en zo ja, door welke instantie(s) dit toezicht zal worden gehouden.

In de voorgestelde wetteksten is te lezen: «During the examination of applications subject to a border procedure, the applicants shall be kept at or in proximity to the external border or transit zones.» De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat precies wordt bedoeld met «in proximity to the external border», betekent dit dat opvanglocaties buiten het Europees grondgebied zullen worden geplaatst? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot het individueel recht van mensen om binnen de EU asiel aan te vragen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of voor de beoordeling of iemand in een grensprocedure moet worden behandeld, alleen het toelatingspercentage van het land van herkomst wordt meegewogen, of dat ook een doorreis door een als veilig aangemerkt derde land hierin een doorslaggevende factor is? Indien dit laatste het geval is, vragen deze leden of dit de facto betekent dat alle asielzoekers die door Turkije zijn gereisd in de grensprocedure moeten.

Ontscheping drenkelingen

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat eindelijk wordt geprobeerd een oplossing te vinden voor het ontschepen van op de Middellandse Zee geredde drenkelingen. Deze leden vragen u nader te duiden hoe de door de EC voorgestelde regeling in de praktijk zal gaan werken. Zullen kuststaten hun havens voor drenkelingen openen en zal er vervolgens automatische relocatie plaatsvinden op basis van tevoren toegezegde plekken door de lidstaten? Bevat het EC-pact ook afspraken over het tegengaan van criminalisering van NGO-schepen die reddingsoperaties uitvoeren?

Kosten

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of u bekend bent met de uitlatingen van het lid Baudet, dat de uitvoering van het EC-pact € 11.000 miljard euro zou kosten.4 Deze leden vragen of deze uitlating enige basis heeft in de realiteit.

Politieke steun

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of u zicht heeft op de mate van politieke steun waarop het voorgestelde EC-pact kan rekenen. Zij vragen een inschatting van de haalbaarheid van de voorstellen.

Deze leden vragen voorts of u voornemens bent zich in te zetten om de politieke steun voor het EC-pact te vergroten. Bent u bereid om samen met andere positief ingestelde lidstaten alternatieve plannen te formuleren om tot een gemeenschappelijke migratieaanpak te komen, indien de politieke steun voor het EC-pact onvoldoende blijkt, en zo nee, waarom niet.

Moria

Als onderdeel van het EC-migratiepact werd een plan gepresenteerd om een taskforce te sturen, die verantwoordelijkheid gaat nemen voor de humanitaire noodsituatie op het Griekse eiland Lesbos. De leden van de GroenLinks-fractie vragen wanneer deze taskforce aan de slag gaat, op welke termijn de taskforce humane opvang op het eiland denkt te realiseren en welke rol UNHCR, EASO en IOM precies krijgen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Moria-taskforce ook de opvangfaciliteiten en procedures op andere overbelaste Griekse eilanden zal gaan aanpakken, en zo ja, op welke termijn.

6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het migratiepact van de EC. Deze leden vinden het over het algemeen een goede zaak dat er op Europees niveau afspraken worden gemaakt over asiel en migratie. Zij delen de mening dat door eerder falen een beschamende situatie aan de Europese grenzen is ontstaan. Meer stroomlijning is van belang. Zo voorkomen we situaties zoals die op de Griekse eilanden. Deelt u de mening dat de erbarmelijke omstandigheden op Lesbos een schandvlek zijn voor Europa en dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is om dat op te lossen?

Grensprocedure

De leden van de SP-fractie kijken in beginsel positief naar het voorstel voor een snelle eerste screening aan de Europese grenzen, zodat mensen snel duidelijkheid krijgen of zij kans maken op asiel of niet. Een eerste screening binnen vijf dagen is ambitieus; zij vragen of mensenrechten en internationale verdragen daarbij te allen tijde in acht worden genomen. De voornoemde leden plaatsen vraagtekens bij de norm van minimaal 20% kans als minimum om door te mogen naar een asielprocedure. Wat is hiervan de onderbouwing? Welke landen voldoen op dit moment aan deze 20%-norm? Voldoet bijvoorbeeld Afghanistan aan deze norm?

Terugkeer

Een effectief asielstelsel vereist een succesvol terugkeerbeleid. Zonder effectief terugkeerbeleid ontstaan er uitgeprocedeerde asielzoekers die zonder verblijfsvergunning van land tot land zwerven. U slaagt er niet of nauwelijks in om uitgeprocedeerde asielzoekers te laten terugkeren. Een Europese aanpak kan doeltreffend zijn, maar mag een landelijke aanpak niet dwarsbomen. Deelt u die mening? Landen die hun eigen mensen niet terugnemen moeten meer onder druk worden gezet. Hoe gaat de EC dat doen? Welke landen krijgen te maken met het visumbeleid? Welke andere maatregelen worden genomen?

Dublin

Het Dublin principe, asielzoekers moeten bij het eerste land van aankomst asiel aanvragen, zorgt voor een scheve verhouding binnen de EU. Landen als Griekenland en Italië krijgen hierdoor te maken met veel meer procedures. Vluchtelingen die onverhoopt doorreizen komen illegaal in andere EU-landen terecht. De leden van de SP-fractie zijn het eens dat dit beginsel op de schop moet. Alleen op deze manier kan er werkelijk een eerlijk Europees asielsysteem komen waarin lidstaten de taken evenredig verdelen.

Delen verantwoordelijkheid

De leden van de SP-fractie begrijpen dat elke lidstaat zeggenschap blijft houden over het aantal op te nemen asielzoekers en/of vluchtelingen. Er komt dus geen verplichte verdeling van vluchtelingen over de lidstaten. Erkent u dat het risico bestaat dat veel landen vervolgens de «makkelijke weg» kiezen, namelijk de optie waarin lidstaten terugkeer «sponsoren» in plaats van het opnemen van vluchtelingen? Hoe wordt voorkomen dat een redelijke verdeling van vluchtelingen over de EU in het geding komt? De aan het woord zijnde leden vinden dat naast een beroep op de verantwoordelijkheid van lidstaten ook een beloning moet komen voor het opnemen van asielzoekers. Op deze manier zijn lidstaten sneller geneigd opvang te bieden in plaats van uitsluitend mee te werken aan terugkeer. Gaat u dit voorstel overnemen?

7. Vragen en opmerkingen vanuit de CU-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorstellen van de EC voor een nieuw zogenoemd migratiepact. Zij hebben daarover nog wel veel vragen, ook over uw appreciatie van de plannen.

Allereerst merken deze leden op dat de EC ten aanzien van het migratiebeleid signaleert dat er een gebrek was aan een integrale aanpak op EU-niveau. Nu wordt er altijd naar een integrale aanpak gestreefd door bestuurders en dit was in 2016 niet anders. Daarom dringt de vraag op wat er meer geïntegreerd is aan de aanpak die nu wordt voorgesteld. Hoe denkt u hierover, zo vragen deze leden. Deelt u de mening dat het gebrekkig functioneren niet zozeer aan het beleid lag als aan het gebrek aan politieke overeenstemming tussen de lidstaten om het beleid uit te voeren?

De EC schrijft ook dat de bestaande instrumenten om terugkeer en samenwerking met derde landen te bewerkstelligen nog niet volledig benut zijn. Hoe komt dit, volgens u, zo vragen deze leden. Deelt u de mening van de EC dat het nu ontbreekt aan een «eerlijk en effectief migratiesysteem»?5

In de voorstellen om de gesignaleerde problemen op te lossen, lezen de leden van de ChristenUniefractie met belangstelling over een monitoring mechanisme waarin wordt voorzien. Deze leden vragen hoe u zich de werking van het monitoring mechanisme voorstelt. Hoe gaat dit georganiseerd worden? Wordt dit een aparte Europese dienst, of wordt dit landelijk geregeld? Wat gaat er allemaal gemonitord worden en op welke manier zou Nederland hiermee te maken krijgen?

Ten aanzien van de naadloze asiel-terugkeer-procedure die wordt voorzien, vragen deze leden of de problemen met terugkeer slechts een kwestie zijn van het beter organiseren van de procedure, of dat daar fundamenteler oorzaken aan ten grondslag liggen. Hoe denkt u hierover?

Het concept «return sponsorship» is een van de belangrijkste nieuwe elementen in het plan. Het wordt deze leden echter nog niet erg duidelijk hoe de lidstaten die hiervoor kiezen dit kunnen invullen. Is dat aan de lidstaten zelf hoe zij de terugkeer voor elkaar krijgen? Maar is juist op dit punt niet een verenigd samen optrekken van de lidstaten nodig om landen van herkomst ertoe te bewegen mensen terug te nemen? Graag zien deze leden uw reactie op deze vragen tegemoet. Kunt u schetsen hoe «return sponsorship» uitgewerkt kan worden?

De grootste vraag die voor de leden van de ChristenUnie nog niet duidelijk is beantwoord, is de vraag of en hoe de EC af kan dwingen in het geval lidstaten op geen van de twee voorgestelde manieren voldoende invulling geven aan hun solidariteit. Er wordt gesproken over een «compulsory system»6 dat geactiveerd wordt in een situatie van migratiedruk. Maar hoe wordt dit dan afgedwongen?

Deze leden vragen wat de «solidarity pool» voor reddingsoperaties op zee precies inhoudt? Is Nederland bereid hieraan mee te doen? Wat kan de EC doen als onvoldoende landen zich aanmelden voor de «solidarity pool» of in het algemeen in de situatie van verhoogde migratiedruk op de landen van eerste opvang?

Kunt u voor deze leden op een rij zetten wat er nu aan de «Dublin»-regels verandert volgens deze voorstellen? Hoe beoordeelt u het voorstel om regels te schrappen die het stoppen of overdragen van de verantwoordelijkheid als gevolg van het gedrag van de migrant zelf mogelijk maken? Wat wordt volgens u bedoeld met een systeem van «take back notifications»?7 Deze leden zien met instemming dat familiebanden belangrijker worden bij het bepalen welk land de verantwoordelijkheid draagt.

Kunt u toelichten wat de maatregel uit het voorstel precies inhoudt die het recht op «material reception conditions» beperkt tot de lidstaat waar de aanvrager vereist wordt te zijn?8 Begrijpen deze leden het goed dat mensen die al een aanvraag in een ander EU-lidstaat hebben ingediend geen opvang krijgen in een ander land als zij doorreizen? Hoe denkt u over dit voorstel?

II. Reactie van de bewindspersonen


X Noot
1

«In het geval dat daadwerkelijk een structurele oplossing wordt ontwikkeld, is het kabinet bereid om solidariteit te tonen en verhoudingsgewijs bij te dragen aan de eventuele overname van migranten». Kamerstuk 32 317, nr. 535

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2375

X Noot
5

Commission Staff Working document, p. 8

X Noot
6

Idem, p. 11

X Noot
7

Idem, p.12

X Noot
8

Idem.

Naar boven