2020D20431 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Verkorte voorhangprocedure wijzigingsbesluit Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de geldigheidsduur van functies in het CBBS (Kamerstuk 29 544, nr. 1008).

De voorzitter van de commissie, Rog

De griffier van de commissie, Esmeijer

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorhangbesluit. Het is een helder voorstel en duidelijk afgebakend met een looptijd tot 1 juli 2021.

Wel vraagt de VVD-fractie wat de Minister verwacht met betrekking tot de omvang van het achterstallig werk en hoe dat opgevangen wordt. In het voorstel wordt ervan uitgegaan dat arbeidsdeskundigen (ADA’s) op korte termijn weer de reguliere werkzaamheden kunnen oppakken. Is er een scenario voor het geval deze periode langer duurt en hoe wordt ingezet om het aantal achterstallige dossiers tot een minimum te beperken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met de enige vraagtekens kennis genomen van de verkorte voorhangprocedure wijzigingsbesluit schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de geldigheidsduur van functies in het CBBS.

De leden van de SP-fractie snappen dat het nodig is om met geldige functies te werken in het CBBS voor de beoordeling van de restverdiencapaciteit inzake de WIA en de Wajong, maar hebben zorgen over het ontwerpbesluit.

Erkent de Minister dat met voorliggende ontwerpbesluit verouderde functies in het CBBS bestand terecht kunnen komen? De leden van de SP-fractie constateren dat er sowieso al veel kritiek was op het hoog theoretische karakter van het door het UWV toegekende werkvermogen. Herkent de Minister dit? Is de Minister bereid te onderzoeken in hoeverre theoretisch toegekend werkvermogen in de praktijk ook werkt? In hoeverre valt theoretisch toegekend werkvermogen samen met de mogelijkheid om die theoretische baan ook daadwerkelijk te vinden in de praktijk? Met voorliggend voorstel dreigt het toekennen van werkvermogen nog theoretischer te worden; immers de banen die er in theorie zouden moeten zijn, zijn gebaseerd op oude informatie. Erkent de Minister dit en hoe wordt hiermee omgegaan? Onderschrijft de Minister dat het door de Coronacrisis voor mensen die een beroep doen op de WIA of Wajong een stuk moeilijker is geworden om een baan te vinden? In hoeverre wordt hier rekening mee gehouden?

De leden van de SP-fractie willen graag geïnformeerd worden over de oplopende achterstanden bij beoordelingen door het UWV inzake Ziektewet, WIA en Wajong. Hoe hoog zijn deze opgelopen? Wat zijn de gevolgen voor de rechthebbenden? In hoeverre worden uitkeringsgerechtigden benadeeld door de achterstanden, door bijvoorbeeld een latere toekenning van de uitkering, een latere betaaldatum of onterecht ontvangen voorschotten die later terugbetaald moeten worden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wijzigingsbesluit Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten en hebben naar aanleiding daarvan enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie vragen de Minister of het verlengen van de functies in het CBBS geen nadelige gevolgen heeft voor mensen die arbeidsongeschikt zijn. Ook vragen de leden de Minister of er niet het risico bestaat dat mensen die arbeidsongeschikt zijn functies krijgen aangeboden die niet meer up to date zijn? Ook vragen de leden wat de reden is dat gekozen is voor een verlenging met een halfjaar naar 36 maanden? Waarom kan deze periode niet korter? Waarom heeft de Minister niet gekozen om de termijn te verlengen tot bijvoorbeeld 30 maanden?

Is de Minister het verder met de leden van de PvdA-fractie eens dat het in deze tijd voor mensen die arbeidsongeschikt nu ook ingewikkeld is om te solliciteren? Is de Minister daarom ook bereid om, voor mensen met een aflopende WGA-uitkering, deze WGA-uitkering te verlengen?

Naar boven