2020D19969 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie Raad voor Concurrentievermogen op 29 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 487).

De voorzitter van de commissie, Renkema

De griffier van de commissie, Nava

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris

4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben hierover nog enkele opmerkingen en vragen.

Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie

De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet invulling geeft aan de uitwerking van ERAvsCorona Actieplan. Kan de Staatssecretaris verder toelichten welke nationale activiteiten Onderzoek en Innovatie (O&I) er momenteel plaatsvinden op het gebied van COVID-19? Heeft de Staatssecretaris concrete veelbelovende voorbeelden? Wat gebeurt er om deze voorbeelden te ondersteunen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er ook in den brede zal worden gesproken over de rol van O&I bij de wijze waarop Europa uit de crisis kan herstellen. Hoe zal deze rol invulling krijgen wat betreft de Staatssecretaris?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de pan-Europese hackaton een succes was. Zitten er nog meer van dit soort initiatieven in de pijplijn?

Toerisme

De leden van de VVD-fractie maken van de gelegenheid gebruik om een aantal vragen te stellen over de reisbranche naar aanleiding van de extra ingelaste informele Raad over toerisme. Deze leden vragen welke compensatieregeling specifiek is voor de reissector gerealiseerd. Weet het kabinet inmiddels om hoeveel annuleringen het gaat en welke schade hierbij specifiek door de sector is geleden? Welke mogelijkheden ziet het kabinet om deze sector (eventueel) te helpen?

De leden van de VVD-fractie weten dat er door de sector gegarandeerde coronavouchers zijn uitgegeven. De EU adviseert lidstaten om actief te overwegen garantieregelingen voor vouchers op te zetten teneinde ervoor te zorgen passagiers of reizigers worden terugbetaald in het geval van insolventie van de uitgever van de voucher. Is bekend voor welk bedrag er corona-vouchers zijn uitgegeven door de reisbranche en is het kabinet van plan de reissector hier bij te helpen, bijvoorbeeld door het afgeven van garanties? Zo ja, hoe?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie

De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie behalve over de voortgang van het ERAvsCorona Actieplan waarschijnlijk ook in den brede zal worden gesproken over de rol van O&I bij de wijze waarop Europa kan herstellen uit de crisis. Welke lijn of voorstellen zijn hier vanuit de Europese Commissie en/of lidstaten te verwachten?

Voorts lezen deze leden dat Nederland onder andere zal uitdragen dat de coördinatie van de inspanningen gericht op COVID-19 van onderzoekers en innovatieve bedrijven moet worden verbeterd. Wat zou specifiek moeten worden verbeterd, wat het kabinet betreft?

De leden van de CDA-fractie lezen over het belang van aandacht voor de consequenties van de coronacrisis voor lopende Horizon 2020-projecten. Zijn er momenteel Nederlandse Horizon 2020-projecten waarvoor de coronacrisis gevolgen heeft? Zo ja, welke?

Nederland vindt dat er lessen getrokken dienen te worden uit de crisis. Deze leden kunnen zich daar zich iets bij voorstellen. Kan het kabinet al «lessen» aanreiken die het heeft geleerd?

In het verslag van de ministeriële videoconferentie over onderzoek en innovatie en het coronavirus d.d. 7 april 2020 lezen de leden van de CDA-fractie dat Nederland op de korte termijn voorstander is van het flexibeler inzetten van structuurfondsen voor acties gerelateerd aan COVID-19 (Kamerstuk 22 112, nr. 2866). In zijn brief d.d. 6 april 2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 2856) over nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de EU-lidstaten schrijft de Minister van Buitenlandse Zaken bij het eerste voorstel CRII+ het volgende: «De gevolgen voor de Nederlandse situatie zijn nog niet duidelijk. Nederland kan, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, waarschijnlijk slechts een bedrag van omstreeks EUR 25 miljoen inzetten onder het CRII. De verwachting is dat dit voorstel dit bedrag niet significant zal verhogen. Het kabinet is in gesprek met de management autoriteiten, decentrale overheden en de Europese Commissie om te bekijken of en hoe Nederland dit bedrag onder het CRII zal benutten, aangezien de lopende programmering in dit laatste jaar al vastligt en momenteel wordt uitgevoerd.» Wat is de uitkomst en/of stand van zaken van deze gesprekken inzake de benutting van de resterende 25 miljoen euro?

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de coronacrisis het belang van bescherming van onze vitale productieprocessen en infrastructuur in Nederland en/of met Europese partnerlanden nog nadrukkelijker onderstreept. Hoe ziet de Staatssecretaris dat? Onderkennen andere lidstaten dit belang ook? In Nederland zijn momenteel de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening en het stel van investeringstoetsing in voorbereiding. Wat is hiervan de status? Wanneer komt bijvoorbeeld de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening, die op 11 oktober 2020 in werking moet treden, naar de Kamer? Zijn of worden ook in Europees verband op korte termijn (nood)maatregelen getroffen om bijvoorbeeld te voorkomen dat derde landen als gevolg van de coronacrisis een groter aandeel in de Europese economie kunnen verwerven?

Informele videoconferentie ruimtevaart

De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van Europese ruimtesystemen voor niet alleen de economie, maar ook als voorwaarde voor autonoom vervoer, digitalisering en een sterke Europese positie in de ruimtevaart, en vinden het goed dat Nederland dit zal uitdragen. Zij vragen of de (context van de) motie-Amhaouch c.s. over scenario’s om de Nederlandse ruimtevaartambities beter vorm te geven (Kamerstuk 24 446, nr. 67) hierbij al kan worden betrokken, waarvan de uitwerking blijkens de brief van 11 maart 2020 (Kamerstuk 24 446, nr. 71) deze zomer wordt verwacht.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van de Raad van Concurrentievermogen van 29 mei 2020. Deze leden hebben hierover nog enkele opmerkingen en vragen.

Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie

De leden van de D66-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie van gedachten gewisseld wordt over de voortgang van het onderzoek en innovatie actieplan. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe te lichten wat de voortgang van Nederland is in de uitvoering van de tien kortetermijnacties. Tevens vragen deze leden of en hoe er aandacht is voor onderzoek en innovatie in mogelijke Europese economische steunpakketten.

Informele videoconferentie ruimtevaart

De leden van de D66-lezen dat Nederland zal uitdragen dat de waarde van ruimtesystemen breed bezien moet worden. Deze leden vragen wat de Nederlandse visie op het belang van ruimtesystemen voor defensie is en of de vertegenwoordiger deze visie ook zal uitdragen.

De leden van de D66-fractie constateren dat ruimtesystemen een belangrijke rol spelen bij het monitoren van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit lijkt verband te houden met het ziekteverloop van corona patiënten. Dus is het van belang dat dit soort zaken kunnen meegenomen voor onderzoek en dat deze data open data blijft. Ziet de Staatssecretaris het belang van open data voor onderzoek naar luchtkwaliteit? Wordt het belang van open data van ruimtesystemen ook door andere lidstaten erkend?

II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris

Naar boven