24 446 Ruimtevaartbeleid

Nr. 67 MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S.

Voorgesteld 1 oktober 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het NSO – dat is het Netherlands Space Office – in zijn advies over de inzet van het ruimtevaartbudget aangeeft dat Nederland weliswaar in de pas loopt met het ESA-budget, maar het budget als geheel beperkter is dan alle beleidsambities;

constaterende dat Nederland ten opzichte van andere, vergelijkbare ESA-lidstaten weinig inschrijft op optionele ESA-programma's;

overwegende dat de ruimtevaart ons land veel brengt, zoals werkgelegenheid via het Europese ruimtevaartcentrum ESTEC, met ruim 2.800 arbeidsplaatsen, een toekomstig innovatief verdienmodel en belangrijke sleutelposities bij de uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat;

overwegende dat het NSO oproept te investeren in de interdepartementale afstemming waarmee ten behoeve van de gezamenlijke departementale ruimtevaartbelangen, overleg en afstemming kan plaatsvinden om de verschillende doelen met ruimtevaart optimaal te kunnen benutten;

overwegende dat het NSO daarnaast oproept om de groei van de commerciële ruimtevaart in Nederland tot speerpunt te maken;

verzoekt de regering, om in het voorjaar van 2020 te komen tot een brede verkenning naar de toegevoegde waarde van ruimtevaarttechnologie binnen de departementen en hun gelieerde sectoren;

verzoekt de regering tevens, om in het voorjaar van 2020 te komen tot scenario's om beter vorm te geven aan de Nederlandse ambities,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Bruins

Van Eijs

Wiersma

Naar boven