2020D14748 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Blz.

   

Inleiding

2

VVD-fractie

3

PVV-fractie

6

CDA-fractie

6

D66-fractie

7

GroenLinks-fractie

9

SP-fractie

13

PvdA-fractie

17

ChristenUnie-fractie

18

50PLUS-fractie

21

SGP-fractie

22

Het lid Van Haga1

24

X Noot
1

De Voorzitter van de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft het lid Van Haga toestemming verleend om, als niet-commissielid, aan dit schriftelijk overleg deel te nemen.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg Circulaire economie. Zij hebben over de geagendeerde stukken nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende beleidsbrieven en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van inbreng schriftelijk overleg Circulaire economie d.d. 16 april 2020. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris behorende bij het schriftelijk overleg Circulaire economie van 16 april 2020. Deze leden willen de Staatssecretaris nog enkele vragen stellen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier vragen en opmerkingen bij.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben naar aanleiding daarvan enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris over onder andere het Plastic Pact en het betrekken van CO2-uitstoot van buitenlands afval in de afvalstoffenbelasting. Zij hebben nog vragen over enkele punten. Daarnaast hebben zij nog enkele vragen over de uitvoering van de motie Dik-Faber c.s. over eenzelfde traject voor blik als voor plastic flesjes (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 39).

De leden van de 50PLUS-fractie willen de Staatssecretaris graag enkele vragen en opmerkingen voorleggen inzake de geagendeerde stukken op het terrein van circulaire economie.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verschillende brieven. Zij hebben nog enkele vragen.

Het lid Van Haga heeft kennisgenomen van de stukken en heeft nog enkele vragen.

VVD-fractie

CO2-berekening van het betrekken van buitenlands afval in de afvalstoffenbelasting en verbranding buitenlands afval afvalstoffenbelasting

De leden van de VVD-fractie lezen over het door de Staatssecretaris geboden inzicht in de berekening voor de maatregel die het kabinet heeft aangekondigd als onderdeel van de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Deze leden vragen of de Staatssecretaris op de hoogte is van een aantal recente rapporten over de importheffing op buitenlands afval van partijen als TNO1, CE Delft2 en Eunomia3. Deze leden menen dat uit deze rapporten een aantal belangrijke inzichten voortkomen. Zo komt uit de rapporten naar voren dat een importheffing op buitenlands afval juist tot méér uitstoot zal leiden, onder andere omdat landen als het Verenigd Koninkrijk (VK) nog niet voldoende capaciteit hebben om hun eigen afval op goede wijze te verwerken. Afval dat het VK niet naar Nederland exporteert zal zeer waarschijnlijk gestort worden, een praktijk waarbij methaan vrijkomt. Dit zal leiden tot meer CO2-uitstoot wereldwijd. Wat uit de rapporten naar voren komt is dat er door deze maatregel weliswaar mogelijk minder uitstoot bewerkstelligd zal worden in Nederland, maar dat het netto een negatief effect zal hebben op Europees en mondiaal niveau, met dus meer uitstoot als gevolg. Deze leden achten het onwaarschijnlijk dat het doel van Urgenda geweest is om het probleem te verschuiven naar andere landen. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij het met hen eens is dat een verschuiving van het probleem geen oplossing biedt. Is de Staatssecretaris tevens op de hoogte van de bijkomende effecten van de importheffing op bijvoorbeeld werkgelegenheid? Is de Staatssecretaris bereid om nog dit jaar samen met de branche alternatieven voor deze importheffing te bezien?

Duurzame transities vooruitgang

De leden van de VVD-fractie lezen dat er geïnvesteerd is in het versneld ontwikkelen en testen van circulair wegmeubilair. Deze leden vragen zich af wat hier nu precies gedaan en bereikt wordt. Is dergelijk wegmeubilair (denk aan geleiderails) niet gemaakt van metaal dat al hergebruikt kan worden? Levert een dergelijk project nu daadwerkelijk CO2-besparing op?

De leden van de VVD-fractie lezen tevens dat er gewerkt wordt aan een toekomstperspectief door Rijkswaterstaat (RWS) in samenwerking met bedrijven. In dat toekomstperspectief verleidt RWS bedrijven tot innoveren door aan te geven dat RWS gebruik zal gaan maken van dergelijke innovaties. Deze leden vragen hoe dit zich verhoudt tot de Aanbestedingswet. Leidt dit niet tot een voorkeurspositie voor bepaalde bedrijven, bijvoorbeeld die bedrijven die actief werken aan het toekomstperspectief in samenwerking met RWS?

Nulmeting en monitoring Plastic Pact

De leden van de VVD-fractie lezen over de totstandkoming van het Plastic Pact en spreken daarover hun complimenten uit. Het is positief te zien dat zo veel partijen bereid zijn mee te werken aan dit plan om het plasticprobleem te reduceren. Deze leden hebben hierover toch een aantal korte vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen over de behoefte aan een nulmeting voor een goede berekening van de behaalde reductie. Uit de brief blijkt dat de ondertekenaars van het pact data aan moeten leveren om de nulmeting te kunnen doen en dat van de 67 partijen die data aan konden leveren slechts 42 procent dit ook daadwerkelijk heeft gedaan. Deze leden ontvangen signalen dat dit te maken heeft met het feit dat het een enorme administratieve rompslomp betreft. Wordt er, wat betreft administratieve lasten, niet te veel gevraagd van deze ondertekenaars? Tegelijkertijd speelt de vraag bij deze leden hoe betrouwbaar een nulmeting is als slechts 42 procent van 67 bedrijven data aanlevert. Daaruit voortkomend vragen deze leden de Staatssecretaris hoe ervoor gezorgd kan worden dat meer bedrijven bereid zijn de relevante data aan te leveren.

De leden van de VVD-fractie maken bij het onderwerp Plastic Pact ook graag gebruik van de gelegenheid om een vraag te stellen over single-use plastics. Deze leden merken op dat op dit moment wegwerplastics voor eenmalig verbruik verboden worden, met in de praktijk vaak het resultaat dat deze vervangen worden door andere soorten single-use materiaal. Het betreft veelal biologisch afbreekbaar plastic. Van veel van deze producten wordt gezegd dat ze composteerbaar zijn. Vanuit de sector bereikt ons echter het geluid dat de afvalstroom van dergelijke producten juist vervuilend werkt in de compostering en daarmee slecht is voor de circulariteit. Deze leden vragen wat nu de winst is van een dergelijk verbod. En hoe voorkomt de Staatssecretaris dat de uitfasering van bepaalde plastic toepassingen leidt tot de (ongewenste) keuze voor andere, meer schadelijke materialen bij de implementatie van het verbod op single-use plastics?

Europees Plastic Pact

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris met succes op Europees niveau het voortouw heeft genomen voor het sluiten van een Europees Plastic Pact. Deze leden hameren er al langer op dat dergelijke zaken het meest efficiënt op Europees niveau aangepakt kunnen worden en juichen deze stap dan ook toe.

Evaluatie verbod gratis plastic draagtassen

De leden van de VVD-fractie lezen dat het verbod op gratis plastic draagtassen positieve resultaten lijkt te hebben. Zo constateren deze leden dat er bijvoorbeeld sprake is van een stevige reductie van het aandeel van plastic tassen in zwerfafval. Gebaseerd op de cijfers lijkt de Nederlandse bevolking ook tevreden met de huidige aanpak. Deze leden vragen de Staatssecretaris of hier wel op gelet wordt dat er geen milieuonvriendelijke alternatieven worden gebruikt, net zoals bij het verbod op single-use plastics het geval lijkt te zijn.

PBL-policy brief en monitoringsrapportage Circulaire Economie

De leden van de VVD-fractie lezen dat nog maar een relatief klein deel van het overheidsbudget voor stimulering innovatie en marktintroductie gaat naar circulaire economieprojecten. Deze leden zijn van mening dat dit anders zou moeten. Er moet op ingezet worden dat een groter deel van dit budget richting bedrijven met circulaire initiatieven gaat. Deze leden vragen de Staatssecretaris waarom nog maar zo’n klein deel van het budget naar dergelijke initiatieven gaat. En hoe is de Staatssecretaris van plan ervoor te zorgen dat een groter deel van het budget daadwerkelijk naar circulaire initiatieven gaat?

De leden van de VVD-fractie lezen dat in veel materialen die wij nu maken in het kader van duurzaamheid grondstoffen zitten die wij niet voor handen hebben. Materialen zijn ook vaak niet makkelijk te hergebruiken (zie het genoemde voorbeeld koper in elektriciteitskabels op ontoegankelijke plekken). Tevens lezen deze leden dat de eventuele toevoeging van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) een probleem kunnen zijn. We weten nu al dat we veel ZZS nog niet gedefinieerd hebben. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat dit in de toekomst mogelijk een aanzienlijk probleem kan zijn voor de productie van veel materialen? Hoe wordt hier rekening mee gehouden?

De leden van de VVD-fractie lezen tot slot over leveringsrisico’s voor maakindustrie, energietransitie en elektronica. Als de levering van dergelijke grondstoffen stokt, is dat een aanzienlijk probleem voor de Nederlandse economie. Deze leden vragen of er, met deze informatie, nu gekeken wordt naar de maakindustrie, de energietransitie die we voor ogen hebben, en naar producten van elders afkomstige materialen waarbij leveringszekerheid in het geding kan komen. In hoeverre wordt een afweging gemaakt tussen doorzetten op circulair en leveringszekerheid? Kunnen dergelijke producten gemaakt worden van makkelijker te verkrijgen materiaal?

De leden van de VVD-fractie hebben nog een aanvullende opmerking. Deze leden zijn van mening dat circulariteit hoger op de ladder mag qua urgentie, omdat juist circulariteit vaak leidt tot een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot. De inzameling van plastics is een goed voorbeeld. Veel van het ingezamelde plastic kan niet direct hergebruikt worden en wordt alsnog verbrand. Er zijn inmiddels initiatieven om van deze plastics hernieuwde brandstof te maken, brandstof die toegevoegd kan worden aan diesel. Als gevolg hiervan wordt diesel een schonere brandstof die bijvoorbeeld ingezet kan worden als transitiebrandstof richting een definitieve fossiele brandstofvrije toestand. Is de Staatssecretaris van mening dat een dergelijke innovatie inderdaad serieus overwogen dient te worden als transitiemodel?

Informatie over diverse onderwerpen en moties en enkele toezeggingen gedaan in het AO Circulaire Economie van 15 oktober 2019

De leden van de VVD-fractie lezen onder andere over de textielketen en de vernietiging van onverkochte voorraad. In de brief Beleidsprogramma Circulair Textiel 2020–20254 wordt gesteld dat de onder andere de branche betrokken dient te worden bij stappen om tot een circulaire economie te komen. Deze leden moedigen ten zeerste aan dat deze partijen, mede om de relatie tussen onverkocht textiel en de coronacrisis, ook betrokken worden bij expertgroepen over onder andere vernietiging onverkochte voorraad, en vragen de Staatssecretaris of dat ook inderdaad het geval is.

De leden van de VVD-fractie hebben al eerder vragen gesteld over matrassen in het kader van de circulaire economie. In het kader van de Uitgebreide Productenverantwoordelijkheid (UPV) wordt nu ook gewerkt aan een additioneel bedrag dat betaald zal moeten worden voor een matras dat ten goede komt aan recycling. Deze regeling zal ook voor het MKB gevolgen hebben. Onder andere met het oog op de huidige coronacrisis is deze regeling niet prioriteit nummer één voor veel MKB’ers. Deze leden zijn van mening dat bij ingrijpende regelingen het MKB wel mee dient te kunnen denken. Deze leden vragen dan ook of de Staatssecretaris rekening houdt met de huidige omstandigheden en of zij bereid is in overleg met de branche te kijken naar een redelijk tijdspad.

PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris op de hoogte is van de problemen bij afvalverwerkingsbedrijven vanwege de coronacrisis en of de Staatssecretaris met de sector in gesprek wil treden om een totaalbeeld te krijgen van de financiële schade.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris het met deze leden eens is dat afvalverwerkingsbedrijven een grote bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en energievoorziening en dat het invoeren van extra belastingen, die deze sector keihard raken, daarom totaal onacceptabel is.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris op de hoogte is dat het invoeren van een importheffing op buitenlands afval niet alleen leidt tot problemen voor de Nederlandse afvalverwerkingsbedrijven, maar ook compleet tekortschiet in de zogenaamde «CO2-besparing», omdat dit afval nu gewoon in het buitenland wordt gedumpt.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris ervan doordrongen is dat haar beleid bijdraagt aan een ondercapaciteit bij de Nederlandse afvalverwerkingsbedrijven waardoor de energievoorziening en Nederlandse banen in gevaar komen.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris kan uitleggen hoe circulair zonnepanelen zijn of dat zij, gezien de problemen bij de recycling, niet het asbest van de toekomst zijn. En kan de Staatssecretaris vertellen of dit ook voor de accu’s van elektrische auto’s geldt? Kan de Staatssecretaris daarnaast uitleggen hoe circulair het is om al de papieren bekers van de ambtenarij niet te recyclen, maar te verbranden? En hoe circulair het is om daar bossen voor te kappen om zo plastic te verbannen?

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vragen met name aandacht voor het probleem van zwerfafval. Hoe voorkomen we zwerfafval en wanneer gaat de al eerder aangekondigde publiekscampagne van start? In hoeverre worden de suggesties AUB (Afval Uit de Berm) of ASO (Afval Stoort Ons) hierbij betrokken? Zwerfafval is een grote bron van ergernis en slecht voor natuur, mens en dier. In hoeverre wordt gekeken naar een stringentere aanpak waarbij de mogelijkheden ten aanzien van meer handhaving en hogere straffen ook worden betrokken?

De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken rondom statiegeld. Wordt de planning voor het invoeren van statiegeld op flesjes in 2021 en blikjes in 2022 gehaald, zo vragen zij. Loopt alles volgens planning, en, als dat niet het geval is, waar komt dat door en is bijsturing nog mogelijk?

De leden van de CDA-fractie vragen of de importheffing op afval ook vervangen zou kunnen worden door een CO2-heffing. Graag vernemen deze leden daar de voor- en nadelen van.

De leden van de CDA-fractie hebben vernomen dat de vraag naar recyclaat vrijwel tot stilstand is gekomen. De Vereniging Afvalbedrijven pleit voor het invoeren van een minimumpercentage aan secundaire grondstoffen in producten die worden verkocht op de Europese markt. Graag vernemen deze leden de visie van de Staatssecretaris daarop.

De leden van de CDA-fractie hebben vernomen dat er sprake is van toenemende vervuiling van gescheiden stromen. Daardoor zullen steeds meer gescheiden afvalstromen worden vervuild met afval dat daar niet thuishoort. Er is een trend van steeds meer restafval tussen textiel, papier, groente-, fruit- en tuinafval (gft) en glas. Deze leden vragen of de Staatssecretaris daar een concreet antwoord op heeft want de «schade» is groot.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) signaleert dat het uitfaseren van bepaalde plastic toepassingen ertoe kan leiden dat gekozen wordt voor vervangende materialen die een grotere milieudruk veroorzaken. Welke maatregelen worden getroffen om dit ongewenste effect te voorkomen?

D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang duurzame transities en launching customerschap. Deze leden vinden het inspirerend om te zien dat er vele mooie circulaire initiatieven zorgvuldig worden getest. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat er nodig is om deze initiatieven op te schalen. Deze leden vragen de Staatssecretaris ook hoe de resultaten van deze initiatieven meegenomen kunnen worden in het aanbestedingstraject van RWS. Voor deze projecten is het van belang om bij het project vroeg contact te hebben tussen de opdrachtgever (de overheid) en bedrijven. Deze leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre de (aanbestedings)regels dit in de weg zitten. De genoemde projecten hebben alleen betrekking op RWS. Deze leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre geleerde lessen uit deze projecten van toepassing zijn op andere sectoren. Ook vragen de voorgenoemde leden de Staatssecretaris in meer algemene zin, hoe zij het percentage van de overheidsbestedingen waarbij circulair een rol speelt echt gaat verhogen, ook buiten de projecten van RWS.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat er voorbeelden zijn van verbetering door het Plastic Pact. Het Plastic Pact is een belangrijk en mooi initiatief. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe we het Plastic Pact verder kunnen uitrollen naar andere plastic producten. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris ook of er lessen te trekken zijn uit de ervaring van het VK met hun Plastic Pact die wij in Nederland kunnen implementeren.

De leden van de D66-fractie delen de teleurstelling van de voortgang commissie (VGC) dat slechts 42 procent van de partijen data heeft aangeleverd voor de nulmeting van het Plastic Pact. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat er nodig is om de partijen te houden aan de afspraak om data aan te leveren. Is er een stok achter de deur als bedrijven de afspraken niet nakomen of een beloning voor bedrijven die dit wel doen? De nul-monitoring is vooral kwantitatief maar tegelijkertijd zien we in het hergebruik van plastic ook steeds meer aandacht voor kwalitatieve aspecten van recycling en hergebruik. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris hoe deze kwalitatieve aspecten worden meegenomen in het Plastic Pact en de monitoring daarvan. Met oog op het EU Plastic Pact vragen de voorgenoemde leden of de monitoring van de pacten in verschillende landen op elkaar afgestemd worden zodat de resultaten en de voortgang tussen landen te vergelijken is.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de policy brief van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De komende tijd wordt het meetsysteem verder uitgewerkt. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris naar de te nemen stappen en de tijdlijn van deze uitwerking. Om te voorkomen dat Nederland zelf het wiel gaat uitvinden, vragen deze leden de Staatssecretaris of er goede voorbeelden zijn van monitoringssystemen uit het buitenland waaruit lessen getrokken kunnen worden.

De leden van de D66-fractie begrijpen de complexiteit van het opzetten van een goed meetsysteem voor circulaire economie. Daarom stellen deze leden voor om te beginnen met het meten van indicatoren die we makkelijk kunnen meten en vanaf daar de meetmethode verder uit te breiden en te verfijnen met andere indicatoren. Dit om te zorgen dat de meetbaarheid geen belemmering gaat zijn in het maken van progressie richting een circulaire economie. Deze leden vragen de Staatssecretaris om de optie om eerst een lichte variant van een meetsysteem op te zetten te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat Nederland koploper is in het gebruik van secundair materiaal zoals blijkt uit de monitoringsrapportage van het PBL. Tegelijkertijd blijkt dat er niet genoeg secundaire grondstoffen zijn om aan de vraag te voldoen. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre er wordt ingezet op de reductie van de vraag naar deze grondstoffen, bijvoorbeeld door materiaal efficiëntie en het vervangen door ander materiaal.

De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of er regels zijn die hoogwaardig gebruik van secundaire materialen tegengaan. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe zij aankijkt tegen een transitiewet circulaire economie (motie van het lid Van Eijs over een transitiewet circulaire economie, Kamerstuk 32 852, nr. 101) waarbij voor specifieke projecten belemmerende regelgeving, binnen de kaders van veiligheid, niet van toepassing kunnen worden verklaard.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het circulaire economie plan van Amsterdam en haar ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn. Deze leden begrijpen dat Amsterdam het Rijk nodig heeft om haar ambities te verwezenlijken, onder andere voor de publiekrechtelijke bevoegdheid om scherpere prestaties af te dwingen voor de bouw en een circulair label voor textiel. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij kennis heeft genomen van deze suggesties van de gemeente Amsterdam en wat de vervolgstappen zijn om Amsterdam te ondersteunen volledig circulair te zijn in 2050.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie op het verbod gratis plastic draagtassen en implementatie van de SUP Richtlijn (Single Use Plastics). Er is een verschuiving van gratis plastic tassen naar gratis kartonnen of stoffen tassen. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat deze verschuiving betekent in termen van milieu en klimaatimpact. Deze leden benadrukken dat toezicht en handhaving van het verbod van gratis plastic draagtassen blijvend aandacht moet krijgen. Deze leden vragen daarom welke acties de Staatssecretaris onderneemt waaruit blijvend toezicht en handhaving blijkt. Dit geldt specifiek voor de gelamineerde tassen. In de praktijk is niet voor iedereen duidelijk dat deze tassen ook verboden zijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris welke actie ondernomen worden om duidelijk te maken dat gelamineerde tassen ook onder het verbod vallen.

De leden van de D66-fractie memoreren dat in het huidige verbod er een uitzondering wordt gemaakt voor dunne plastic tasjes voor versproducten. In het buitenland zijn er soms uitzonderingen voor biodegradeerbare of composteerbare plastic tasjes. Het voordeel van deze composteerbare plastic tasjes is, dat als ze onverhoopt in de natuur belanden, afbreken. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris of het mogelijk is om de huidige uitzondering voor dunne plastic tasjes alleen te laten gelden voor bio-afbreekbare plastic tasjes.

De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris naar de voortgang voor het zetten van een reductiedoelstelling voor blik (motie van het lid Paternotte c.s. over vergelijkbare doelen voor blik als voor kleine plastic flesjes, Kamerstuk 35 300 XII, nr. 33). Het aantal blikjes in het zwerfafval wordt gemonitord, maar door de maatregelen ten gevolge van COVID-19 is het zwerfafval erg afgenomen waardoor de monitoring niet representatief is. Daarom vragen deze leden de Staatssecretaris of in plaats van wachten op de monitoring, nu al actie kan worden ondernomen om het aandeel blik in het zwerfafval te verminderen, bijvoorbeeld door het invoeren van statiegeld op blikjes.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de RWS monitoring plastic flessen en blikjes5. Deze leden zien uit naar de uitkomsten van het overleg eind april. Deze leden vragen de Staatssecretaris of de motie van het lid Paternotte c.s. over vergelijkbare doelen voor blik als voor kleine plastic flesjes (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 33), hier ook besproken wordt.

GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie streven nadrukkelijk naar een circulaire economie waarbij afval niet meer bestaat. Afgedankte producten en verpakkingsmateriaal zijn dan grondstof voor nieuwe producten. Dat vergt inzet op de hele keten van ontwerp, productie, distributie, verkoop, gebruik, inzameling en verwerking. Voor sommige sectoren en producten is dat moeilijk en voor andere makkelijk. Een hele makkelijke met beproefde systemen, lage kosten, hoge recyclepercentages en grote milieuwinst, zou het inzamelen van kleine PET-flessen en blikjes zijn door middel van een statiegeldsysteem. Deze leden zijn ervan overtuigd dat ook de Staatssecretaris dit standpunt deelt. Zij heeft ondanks decennialange weerstand een pad uitgezet dat leidt naar statiegeld. Het is tijd om nu die laatste stap te zetten. Het bedrijfsleven kreeg nog een kans, maar de monitoringsresultaten zijn duidelijk: er zitten alleen maar meer flesjes en blikjes in het zwerfafval. De gisteren gedeelde monitoringsrapportage over het tweede deel van 2019 (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, 2020Z06807) bevestigt wederom dat de vrijblijvende initiatieven van de sector hebben gefaald. Het aandeel flesjes en blikjes in zwerfaval neemt niet af. Zij zien nu al een trend naar meer blikjes. Deze leden hebben daarom de volgende vragen. Trekt de Staatssecretaris ook de logische conclusies uit de monitoring dat er statiegeld gaat komen? Is alles nog op koers voor de afgesproken invoeringsdatum? Worden de systemen voor statiegeld en inzameling zo ingericht dat ze zowel voor plastic flesjes als voor blik in te zetten zijn? Hoe representatief is 2020 voor het zwerfafval, nu mensen door de coronacrisis minder op straat komen, toeristen wegblijven en veel buitenactiviteiten niet doorgaan? Zou het daarom niet beter zijn om al eerder -op basis van de monitoringsgegevens van 2019- de knoop door te hakken over statiegeld op blik? Krijgt de Staatssecretaris ook signalen uit het bedrijfsleven dat er behoefte is aan snel duidelijkheid, zodat de systemen voor statiegeld in een keer goed kunnen worden opgezet? Kunnen we op basis van de trends uit 2019, met een steeds groter aandeel blikjes in het zwerfafval, constateren dat statiegeld ook voor blikjes onafwendbaar is?

De leden van de GroenLinks-fractie wijzer erop dat een circulaire economie ook minder energie zou moeten verbruiken, met onder andere minder transport. Deze leden zien het risico van nog meer gesleep met grondstoffen, goederen, halffabricaten, afval en recyclebare of gerecyclede grondstoffen voor nieuwe productie. Is de export van (schoon) plastic dan nog wel wenselijk? Wat is het tijdpad naar het Europese verbod op export van plastic? Ziet de Staatssecretaris kansen op versnelling? Op welke manier handhaaft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) nu al op het verbod op export van niet recyclebaar, vervuild plastic? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat we zo veel mogelijk zelf, in Europa, moeten verwerken? Hoe voorkomen we dat circulair leidt tot meer transport? Hoe zorgen we dat demontage en recycling zo veel mogelijk in Nederland blijven en Nederland of Europa weer een maakindustrie krijgt? Is dit niet ook een van de lessen uit de coronacrisis? Recycling als onderdeel van grondstoffenzekerheid is alleen van waarde als we die grondstoffen ook weer zelf gebruiken.

De leden van de GroenLinks-fractie zien veel heil in een UPV. Dat is uiteindelijk de sleutel tot het sluiten van de ketens. De Staatssecretaris heeft enkele voorbeelden gevonden in Frankrijk, maar schrijft hier weinig over. Deze leden zijn benieuwd naar die voorbeelden. Zij zouden graag zien dat de Staatssecretaris een plan uitwerkt waarin stuk voor stuk sectoren en productgroepen toewerken naar die UPV. Kunnen de ervaringen met textiel en matrassen worden gebruikt om bijvoorbeeld elke drie maanden met een andere branche of productgroep tot afspraken te komen, totdat voor elke sector een tijdpad met resultaatverplichting is afgesproken?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het DRIFT-rapport. Deze leden zijn benieuwd naar de acties die de Staatssecretaris neemt naar aanleiding van de aanbevelingen. Gaat zij inderdaad de afvalstoffenheffing verhogen en differentiëren en verschillende tarieven voor verpakkingen van primair of secundair materiaal invoeren? Hoe gaan we de kwaliteit van recycling en recyclaat monitoren? De Staatssecretaris schrijft toe te werken naar een verbrandingsverbod van recyclebaar afval in 2030. Kan dit niet sneller? Hoe wordt bepaald of een (afval)stof recyclebaar is? Hoe zit het met stoffen die na verbranding worden gerecycled, zoals metalen? En geldt dit straks ook voor organisch afval?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het DRIFT-rapport sterke kritiek op alle uitzonderingen en ontheffingen. Is dit voor de Staatssecretaris aanleiding om hierin te snijden? De Staatssecretaris schrijft dat het kabinet de visie deelt dat er meer focus moet komen op de voorhoede en het peloton en pas daarna met regels en handhaving de achterhoede moet worden aangepakt. Maar hoe leidt dit tot een gelijk speelveld? Hoe wordt valse concurrentie, voordeel voor de achterblijvers en free-riders voorkomen? Ten slotte viel deze leden de passage over de afvalsector op, waar ook de Staatssecretaris naar verwijst. Als er een kloof is tussen de vele initiatieven voor een circulaire economie en een concurrerende afvalsector die vooral winst wil maken en marktaandeel wil veroveren, dan is dit toch een serieus obstakel? De Staatssecretaris geeft al aan om de vele logistieke bewegingen, die ontstaan door het apart aanbesteden van bedrijfsafvaldiensten, te willen bekijken. Maar is afvalverwerking en het inrichten van een circulaire economie überhaupt wel geschikt voor een concurrerende vrije markt? Is het maatschappelijk belang van deze dienst niet groter? Het amendement van het lid Schonis over een grondslag voor gemeentelijke regels (Kamerstuk 35267, nr. 13) vraagt om gemeenten hierin tegemoet te komen en de Europese regelgeving spreekt van «stedelijk afval» in plaats van huishoudelijk en bedrijfsafval. Ligt het dan niet voor de hand om al het afval van kantoren, winkels, scholen en ander stedelijk afval van huishoudelijke aard via één gemeentelijke aanbesteding te laten ophalen? Dan komen we tot volumes die nascheiding mogelijk maken en kunnen we toe met veel minder vuilniswagens. Deze leden zijn van mening dat een aanbesteding per gemeente voldoende ruimte laat voor de markt om mee te dingen terwijl dat wat echt belangrijk is, schoon en duurzaam, wordt gewaarborgd.

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat één van de vragen die opgeworpen wordt in het DRIFT-rapport is: hoe voorkomen we dat gevaarlijke, niet-geïsoleerde stoffen in het recyclingproces blijven? Ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI) en het RIVM hebben zorgen over ZZS in de circulaire economie. Er moet veel meer transparantie komen over productie, gebruik en recycling. Deze stoffen moeten uit het proces gehaald worden en dat kan alleen als alle betrokkenen weten wat waar in zit. Wil de Staatssecretaris de mogelijkheden van een track en trace-systeem verder onderzoeken? En op welke manier kan de overheid een «positief-lijst» ondersteunen waarbij producenten informatie over alternatieven voor ZZS kunnen vinden?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met het snelle succes van het verbod op gratis plastic tasjes. Het doorbreken van de vanzelfsprekendheid en een kleine financiële incentive blijken genoeg om tot grote gedragsveranderingen te komen. Dat belooft veel goeds voor de invoering van statiegeld op drankverpakkingen, zoals flesjes en blikjes. Deze leden hebben nog wel enkele vragen. Het aandeel plastic tasjes in zwerfafval is minder hard gedaald, dan het aandeel dat wordt verkocht/uitgedeeld. Kan de Staatssecretaris dit verklaren? Zitten bij de aangetroffen tasjes veel van de dunne tasjes die nog wel mogen worden weggegeven? En zo ja, is dat niet een extra reden om het verbod ook uit te breiden naar deze tasjes? Wat zijn praktische alternatieven voor de afhaalsector of de markt? De Staatssecretaris schrijft dat bioplastic of «composteerbare» plastics in Nederland geen uitzonderingspositie krijgen, zoals in bijvoorbeeld Oostenrijk. De afbraak ervan gaat te traag, dus dat is een terecht besluit. Toch is het veel consumenten nog niet duidelijk dat ook bioplastic zo slecht composteerbaar en tevens moeilijk recyclebaar is. Het verstoort zowel het composteringsproces voor gft-afval als het recycleproces voor plastic afval, maar presenteert zich als milieuvriendelijk. Hoe lossen we dit op? Moet er niet een eenduidig logo op komen dat consumenten duidelijk maakt wat ermee te doen? Deze leden vinden het aandeel plastics in compost en tuinaarde sowieso veel te hoog. De veronderstelde composteerbaarheid van sommige plastics maakt dit alleen maar erger. Deze leden zien graag een effectieve aanpak hiervan.

De leden van de GroenLinks-fractie kijken met interesse naar de plannen voor textiel. Zij hebben hier vragen en opmerkingen bij. Wat is het percentage recycling en recyclaat nu? Hoe verschilt dat tussen soorten vezels of producten? Als we in 2050 volledig circulair willen zijn, hoe wordt dit dan gedefinieerd? De Staatssecretaris wil een vrijwillige maar verbindende UPV. Maar waarom geen wettelijke regeling? Immers zonder stok achter de deur laat je het veld wederom open voor free-riders en zadel je de goeden op met kosten en de kwaden met winst. Hoe krijgen we een gelijk speelveld bij vrijwilligheid?

De leden van de GroenLinks-fractie zien dat het Rijk voor de eigen aanbestedingen 25 procent als doel heeft gesteld voor 2025. Maar dat is dan toch geen ambitieuzer doel dan dat voor de hele sector? Hoe gaat hier een stimulans vanuit? En hoe zorgen we ervoor dat het textiel dat gerecycled wordt ook hoogwaardig is en tot nieuwe secundaire grondstoffen voor de textielindustrie leidt? Deze leden zijn groot voorstander van een verbod op vernietiging van onverkochte goederen, waaronder textiel. Deze leden vinden het goed dat Europa hiermee aan de slag gaat. Wat wordt het aandeel van Nederland in dit traject? Hoe kunnen wij vaart zetten achter zo’n verbod? Hoe kunnen wij uitvoering geven aan een dergelijk verbod? Deze leden zouden ook graag concrete stappen zien naar het voorkomen van het ontstaan van micro-plastics door kleding. Hoe kan het gebruik van bepaalde vezels worden voorkomen? Hoe kan door bijvoorbeeld verwerkingstechnieken voorkomen worden dat micro-plastics vrijkomen? En de wasmachinefilters kunnen toch gewoon veel eerder dan 2025 verplicht worden? Waarom niet nu een invoeringsdatum vaststellen en de fase van vrijwilligheid overslaan?

De leden van de GroenLinks-fractie zouden ook graag zien dat PFAS in (werk)kleding wordt teruggedrongen. Het zit nu vaak nog verplicht in aanbestedingen. Hoe pakken we dat aan? En nu steeds meer kleding via webshops wordt verkocht, zouden zij ook een rol kunnen krijgen bij de inzameling van oude kleding. Als een pakje wordt afgeleverd, kan er ook een pakje mee terug, het busje rijdt toch. Dat kan deel worden van de UPV. Kan de Staatssecretaris dit met de sector opnemen?

De leden van de GroenLinks-fractie zouden ten slotte graag zien dat we de markt voor tweedehandskleding vereenvoudigen en stimuleren. Dat is de simpelste manier van hergebruik. Zo zou de verkoop van tweedehandskleding btw-vrij kunnen worden. Er is immers al btw over betaald bij de eerste verkoop. Reparatie van spullen, kleding of anders, zou onder het lage btw-tarief kunnen vallen. We doen dat al bij schoenmakers, maar het zou ook kunnen gelden voor elektronica, witgoed, kleding en tal van andere zaken. Wat zijn hiervoor de mogelijkheden?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben de monitoringsrapportage gelezen en willen graag weten welke extra stappen we gaan zetten om de doelen van 2030 te halen. In de onderzoeken van het monitoringsprogramma wordt onder andere geconcludeerd dat slechts een klein deel van het stimuleringsbudget voor innovatie en marktintroductie gaat naar circulaire projecten. Deze leden zijn wel benieuwd of er een verdeling gemaakt kan worden naar welk deel van de bestedingen goed scoort op duurzaamheid en circulariteit, welk deel neutraal en welk deel feitelijk de verduurzaming van onze economie (mogelijk) in de weg zit. Kan de Staatssecretaris hier inzicht in verschaffen? En als blijkt dat een deel van de innovatiesubsidies sectoren, gedragingen of producten stimuleren die niet bijdragen aan een duurzame en seculaire economie, kunnen we die dan afbouwen of stoppen? Gaan er nog subsidies, kortingen of andere stimulansen naar de fossiele sector; naar extractie industrie, naar producten of productieprocessen die schadelijke stoffen produceren? Is het mogelijk dat we elke aanvraag of toegekende stimuleringsmaatregel met bijvoorbeeld een duurzaamheidsindicator een score geven en dat een aanvraag een minimumscore moet hebben om in aanmerking te komen? Het kan in de ogen van deze leden immers niet zo zijn dat de overheid tegengestelde doelen steunt.

De leden van de GroenLinks-fractie wijzen op een actueel punt dat door de enorm lage olieprijs veel grondstoffen, zoals voor plastics, ook heel goedkoop zijn geworden. Nieuwe grondstoffen zijn daarmee vaak duurder dan gerecyclede grondstoffen en daarmee verdwijnt de markt voor deze duurzamere grondstoffen en stokt het hele proces. Deze leden zijn van mening dat een oplopend percentage bijmengverplichting van hergebruikte materialen en grondstoffen een oplossing kan bieden. Daarmee geven we zekerheid aan de markt en blijven gebruik en hergebruik in balans. Is de Staatssecretaris bereid te verkennen hoe zo’n systeem kan worden opgezet? Zijn er andere manieren denkbaar die met zekerheid leiden tot een hoger aandeel recyclaat bij de productie van nieuwe goederen? En zijn er nu bedrijven in de recyclingsector die tijdelijk steun nodig hebben maar moeilijk misbaar zijn voor de doelen van (midden)lange termijn?

De leden van de GroenLinks-fractie geven aan dat een ander actueel punt is dat de gemeente Amsterdam heeft aangekondigd te stoppen met het gescheiden inzamelen van plastic afval. De belangrijkste reden is dat nog veel plastic in het reguliere afval zit en veel regulier afval bij het plastic. Dat maakt nascheiden van beide stromen noodzakelijk. Dan is het niet zinvol meer om deze stromen gescheiden op te halen. Eenzelfde punt maakt de NS, die eveneens laat weten dat door gebrekkige discipline van consumenten het onmogelijk blijk voldoende zuiver gescheiden afvalstromen te genereren. Ook hier is nascheiden mogelijk beter. Deze leden zijn benieuwd of de Staatssecretaris deze standpunten deelt. Is dit alleen een probleem voor grote steden en stations? Kan met voorlichting of handhaving scheiding worden verbeterd? Zijn er nieuwere technieken voor nascheiding die dit praktischer maken?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen ten slotte of de milieukostenindicator bij aanbestedingen, die nu een CO2-prestatieladder bevat, ook een indicatie kan krijgen voor het gebruik van recyclaat en circulair inkopen. Hoe aanbestedingen sterker kunnen scoren op duurzaamheid is een bredere discussie, maar een prestatie-index op circulair zou kunnen helpen.

SP-fractie

EU Actieplan

De leden van de SP-fractie vragen naar de verdere procedure wat betreft het EU Actieplan uit de Green Deal.

CO2-berekening buitenlands afval en overige brieven afvalstoffenbelasting

De leden van de SP-fractie vragen of er al een daling is waar te nemen in de import van buitenlands afval. Verder vragen deze leden of al het verbrande buitenlandse afval werd ingezet voor verwarming, zo nee om welk percentage gaat het dan wel (ook ten opzichte van de inzet van verbranding afval van Nederlandse bodem)? Op welke termijn kan het daadwerkelijk voor verwarming ingezette deel worden vervangen voor zonne- en of windenergie of geothermie? Naar welke duurzame alternatieven wordt actief gezocht om het te verwachten verlies aan warmte op te vangen?

De leden van de SP-fractie vragen ook naar het kort geding dat de afvalbedrijven hebben aangespannen tegen de staat. Wat is de huidige stand van zaken?

De leden van de SP-fractie hebben verder kennisgenomen van de berichtgeving dat de grote afvalverwerkers zeker de helft van hun CO2-uitstoot niet registreren.6 Deze leden hebben meermaals om de exacte uitstootcijfers gevraagd, omdat het voor het klimaat wel degelijk van belang is wat er «uit de pijp» komt, of dit door Europese boekhoudkundige trucs nu wel of niet wordt meegerekend. Deze leden vinden het onbegrijpelijk en onacceptabel dat door papieren afspraken volstrekt onduidelijk is hoeveel CO2 nu daadwerkelijk via deze installaties de atmosfeer in verdwijnt. Zij vragen nu opnieuw om helderheid over deze cijfers en roepen op de daadwerkelijke CO2-uitstoot te registreren. Alleen wanneer exact bekend is hoeveel CO2 in de atmosfeer wordt uitgestoten kan klimaatbeleid effectief zijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris om een reactie. Deze leden roepen daarnaast op een einde te maken aan de Europese afspraken dat door biomassa veroorzaakte CO2-uitstoot niet meetelt, aangezien het klimaat geen boodschap heeft aan deze papieren schijnconstructie.

Voortgang duurzame transities en launching customerschap

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de negen projecten waarbij RWS door middel van «launching customerschap» duurzame projecten (verder) helpt ontwikkelen. Deze leden vragen hoe binnen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de inkoopkracht verder ingezet wordt en kan worden om duurzamer te produceren. Kan er verder worden ingegaan op een toekomstige schaalvergroting van soortgelijke projecten en kan duurzame inkoop en productie de standaard zijn wat opdrachtgeving en aanbesteding betreft?

Plastic Pact Nederland

De leden van de SP-fractie hebben met verbazing en teleurstelling kennisgenomen van de beantwoording van de door hen gestelde Kamervragen inzake de bouw van een plasticfabriek door Shell7. Alle verantwoordelijkheid bij bedrijven zelf laten is precies waarom plastic nu zo’n enorm groot probleem is geworden en de wereld kampt met de schadelijke gevolgen voor milieu en klimaat. Deze leden hadden meer sturing verwacht van een Staatssecretaris die zich in internationaal verband poogt in te zetten voor een Plastic Pact.

De leden van de SP-fractie zien van verdere vragen af. Deze zijn in zowel bovengenoemde set Kamervragen als in de feitelijke vragenronde op 12 maart 2020 over de Nulmeting en monitoring Plastic Pact NL (Kamerstuk 32 852, nr. 112) al gesteld. Zij maken wel van deze gelegenheid gebruik om te benadrukken waar hun zorgen liggen ten aanzien van het Plastic Pact. Deze leden vinden het een gemiste kans dat er niet veel meer wordt ingezet op de vermindering van plastic. Waarom alleen richten op hergebruik, terwijl het duidelijk is dat we op zoek moeten naar een alternatief voor plastic? Verder geven deze leden aan dat zij niet altijd even veel vertrouwen hebben in de succesvolle werking van dit soort «pacten». Deelt de Staatssecretaris de mening dat veel convenanten en pacten weinig tot geen resultaat laten zien, zoals de afspraken gemaakt met het bedrijfsleven om het aantal kleine plastic flessen terug te dringen in aanloop naar de invoering van het statiegeld? Zij wijzen erop dat bijvoorbeeld wettelijke maatregelen, zoals het verbod op gratis plastic tasjes, wel het beoogde resultaat hebben.

Europees Plastic Pact

De leden van de SP-fractie vragen hoe binnen de EU werk gemaakt wordt van het daadwerkelijk verminderen van plastic en de inzet op alternatieven. Ook hier vinden deze leden het een gemiste kans dat nu niet veel meer op de ontwikkeling van alternatieven wordt ingezet. Deze leden vragen de Staatssecretaris te reageren op de berichtgeving dat slechts vier grote producenten verantwoordelijk zijn voor een half miljoen ton plastic afval per jaar.8 Hoe kan de EU een rol spelen bij het aanspreken van deze bedrijven, of beter, tot wetgeving komen om hier een einde aan te maken? Wat zijn de mogelijkheden om hen tot beter gedrag te dwingen? Deze leden merken op dat het juist deze bedrijven zijn waarmee de EU afspraken probeert te maken met betrekking tot het Plastic Pact. Dat is toch zinloos, wanneer gekeken wordt naar het gedrag dat zij vertonen in ontwikkelingslanden?

De leden van de SP-fractie benadrukken dat convenanten en inzetten op gebruik van gerecycled plastic door frisdrankfabrikanten veel te weinig verschil zal maken. Waarom niet overgaan tot wetgeving die ook dit soort wegwerpplastics verbiedt?

Plastic tasjes

De leden van de SP-fractie zijn verheugd met het feit dat er zoveel minder plastic tasjes in omloop zijn. Deze leden wijzen erop dat deze vermindering pas tot stand kwam als gevolg van regelgeving. Deze leden vragen of wordt nagedacht over eventuele volgende stappen, naast het uitbreiden van producentenverantwoordelijkheid, om ook het resterende deel plastic tasjes uit te bannen. Deze leden merken op dat er dan wel 60 procent minder tasjes in het zwerfafval zijn terug te vinden en 80 procent minder tasjes in omloop zijn, dit betekent dat er ook een aanzienlijk aantal tasjes wel wordt meegegeven dan wel verkocht en alsnog in het milieu belanden. Wordt er bijvoorbeeld nagedacht over een totaalverbod op mee te geven plastic tasjes? Dus ook niet meer tegen een (verwaarloosbaar) kleine vergoeding?

Monitoring plastic flessen en blik in zwerfafval

De leden van de SP-fractie vragen waarom het twee maanden en een extra navraag door de commissie heeft geduurd voordat de monitoringsrapportage van RWS over plastic flessen en blik in zwerfafval naar de Kamer is gestuurd. Ook vragen deze leden waarom het ontbreekt aan een duiding van deze monitoring door de Staatssecretaris. Deelt zij de opvatting van deze leden dat de resultaten laten zien dat de huidige inzet op convenanten niet werkt en er in de toekomst veel eerder besloten moet worden tot wet- en regelgeving die wel werkt? Deze leden vragen de Staatssecretaris hier verder op in te gaan en een reactie op de resultaten te geven. Ook vragen zij wanneer de invoering van statiegeld op zowel plastic flessen als blik bij wet verplicht gaat zijn. Deze leden benadrukken nogmaals dat er nu genoeg tijd is verspeeld en er actie moet worden ondernomen.

PBL-policy brief en Monitoringsrapportage

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de policy brief van het PBL. Zij delen de opvatting dat er gestuurd moet worden op het uiteindelijke doel, de vermindering van milieudruk en druk op schaarse grondstoffen. Op dit moment wordt er geproduceerd en geconsumeerd zonder rekening te houden met het feit dat grondstoffen eindig zijn en productie een te zware druk op milieu en klimaat uitoefent. Dit moet en kan anders, menen deze leden. Zij vragen zich echter af of voldoende op het «gehele plaatje» wordt gestuurd. Deze leden merken op dat het nog steeds ontbreekt aan een totaalvisie. Zo lezen zij in de policy brief dat enerzijds moet worden gestuurd op vermindering van kritische grondstoffen, maar deze anderzijds grootschalig nodig zijn om de energietransitie te realiseren. Hetzelfde merken deze leden op voor de uitdagingen van circulair bouwen. Zij vragen de Staatssecretaris uitgebreider op deze spagaat in te gaan.

De leden van de SP-fractie benadrukken dat er meer gestuurd moet worden op een verantwoord eindproduct. Waarom wordt ook hier niet meer ingezet op alternatieven voor bepaalde vervuilende grondstoffen?

De leden van de SP-fractie merken op dat de Staatssecretaris in haar brief het huidige doel, ondanks de kritiek van het PBL, niet loslaat. Blijft zij bij dit ene hoofddoel, of wordt er overgestapt op een set van meerdere doelen zoals het PBL aanbeveelt? Deze leden vragen de Staatssecretaris hier verder op in te gaan.

De leden van de SP-fractie merken met betrekking tot de monitoring op dat er alleen sprake kan zijn van een effectieve monitoring wanneer concrete doelen zijn gesteld. Juist het stellen van afrekenbare concrete doelen ontbreekt nog te vaak, menen deze leden. Hoe kan en gaat dit verbeterd worden?

De leden van de SP-fractie merken ook op dat er relatief weinig in de ontwikkeling van een circulaire economie wordt geïnvesteerd. Uiteindelijk zijn die investeringen wel nodig, aldus deze leden. Is er een duidelijk beeld waar de markt faalt en de overheid zou kunnen en moeten inspringen, vragen zij. Hoe kan hier een helder beeld van verkregen worden? Deze leden menen dat beleid nu nog te veel blijft hangen in goede bedoelingen, maar nog te weinig concreet wordt. Zij roepen op om, nu er miljarden in de economie en aan ondersteuning aan bedrijven wordt gestoken, deze investeringen gepaard te laten gaan met een duidelijke sturing op en stimulering van een kringloopeconomie. Hoe kan dit worden vormgegeven? Deze crisis biedt ook een kans om kritisch te kijken naar welke bedrijvigheid en aan welke producten wij nu echt behoefte hebben en waar het gezien de doelen voor 2030 en 2050 wellicht een tandje minder kan. Zij vragen de Staatssecretaris hier een reflectie op te geven.

Diverse onderwerpen en toezeggingen

De leden van de SP-fractie vinden het een goede zaak dat er wordt gekeken naar de mogelijkheden om de vernietiging van retourgoederen terug te dringen. Zij zijn benieuwd naar de uitkomsten van de genoemde onderzoeken. Een eventueel Europees verbod op de vernietiging van duurzame goederen achten zij een goede stap. Zij vragen echter wel om een toelichting op de definitie van deze «onverkochte duurzame retourgoederen». Wat valt wel en wat valt niet onder het voorgestelde verbod, vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie vragen wat onder «acceptabele kosten» wordt verstaan, wat betreft het gescheiden inzamelen van afval van scholen. Verder vragen deze leden op welke wijze vertegenwoordigers van scholen bij de overleggen zijn betrokken. Vinden ook zij zelf dat dit een afdoende verbetering is, of ervaren zij nog steeds te veel kosten en/of andere belemmeringen? Ook wat betreft overige instellingen en bedrijven onderstrepen deze leden het belang van een goede gescheiden inzameling. Deze leden wachten de aangekondigde evaluatie en «slimme» oplossingen met belangstelling af.

De leden van de SP-fractie danken de Staatssecretaris voor het gevraagde overzicht van juridische mogelijkheden om de export van plastic tegen te gaan. Zij zijn blij met de uitbreiding van de Europese lijst. Maar deze leden uiten hun zorgen over het feit dat er ondanks dat er veel mogelijk is om deze vervuilende handel tegen te gaan, dit in de praktijk blijkbaar toch niet lukt en op te grote schaal plaatsvindt. Heeft de ILT voldoende capaciteit om echt controlerend op te treden en te handhaven, vragen deze leden. Wordt gemonitord of een verbetering optreedt, vragen zij.

De leden van de SP-fractie lezen dat er onvoldoende financiële prikkels zijn om veel afvalstromen en doelgroepen minder te (laten) storten en verbranden en er te weinig wordt ingezet richting een meer circulaire economie. Deze leden vragen waarom er dan niet gekeken wordt naar strengere normering en verboden. Deze leden vragen de Staatssecretaris verder op deze mogelijkheid in te gaan.

Beleidsprogramma circulair textiel

De leden van de SP delen de zorgen over de grote milieu- en klimaatimpact van de textielsector, alsook de slechte arbeidsomstandigheden in de producerende landen. Kledingstukken zijn nog te veel wegwerpartikelen. Deze leden delen de opvatting dat inzetten op UPV het meest effectief lijkt, maar dan moet deze verantwoordelijkheid wel afdwingbaar zijn via wet- en regelgeving. Deze leden spreken uit weinig vertrouwen te hebben in nieuwe verdragen en convenanten. Bedrijven die winstmaximalisatie nastreven, hebben andere belangen dan zo schoon en duurzaam mogelijk produceren. Sterker, deze twee zijn vaak onverenigbaar. Deze leden lezen echter dat er wordt ingezet op zogenaamde «prikkels», een ineffectief middel menen zij. Deze leden vragen de Staatssecretaris in Europees verband, met het oog op het circulaire onderdeel van de Green Deal, te pleiten voor meer inzet op wet- en regelgeving in plaats van ineffectieve prikkels en convenanten. Zij vragen de Staatssecretaris hierop te reageren.

PvdA-fractie

Statiegeld

De leden van de PvdA-fractie constateren dat, ondanks alle mooie woorden en toezeggingen vanuit het bedrijfsleven, het aantal plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval niet is afgenomen, maar zelfs is toegenomen. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar haar reactie op deze zeer teleurstellende uitkomst. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat afspraken maken met het bedrijfsleven over het reduceren van zwerfafval blijkbaar zeer lastig is en daardoor de overheid moet ingrijpen? Is de Staatssecretaris het eens dat het bedrijfsleven verantwoordelijk is voor het zwerfafval dat zij produceren? Vindt de Staatssecretaris het terecht dat gemeenten, vanwege de hoeveelheid zwerfafval, hoge kosten hebben om het op te ruimen? Is de Staatssecretaris daarom ook van mening dat een hogere bijdrage van het bedrijfsleven voor het afvalfonds daarom logisch is?

De leden van de PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris, nu het zwerfafval van flesjes en blikjes niet af- maar zelfs toeneemt, of zij nu direct aan de slag gaat om ook statiegeld op blikjes te heffen? Verder vragen deze leden de Staatssecretaris wanneer het wetsvoorstel tot invoering van statiegeld naar de Kamer komt. Komt dit wetsvoorstel nog voor het zomerreces naar de Kamer? Ook horen deze leden graag welke mogelijkheden er zijn om de invoering van statiegeld op flesjes en blikjes te versnellen.

ChristenUnie-fractie

De coronacrisis

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de coronacrisis impact heeft op de volledige economie en een lange periode zal volgen van het heropbouwen van de economie. Dit biedt kansen om duurzame voorwaarden in te bouwen bij het vormen van nieuwe productie- en afnameketens. Op dit moment blijken de mondiale productieketens fragiel. Niet alleen stagneert de aanvoer van grondstoffen en producten, maar ook zijn er in Nederland veel producenten die met productieoverschotten blijven zitten. Dit is vooral een probleem wanneer het beperkt houdbare producten betreft, zoals voedsel of bloemen en planten. Deze leden zijn blij met de alternatieve projecten die in allerijl zijn opgestart om zo veel mogelijk vernietiging van producten te voorkomen. Hoe kan de Staatssecretaris deze initiatieven ondersteunen en welke stappen heeft zij zelf ondernomen om onnodige vernietiging van producten te voorkomen?

Betrekken CO2-uitstoot van buitenlands afval in de afvalstoffenbelasting

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met instemming de brief van de Staatssecretaris gelezen over de berekening van het betrekken van de CO2-uitstoot van buitenlands afval in de afvalstoffenbelasting. Deze berekening laat zien dat de maatregel van het kabinet om ook de CO2-uitstoot van de verwerking van buitenlands afval te betrekken in de afvalstoffenheffing belangrijk is. Er wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor de verwerking van afval, er vervalt een vrijstelling voor import van afval om te verbranden en de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot en milieukosten, en er ontstaat daarmee een impuls voor de recycling van afval.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verbaasd dat een gedeelte van de sector de stap naar de rechter heeft gezet. Zij betreuren het dat de gesprekken van de Staatssecretaris met de sector voor deze bedrijven niet tot meer draagvlak hebben geleid. Deze leden willen wel benadrukken dat er ook afvalverwerkers zijn die wel de kansen zien die de stap naar recycling met zich meebrengt en zij zijn blij dat ook deze bedrijven van zich laten horen. Deze leden willen voorts benadrukken dat deze maatregel onderdeel uitmaakt van de uitvoering van een ander rechterlijk vonnis, namelijk de Urgenda-uitspraak. Het invoeren van de maatregel is ook los van CO2-reductie een wenselijke maatregel, aangezien de toewerking naar een circulaire economie en een betere recycling van afvalbeleid doelen zijn die deze heffing op zichzelf al rechtvaardigen. Deze leden lezen dat de Vereniging Afvalbedrijven uitgaat van hogere stookwaardes waardoor het te compenseren energieverlies groter is. Hoe komt de Staatssecretaris tot andere stookwaardes? Hoe kan ervoor gezorgd worden dat een minder efficiënte verbrandingsmethode/installatie of andere brandstof niet gaat zorgen voor een drukmiddel vanuit de sector om deze nieuwe heffing uit te stellen of van de baan te krijgen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Staatssecretaris schrijft dat de bruto CO2-besparing 1 Mton is en de netto CO2-besparing tussen 0,1 en 0,3 Mton, omdat de verbranding van afval energie opwekt die niet direct kan worden vervangen door duurzamere bronnen. Op welke termijn verwacht de Staatssecretaris dat die vervanging wel mogelijk is en dus dat de besparing groter zal zijn? Wat zijn de te verwachten alternatieve brandstoffen die gebruikt gaan worden ter vervanging van de verbranding van afval? Deze leden zijn van mening dat voorkomen moet worden dat dit bijvoorbeeld biomassa is, waar een hoogwaardiger toepassing voor mogelijk is of welke een dubieuze herkomst heeft. Het is ook onwenselijk wanneer de alternatieve brandstof een investering vraagt van de energiecentrale waardoor het financieel onaantrekkelijk wordt om op korte termijn te investeren in verduurzaming. Op welke manier stimuleert de Staatssecretaris een vlotte omslag naar duurzame energiebronnen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming dat de Staatssecretaris extra middelen beschikbaar heeft gesteld om hoogwaardige recycling te stimuleren. Kan de Staatssecretaris inzichtelijk maken wat grofweg de effecten van deze middelen zullen zijn en welke CO2-besparing deze zal opleveren?

Voortgang duurzame transities en launching customerschap

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming over de voortgang duurzame transities en launching customerschap door RWS. Deze leden zijn blij met de ervaring die is opgedaan en de stappen die zijn gezet naar, volgens hen, een nieuwe standaard bij de uitvoering van infrastructuurprojecten. Heeft de Staatssecretaris ook gekeken naar de mogelijkheden tot het beperken van de impact op natuur en ecologie, naast milieu? Zo zijn microplastics van autobanden een steeds groter probleem door zwaardere, elektrische auto’s. Is de Staatssecretaris bereid om te kijken hoe ook op dat gebied stappen kunnen worden gezet door innovaties in de wegenbouw? In hoeverre gaat deze aanpak verder dan het bestaande programma Duurzame Leefomgeving? Deze leden vragen zich tot slot af, gezien de positieve ervaringen en mogelijkheden, wanneer verwacht kan worden dat deze werkwijze niet meer slechts onderdeel uitmaakt van aparte pilots of programma’s maar onderdeel gaat uitmaken van het standaard opdrachtgeverschap van RWS.

Plastic Pact

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming over de stappen die gezet zijn naar aanleiding van het onlangs gesloten Plastic Pact. Het Plastic Pact is een goede stap naar een circulaire toekomst, die samen met het bedrijfsleven wordt gezet. Deze leden zijn verheugd dat de effectieve aanpak van het Plastic Pact wordt doorgetrokken naar Europees niveau, aangezien dit aangesloten bedrijven die wellicht niet alleen voor de Nederlandse maar voor de Europese markt produceren, een stevigere basis geeft om te investeren in duurzaam gebruik van plastic en alternatieven daarvoor. Biedt het Pact de ruimte om ambities op te schalen zodra technologische innovaties op het gebied van recycling van plastic of het gebruik van alternatieve, duurzamere verpakkingsmaterialen beschikbaar komen? Welke Europese richtlijnen of verordeningen liggen in de nabije toekomst die de doelstellingen van het Plastic Pact op Europees niveau verder kunnen ondersteunen?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben signalen gekregen dat de kunststofrecyclingindustrie op dit moment in een moeilijke positie verkeert, omdat de prijs van virgin kunststoffen momenteel nog lager is dan de kostprijs voor het maken van recyclaat. Deze situatie zou de inspanningen van de Plastic Pact teniet kunnen doen. Een gedifferentieerd maar verplicht percentage recyclaat zou zorgen voor een stabiele afzetmarkt die deze producten onafhankelijk maakt van dit soort ongewenste marktbewegingen. Is de Staatssecretaris bereid om naar zo’n verplicht gedifferentieerd recyclaatpercentage te kijken? Ziet de Staatssecretaris ook mogelijkheden voor tijdelijk invoering van kosteloze financieringsmogelijkheden om deze sector, die een onmisbaar onderdeel vormt van een duurzame transitie in het gebruik van plastic, te ondersteunen?

Plastic draagtassen

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat er een positief beeld naar voren komt uit de evaluatie van het verbod op gratis plastic tasjes. Het doel van het verbod op gratis plastic draagtassen is het verminderen van plastic in het zwerfafval, en dat lijkt dichterbij te komen door deze maatregel. Deze leden zouden niet alleen graag de vergelijking in effectiviteit van de verschillende Europese aanpakken zien, ten aanzien van de Europese doelstelling van een maximum van 40 plastic tassen per persoon, maar graag een vergelijking in effectiviteit ten aanzien van het einddoel: het verminderen van plastic in het zwerfafval. Ook zouden zij graag in kaart willen hebben welke alternatieven er worden gebruikt en hoe duurzaam deze zijn. Zo worden soms mengsels van papier en plastic gebruikt in wegwerpverpakkingen welke het einddoel van minder plastic in zwerfafval zeker niet dichterbij brengt. Ook worden veel papieren of licht kartonnen tassen meegegeven die vaak ook niet hergebruikt worden. Deze zullen vanwege hun makkelijkere afbreekbaarheid minder een probleem vormen in zwerfafval, maar wellicht wel ten aanzien van de milieu-impact die het produceren van deze alternatieve tassen met zich meebrengt. Hoe stimuleert de Staatssecretaris het uiteindelijke hergebruiken van duurzamere, stevigere kwaliteit tassen door consumenten? Zo zijn deze leden erg blij met kortingsacties van winkels voor mensen die hun eigen verpakking meenemen, tassen of bijvoorbeeld drinkbekers voor koffie en thee.

Afvalscheiding op stations

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen graag nog de aandacht van de Staatssecretaris voor de stand van zaken op het gebied van afvalscheiding op stations en andere publieke ruimtes. Zij constateren dat dit nog steeds een grote uitdaging blijkt, zeker waar dat het motiveren van mensen tot het juist scheiden van afval betreft. Deze leden vragen wat de meest effectieve manier van afvalscheiding is en welke verhouding tussen bron- en nascheiding hiervoor nodig is. Kan de Staatssecretaris hier een toelichting op geven? Deelt zij de mening van bovengenoemde leden dat bronscheiding van afval in de publieke ruimte op dit moment nog onvoldoende resultaten oplevert die bijdragen aan een circulaire economie, maar dat bronscheiding uiteindelijk wel de stip op de horizon is om hoogwaardige recycling mogelijk te maken? Op welke manier kan de Staatssecretaris stimuleren dat stappen op weg naar die stip op de horizon worden gezet? Is het volgens haar opportuun om in de tussenliggende periode te voorzien in meer en betere capaciteit voor bedrijven voor het nascheiden van afval?

Stand van zaken motie traject statiegeld op blik

De leden van de ChristenUnie-fractie willen informeren naar de stand van zaken voor het instellen van eenzelfde traject voor blik als voor kleine plastic flesjes is gedaan, conform de motie Dik-Faber c.s. over eenzelfde traject voor blik als voor plastic flesjes (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 39). Welke stappen heeft de sector inmiddels gezet om tot de reductiedoelstelling van 70- 90 procent in het zwerfafval en het doel voor 90 procent gescheiden inzameling te komen? Welke stappen heeft de Staatssecretaris gezet voor het treffen van wettelijke maatregelen voor introductie van statiegeld per 2022?

De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen over het monitoringsonderzoek voor het aantal blikjes in het zwerfafval. Vanwege de coronacrisis kan het zijn dat de monitoringsresultaten niet representatief zijn. De kans bestaat dat de monitoring van blikjes de komende tijd lagere resultaten laat zien dan in een normale situatie. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij het ook passend acht – mede op basis van de achterblijvende resultaten van de inspanningen van het bedrijfsleven voor het terugdringen van kleine flesjes in het zwerfafval – om niet langer te wachten en statiegeld op blik in te voeren.

Textielinzameling

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij ervan op de hoogte is dat sorteerbedrijven in binnen- en buitenland sluiten als gevolg van sluitende retail- en exportbeperkingen. Als gevolg daarvan zullen inzamelcontainers moeten sluiten en bestaat het risico dat de hele inzameling van textiel in coronatijd tot stilstand komt. Hetgeen een aanzienlijk risico is voor bedrijven in de keten van textielverwerking en -recycling en uiteindelijk ook voor de circulaire textielketen. Op welke manier gaat de Staatssecretaris de keten van textielinzameling en -recycling door de coronacrisis helpen? Deze leden hebben nog niet inhoudelijk naar het beleidsprogramma circulair textiel kunnen kijken, dat deze week door de Staatssecretaris naar de Kamer is verzonden, maar zij stellen wel vast dat dit programma alleen succesvol kan zijn als dit wordt ondersteund door een goedwerkende keten. Textiel zou moeten worden gezien als een normale afvalstroom waarvoor betaald moet worden voor de verwerking richting circulariteit. Een eerste belangrijke stap is de bereidheid van gemeenten om te stoppen met het vragen van een inzamelvergoeding en het voeren van aanbestedingsprocedures, waarbij de hoogst economische opbrengst bepalend is. Is de Staatssecretaris bereid zich daarvoor in te spannen?

Repareren

De leden van de ChristenUnie-fractie informeren bij de Staatssecretaris naar de uitvoering van het amendement Dik-Faber/Van Eijs over een betere infrastructuur voor reparatie als onderdeel van de circulaire economie (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 10). Deze leden hebben vernomen dat er nog geen uitvoering is gegeven aan dit amendement. Kan de Staatssecretaris toelichten wanneer dit wel het geval zal zijn?

50PLUS-fractie

De leden van de 50PLUS-fractie vinden het fijn dat, blijkens de evaluatie, het verbod op plastic draagtasjes zo’n groot draagvlak heeft. Steeds meer mensen nemen hun eigen tas mee, sommige winkels vervingen de plastic tassen door tassen van papier en veel winkels en webshops verkopen allerlei katoenen of linnen tasjes. Recent is echter duidelijk geworden dat de milieu-impact van papieren of katoenen tasjes groter is dan veel mensen zich realiseren.9 Katoenproductie is immers ook vervuilend en zeker niet circulair. En deze tassen moeten héél vaak worden hergebruikt om dezelfde lage milieubelasting te bereiken. Ook de papieren tasjes zijn niet altijd goed; die hebben vaak minder draagkracht, worden bewerkt, scheuren snel en zijn dus niet zo lang bruikbaar. Is de Staatssecretaris bereid om hier aandacht aan te besteden? Wellicht kan er breder onderzoek naar worden gedaan, en (wanneer de tijd daarvoor rijp is) een campagne om het publiek hierover te informeren, met de boodschap: gebruik je tas zo lang mogelijk! De plastic tas is destijds immers ook gemaakt met het idee om hem te gebruiken totdat hij stuk ging. Niet als wegwerpartikel! Deze leden zien graag een reactie van de Staatssecretaris hierop.

De leden van de 50PLUS-fractie constateren dat uit de evaluatie van het Plastic Pact is gebleken dat slechts 40 procent van de bedrijven die indicatoren konden leveren, dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Dat is behoorlijk weinig. Om dit Pact te laten slagen is een hoge deelname én draagvlak nodig. Dat blijkt niet uit deze cijfers. Teleurstellend, in de woorden van de Staatssecretaris, waarbij zij aangeeft dat er soms praktisch redenen aan ten grondslag lagen. Sommige bedrijven zijn aan het investeren om wel aan de gegevensuitvraag te kunnen voldoen. Maar kennelijk is dat lang niet in alle gevallen de oorzaak. Kan de Staatssecretaris eens nader specificeren welke andere oorzaken hieraan ten grondslag liggen? De stuurgroep onderneemt enkele acties, maar kan de Staatssecretaris tevens aangeven wat zij zelf gaat doen om dit te verbeteren? En kan zij dit ook aangeven in het licht van de volgende opmerking in het RIVM-rapport: «Ook al is de ondertekening van het pact vrijwillig, een goede monitoring kan niet vrijblijvend zijn»? Wat doet de Staatssecretaris met de aanbevelingen van het RIVM? En kan zij de Kamer regelmatig op de hoogte houden van het Europees Plastic Pact, bijvoorbeeld met betrekking tot wie heeft ondertekend en wat de voortgang is?

De leden van de 50PLUS-fractie danken de Staatssecretaris voor het toesturen van de rapportage inzake plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval van RWS. De resultaten zijn niet om over naar huis te schrijven. De aantallen nemen eerder toe dan af. Hoe verklaart de Staatssecretaris dit? Op deze wijze is invoering van statiegeld onvermijdelijk. Is de Staatssecretaris dat met deze leden eens? Is versnelde invoering alsnog denkbaar? En welke acties neemt de Staatssecretaris nog meer om deze resultaten te verbeteren? Deze leden zien graag een reactie van de Staatssecretaris hierop.

De leden van de 50PLUS-fractie wijzen op een artikel in het Parool10 waarin staat dat mensen steeds vaker geprikkeld worden om duurzamere keuzes te maken. Zo neemt het aantal mensen dat zijn eigen koffiebeker meeneemt naar koffiezaken, bijvoorbeeld op treinstations, steeds verder toe. Dat is mooi! Mensen krijgen dan korting op hun koffie. Bij een koffieketen in Engeland keren ze het om: daar is het zo dat mensen extra moeten betalen als zij geen eigen beker mee hebben en dus een wegwerpbeker wordt gebruikt. Dat schijnt psychologisch nog beter te werken. Wat denkt de Staatssecretaris daarvan? En is een uiteindelijk verbod op wegwerpbekers denkbaar? Deze leden zien graag een reactie van de Staatssecretaris hierop.

SGP-fractie

Statiegeld

De leden van de SGP-fractie willen alvast meegeven dat wat betreft de aanpak van zwerfafval zij in de recente resultaten van de monitoring van plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval voldoende aanleiding zien voor invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes en blikjes.

Reactie op verzoek commissie inzake informatie over het overleg met de branche over de afvalstoffenbelasting

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de gevolgen van de afvalstoffenbelasting voor geïmporteerd afval. De Staatssecretaris schrijft dat het kabinet de gesprekken met de sector voortzet over eventuele alternatieve maatregelen in de toekomst. Deze leden horen graag wat de stand van zaken van dit overleg is. Welke alternatieve maatregelen heeft de Staatssecretaris in beeld?

De leden van de SGP-fractie hebben analyses van onder meer TNO gezien over de klimaateffecten van de importheffing voor buitenlands afval. TNO schat het positieve effect van de heffing voor de Nederlandse CO2-emissie lager in dan RWS (0,1 in plaats van 0,2 Mton). De extra CO2-emissie in het buitenland schat TNO in op ongeveer 1 Mton CO2. Dat betekent onder aan de streep op Europees niveau een forse verhoging van de CO2-emissie. Berichten en analyses vanuit het VK, onder meer van adviesbureau Eunomia, bevestigen dat vanwege het niet exporteren van afval meer afval gestort wordt met bijbehorende methaanemissies. Daarbij komt dat het afnemende aanbod van buitenlands afval met daar bovenop de gevolgen van de coronacrisis negatieve gevolgen heeft voor de duurzame energieproductie door afvalcentrales. Heeft de Staatssecretaris kennisgenomen van genoemde analyses? Deelt de Staatssecretaris de constatering van deze leden dat de importheffing onder aan de streep negatief uitpakt voor het klimaat? Is de Staatssecretaris bereid de importheffing per direct in te trekken en werk te maken van een alternatieve maatregel, zoals bijvoorbeeld de CO2-heffing die eerder vanuit de sector is voorgesteld?

Nulmeting en monitoring Plastic Pact NL

De leden van de SGP-fractie vragen graag aandacht voor de composteerbaarheid van biologisch afbreekbare plastics en andere producten. Je ziet steeds meer dat de traditionele wegwerpplastics vervangen worden door biologisch afbreekbare varianten onder het mom van composteerbaarheid. Deze leden hebben begrepen dat veel biologisch afbreekbare plastics en verpakkingsmaterialen juist een vervuilende factor zijn in de stroom van composteerbaar materiaal. Herkent de Staatssecretaris dit signaal? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat niet ingezet wordt op vervanging van wegwerpproducten door andere wegwerpproducten maar op meervoudig gebruik van producten?

De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over het Nederlandse verbod op gratis plastic tasjes en de implementatie van de Europese SUP Richtlijn. Het RIVM wijst in de nulmeting op het risico dat het uitfaseren van bepaalde plastic toepassingen leidt tot vervangende materialen die een grotere milieudruk veroorzaken. Hoe gaat de Staatssecretaris hiermee om? Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat de in de SUP Richtlijn opgenomen plastic producten vervangen worden door producten en materialen die voor een grotere milieudruk kunnen zorgen? Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat vervangende producten en materialen minder goed recyclebaar zijn?

PBL-policy brief en monitoringsrapportage Circulaire Economie

De leden van de SGP-fractie vragen graag aandacht voor het signaal vanuit de afvalsector dat de vraag naar recyclaat sterk is afgenomen, mede vanwege dalende grondstoffenprijzen. Dat is geen stimulans voor recycling. Deze leden horen graag of en hoe de Staatssecretaris het hergebruik van grondstoffen meer wil stimuleren. Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen een Europees minimumpercentage voor secundaire grondstoffen in producten voor de EU-markt en tegen heffingen op het gebruik van ruwe grondstoffen?

Informatie over diverse onderwerpen en moties

De leden van de SGP-fractie lezen dat Frankrijk één van de weinige landen is die diverse extra eigen initiatieven ontplooit met een UPV naast de gebruikelijke door de EU opgelegde UPV-systemen. Kan de Staatssecretaris een schets geven van deze extra eigen initiatieven? Welke acht zij mogelijk interessant voor Nederland?

De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat bij ingeleverd textiel, glas, gft en oud papier ten behoeve van recycling steeds meer restafval aangetroffen wordt en dat recycling hierdoor belemmerd wordt. Herkent de Staatssecretaris deze ontwikkeling? Ziet zij mogelijkheden om deze vervuiling aan te pakken? Hebben gemeenten voldoende prikkels en instrumenten om vervuiling te voorkomen?

Het lid Van Haga

Het lid Van Haga constateert dat de importheffing op afval is aangekondigd als maatregel om de klimaatdoelen in het kader van het Urgenda-vonnis in 2020 te behalen en per 1 januari jl. is ingevoerd. Het kabinet schatte het CO2-effect van de maatregel in op 0,2 Mton besparing. In de zogenaamde Urgenda-brief van 28 juni 2019 (Kamerstuk 32 813, nr. 341) van Minister Wiebes wordt gesteld dat «het kabinet het onwenselijk acht om maatregelen te treffen die gepaard gaan met significante weglekeffecten naar het buitenland». Voorafgaand aan de Urgenda-brief zijn alle Urgenda-maatregelen aan externe adviesbureau CE Delft en onderzoeksinstelling TNO voorgelegd. Volgens toenmalig Minister van Veldhoven werd ook door het onderzoeksbureau CE Delft het effect ingeschat op 0,2 Mton CO2-besparing, rekening houdend met de vervanging van warmte en elektriciteit met fossiele bronnen. De afvalsector kwam met een alternatief plan, waarbij toenmalig Minister van Veldhoven in november en december 2019 aangaf dat de tijd te kort was om vast te stellen of dit een volwaardig alternatief was, maar graag met de sector de gesprekken wilde voortzetten over alternatieve maatregelen voor de toekomst. Kamerlid Ziengs diende op 12 december 2019 een motie in «om het effect van de importheffing op buitenlands afval te monitoren om te bepalen of de doelstelling van een reductie van 0,2 Mton CO2 ook daadwerkelijk wordt gehaald en om de Kamer hierover te informeren» (motie over de importheffing op buitenlands afval, Kamerstuk 32 852, nr. 108), die met algemene stemmen aangenomen werd. Inmiddels is duidelijk dat de maatregel leidt tot (veel) meer uitstoot van broeikasgassen in het buitenland. Vanwege de coronacrisis is er veel minder bedrijfsafval, waardoor afvalenergiecentrales nauwelijks aan grondstof kunnen komen en een aantal op het punt staan (deels te sluiten). Dit zou directe gevolgen hebben voor de onderliggende warmtenetten en een sterk negatief effect op de hoeveelheid duurzame elektriciteit in Nederland hebben. Bovendien is het de vraag wat er met het afval moet gebeuren als na de coronacrisis bedrijven weer opstarten, maar het afval niet meer verwerkt kan worden. Het lid Van Haga heeft daarom een aantal vragen. Is de Staatssecretaris bekend met de recente onderzoeksrapporten van TNO, CE Delft en Eunomia over de effecten van de importheffing op afval op CO2-uitstoot, storten, hernieuwbare energie en recycling? Onderzoeksinstelling TNO constateert in haar berekeningen dat de importheffing op afval leidt tot 1 Mton meer CO2-uitstoot op Europees niveau. Wat is de appreciatie van de Staatssecretaris op deze uitkomst? Is de Staatssecretaris het eens met de constatering dat deze uitkomst in strijd is met de criteria die zijn gesteld in de Urgenda-brief, namelijk dat klimaatmaatregelen niet mogen leiden tot significante CO2-weglekeffecten naar het buitenland?

Het lid Van Haga vraagt verder of de Staatssecretaris bekend is met het Britse artikel «Essex to landfill RDF in wake of Dutch tax» van Lets Recycle11, waarin het graafschap Essex aankondigt vanwege de Nederlandse importheffing 200.000 ton afval niet langer naar Nederland te zullen brengen voor verwerking tot energie, maar dit voortaan te zullen gaan storten. Kan de Staatssecretaris aangeven wat het klimaateffect is (toename van broeikasgassen ten opzichte van de verwerking in Nederland tot duurzame energie) van het storten van het afval? Is de Staatssecretaris het eens dat het milieutechnisch wenselijker is dat dit afval naar Nederland zou blijven komen in plaats van dit in het VK te storten?

Het lid Van Haga vraagt naar de reactie van de Staatssecretaris op de constatering van onderzoeksbureau CE Delft dat de importheffing op afval leidt tot minder metaal recycling, minder hernieuwbare energie, minder werkgelegenheid en daarnaast ook lagere dividenden voor gemeenten die afvalbedrijven bezitten. Is de Staatssecretaris erover geïnformeerd dat de import uit het VK sinds de invoering van de importheffing gehalveerd is en dat de door de importheffing veroorzaakte crisis in de afvalsector sterk verergerd is door de gevolgen van de coronacrisis (onder andere door het wegvallen van aanvoer van bedrijfsafval)? Is de Staatssecretaris bereid de sector te helpen?

Het lid Van Haga geeft aan dat de toenmalig Minister van Veldhoven in november en december toezeggingen heeft gedaan om met de sector een alternatief plan voor de importheffing te bespreken, omdat daar vorig jaar te weinig tijd voor was. Is de Staatssecretaris bereid om de Kamer toe te zeggen dat de importheffing op afval uiterlijk 1 januari a.s. vervangen is door een alternatief plan wat wel tot de gewenste milieueffecten leidt? Kan de Staatssecretaris toezeggen dat de importheffing per direct gestopt kan worden om de negatieve effecten op klimaat en economie zo snel mogelijk stoppen?

II Reactie van de bewindspersoon


X Noot
1

De bijdrage van verbranden van geïmporteerd afval aan de Nederlandse en Europese CO2-emissies, TNO, 6 april 2020, rapportnummer R10567.

X Noot
2

Klimaateffecten importheffing afval, CE Delft, april 2020.

X Noot
3

Impacts of the Netherlands» Waste Import Tax., Eunomia, 24 maart 2020

X Noot
5

Halfjaarlijkse rapportage van RWS betreffende de monitoring van plastic flessen en blikjes in het zwerfafval, (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, 2020Z06807, (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z06807&did=2020D14513.

X Noot
6

Trouw, 2 april 202, «Afvalverwerkers registreren helft CO2-uitstoot niet»

X Noot
7

Antwoord op vragen van de leden Laçin en Beckerman over het bericht dat Shell een enorme plasticfabriek in de VS laat bouwen, 14 april 2020 (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2019–202, 2020D14332).

X Noot
8

NOS, 31 maart 2020, «Vervuiling door verbranding plastic flesjes gelijk aan uitstoot 2 miljoen auto's».

X Noot
9

Radar, 9 maart 2020, «Tas van plastic, papier of katoen: wat is het beste?» https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/gemist/item/tas-van-plastic-papier-of-katoen-wat-is-het-beste/.

X Noot
10

Parool, «Geen tasje, 3 maart 2020, wel een eigen koffiebeker: duurzaam kiezen wordt beloond», https://www.parool.nl/nederland/geen-tasje-wel-een-eigen-koffiebeker-duurzaam-kiezen-wordt-beloond~be84fe90/.

X Noot
11

Letsrecycle.com, 3 december 2019, Essex to landfill RDF in wake of Dutch tax, https://www.letsrecycle.com/news/latest-news/essex-to-landfill-rdf-in-wake-of-dutch-tax.

Naar boven