2020D09563 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 9 maart 2020 enkele nadere vragen en opmerkingen aan de Minister voor Medische Zorg voorgelegd over het Verslag van een schriftelijk overleg over het advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) «De B van Bekwaam. Een toekomstbestendige Wet BIG» (Kamerstuk 29 282, nrs. 382 en 395).

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Krijger

Inhoudsopgave

Blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

     

II.

Reactie van de Minister voor Medische Zorg

3

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden op vragen van de commissie over het advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) «De B van bekwaam. Een toekomstbestendige Wet BIG». Graag willen zij de Minister het volgende voorleggen.

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief van 6 februari 2020 dat de Minister voor Medische Zorg voornemens is om na de zomer van 2020 met informatie te komen omtrent een lange termijnvisie ten behoeve van een toekomstbestendige Wet BIG. Kan de Minister uiteenzetten hoe concreet de lange termijnvisie wordt? Welke onderwerpen komen concreet aan de orde en zijn mogelijk nieuw ten opzichte van de huidige Wet BIG? Wanneer beoogt de Minister de nieuwe Wet BIG in werking te laten treden? Tenslotte vragen genoemde leden wat de geschatte doorlooptijd is van dit hele traject vanaf de zomer.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister op eerder gestelde vragen over het advies «De B van Bekwaam. Een toekomstbestendige Wet BIG» van de RVS. Deze leden maken graag van de gelegenheid gebruik tot het stellen van enkele nadere vragen.

De Minister geeft aan dat er 350 beroepsgroepen zijn en soms wel 250 functies per beroepsgroep.

Genoemde leden vragen of de Minister het met hen eens is dat transparantie belangrijk is voor zowel (toekomstige) zorgverleners, zodat deze er weet van hebben welke opleiding, competenties etc. worden gevraagd en op welk niveau de functie is, als ook voor de patiënt/cliënt zodat deze weet welke kwaliteitsverschillen er zijn. Wat gaat de Minister doen?

De leden van de CDA-fractie lezen dat iedereen zich nu acupuncturist kan noemen. De patiënt kent echter het verschil niet tussen iemand die een opleiding geneeskunde tot arts heeft gedaan of iemand die alleen maar een cursus bij de LOI heeft gevolgd. Hoe gaat de Minister dat aanpakken, zo vragen genoemde leden.

Weliswaar is cosmetisch arts KNMG nu een beschermde titel, maar iedere arts kan zich nog steeds cosmetisch arts noemen. Men is dan wel formeel bevoegd maar niet altijd bekwaam en voor de patiënt is dat niet duidelijk. De leden van de CDA-fractie vragen wat de Minister daaraan gaat doen.

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het voor niet beschermde titels helemaal onduidelijk is wat iemands bekwaamheid is. Bijvoorbeeld bij schoonheidsspecialisten is het onduidelijk of iemand bijvoorbeeld drie maanden bij het LOI een cursus heeft gedaan of een Brancheopleiding schoonheidsspecialist(e). Is de Minister het met genoemde leden eens dat dit onwenselijk is? Deze leden vragen tevens of de Minister het met hen eens is dat een functie met dezelfde opleidingseisen, competenties en kennis en ervaring op dezelfde wijze functie technisch (dus qua punten in FUWA (Functiebeschrijvingen en -waarderingen) gewaardeerd zou moeten worden. Zo nee, waarom niet?

Zorginspirator is een mooi instrument maar gaat natuurlijk pas echt werken met veel bezoekers. Er zijn nu slechts 20–25 profielen en blijkbaar is de financiering tot eind 2020 geregeld. De leden van de CDA-fractie vragen hoe de Minister continuïteit en uitbreiding gaat borgen, met profielen maar bijvoorbeeld ook met testen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister op de vragen die zij en andere fracties hadden gesteld naar aanleiding van het advies van de RVS, getiteld «De B van Bekwaam. Een toekomstbestendige Wet BIG.» Genoemde leden zijn op de hoogte van het feit dat de Minister momenteel bezig is met een verkenning om te komen tot een lange termijnvisie ten behoeve van een toekomstbestendige Wet BIG, waarover hij van plan is de Kamer na de zomer van 2020 te informeren. Deze leden begrijpen dat de Minister gedurende deze verkenning nog niet precies kan zeggen wat – in zijn optiek – de contouren van een toekomstbestendige Wet BIG zouden moeten worden. Na zijn gestrande voorstel tot introductie van de regieverpleegkundige in de wet, achten deze leden het ook van groot belang dat uiterste zorgvuldigheid wordt betracht en alle veldpartijen tijdig en goed worden betrokken bij dit traject. Zodat er deze keer wél breed draagvlak is onder alle professionals. Toch vonden deze leden de beantwoording door de Minister wel erg summier. Hij gaat vooralsnog nagenoeg niet in op het advies van de RVS en de door de RVS geschetste knelpunten, terwijl het veld behoefte heeft aan leiderschap. Zeker nu binnen sommige zorginstellingen wel en binnen sommige instellingen geen verdergaande functiedifferentiatie wordt doorgevoerd, waarbij ook de functie van regieverpleegkundige terugkomt. Kan de Minister de leden van de D66-fractie daarom in ieder geval meer inzage geven in het tijdspad? Welke concrete stappen heeft hij de afgelopen maanden al gezet en welke stappen gaat hij de aankomende periode precies zetten om te komen tot een toekomstbestendige Wet BIG? Kan de Minister daarbij steeds aangeven welke partijen erbij betrokken zijn en hoe? Wat kunnen genoemde leden verder verwachten van zijn voornemen de Kamer na de zomer te informeren? Op welk moment zal de Minister de Kamer informeren en in hoeverre denkt de Minister dan al inzicht te kunnen bieden in een visie op een toekomstbestendige Wet BIG? Wanneer acht hij het haalbaar dat een volledig plan voor een toekomstbestendige Wet BIG gereed is?

Voorts hebben de leden van de D66-fractie nog één specifieke vraag die zij niet afdoende beantwoord vonden, terwijl dat in hun optiek wel reeds mogelijk is. Genoemde leden begrijpen dat de aanzuigende werking van de Wet BIG wordt versterkt door de doorwerking in de financiering van de geleverde zorg, omdat een BIG-registratie doorgaans een betaaltitel oplevert, of geldt als vereiste om bepaalde activiteiten te mogen declareren. Deze leden hadden de Minister daarom concreet gevraagd of hij bereid is om in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars die een BIG-registratie vereisen bij hun inkoopbeleid. De Minister gaf aan deze bevinding mee te willen nemen in de verkenning. Deze leden vragen of de Minister nu echter bereid is het gesprek aan te gaan met de zorgverzekeraars op dit punt. Het is immers nog onzeker wanneer de Minister met concrete plannen voor de Wet BIG denkt te kunnen komen, terwijl dit probleem voor zorgprofessionals nu al zou kunnen worden aangepakt.

II Reactie van de Minister

Naar boven