2019D45778 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan het kabinet over de brief d.d. 13 november 2019 inzake het maatregelenpakket voor de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector en voor de PFAS-problematiek (Kamerstuk 35 334, nr. 1).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Haveman-Schüssel

Nr.

Vraag

1

Wat zijn de onderliggende berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) of andere instanties die ten grondslag liggen aan de voorgestelde drie maatregelen en kunt u deze nog voor het debat van donderdag 14 november 2019 aan de Kamer doen toekomen?

2

Welke maatregelen zijn er naast de drie voorgestelde maatregelen nog meer doorberekend, waarom worden die niet voorgesteld en kunt u deze berekeningen nog voor het debat van donderdag 14 november 2019 aan de Kamer doen toekomen?

3

Op basis van welke grondslagen is gekozen voor de voorgestelde drie maatregelen en zijn andere maatregelen afgevallen?

4

In hoeverre spelen partijpolitieke voorkeuren een rol bij het kiezen van maatregelen om op korte termijn de stikstofdepositie te verminderen en welke voorkeuren zijn dit?

5

Zorgen de voorgestelde maatregelen ervoor dat er nog voor het einde van dit jaar geen banen in de bouw verloren gaan? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet en hoeveel banen staan er op de tocht?

6

In hoeverre zijn de voorgestelde bron- en herstelmaatregelen bewezen effectief in de zin dat daarmee de ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe stikstofdeposities, welke onderzoeken liggen daaraan ten grondslag en wilt u de uitkomsten daarvan aan de Kamer doen toekomen?

7

Heeft u het maatregelenpakket op juridische houdbaarheid laten toetsen, bijvoorbeeld in relatie tot de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de uitkomst van de toets?

8

In welke mate heeft u het vertrouwen respectievelijk de zekerheid dat het maatregelenpakket ertoe leidt dat de vergunningverlening voor woningbouw weer op gang komt en verleende vergunningen stand kunnen houden bij de rechter?

9

Hoeveel tijd is gemoeid met het realiseren van de genoemde reductie van stikstofdepositie en hoe verloopt het tijdpad?

10

Waarom wordt er in de brief geen melding gemaakt van het creëren van ruimte voor de vergunningverlening van duurzame energieprojecten, en hoe en op welke termijn gaan ook deze projecten losgetrokken worden?

11

Kunt u een lijst geven van alle Natura 2000-gebieden in Nederland, gerangschikt op grootte?

12

Waarom wordt in AERIUS Calculator bij verkeersemissies niet verder gerekend dan een afstand van vijf kilometer en bij bouwprojecten wel, terwijl in beide gevallen sprake is van de emissie van stikstofoxiden (NOx)?

13

Wat is de stikstofemissie als gevolg van de Formule 1 op het racecircuit bij Zandvoort?

14

Is overwogen om de stikstofdepositie van het autoverkeer te verlagen door maatregelen ter stimulering van het openbaar vervoer? Zo ja, aan welke maatregelen werd gedacht en waarom zijn die niet voorgesteld? Zo nee, waarom niet en wilt u dit alsnog doen?

15

Hoeveel woningen zijn dit jaar (ten opzichte van de planning) niet gebouwd vanwege de stikstofcrisis?

16

Zorgt binnenstedelijk bouwen (verdichting door bijvoorbeeld meer hoogbouw te bouwen) voor minder stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden dan bouwen aan de randen van bestaande bebouwing en kunt u dit antwoord nader toelichten?

17

Welk deel van de woningbouwimpuls van € 1 miljard voor de komende tien jaar wordt gebruikt voor de maatregelen die in deze brief worden aangekondigd?

18

Hoe is de bevoegdheidsverdeling tussen de Minister voor Milieu en Wonen en de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, die volgens de portefeuilleverdeling verantwoordelijk is voor bouw, precies vormgegeven?

19

Op welke wijze wilt u uitvoering gaan geven aan de motie van het lid Bisschop over het voorkomen dat inzet op sanering ten koste gaat van inzet op emissiereductie door techniek- en managementmaatregelen (Kamerstuk 32 670 nr. 191)?

20

Hoe gaat de prioritering van de toebedeling van de winst van de stikstofmaatregelen eruit zien, hoe voorkomt u dat bijv. lagere overheden depositieruimte weggeven die is bedoeld voor herstel van de natuur of het bouwen van woningen, dijken of infrastructuur?

21

In hoeverre hebben provincies al geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn om piekbelasting op lokaal niveau te verminderen?

22

Wordt de regionale stikstofwinst ook regionaal ingezet?

23

Hoe is de berekening van mol/ha/jr tot stand gekomen?

24

Hoeveel Kton is de verwachte stikstofreductie (wat nu in mol/ha/jaar is weergegeven) op jaarbasis in Nederland?

25

Hoe is het juridisch mogelijk om de «stikstofwinst» van een emissieverlagende maatregel te gebruiken voor een bouwproject, als er in een nabijgelegen natuurgebied door verzadiging geen depositieruimte is?

26

Als slechts 30% van de vrijgekomen stikstofruimte van de warme sanering van de veehouderij wordt gebruikt voor natuur en 70% van de ruimte gebruikt kan worden door andere boeren in de veehouderij, moeten die boeren die die ruimte ontvangen, dan ook die warme sanering van hun buren betalen of subsidieert de overheid dan de verdere intensivering van de veehouderij?

27

Hoeveel stikstof wordt er toegevoegd of gereduceerd per in de brief voorgestelde maatregel en compensatie?

28

Kan het kabinet aangeven of het klopt dat maatregel 1 een verwachte stikstofreductie van 1,2 mol/ha/jr oplevert, maatregel 2 een verwachte stikstofreductie van 3,6 mol/ha/jr in het eerste jaar oplevert en maatregel 3 een (potentiele) reductie van 2,8 mol/ha/jr oplevert?

29

Kan het kabinet aangeven of dit als eerste pakket maatregelen afdoende is om de stikstofproblematiek aan te pakken?

30

Kunt u bevestigen dat Nederland de doelen van het internationale biodiversiteitsverdrag (de Aichi-doelstellingen) niet gaat halen?

31

Kunt u bevestigen dat Nederland een van de doelen van het internationale biodiversiteitsverdrag, namelijk om 17% van het oppervlak aan te wijzen als beschermde natuur, niet haalt en kunt u aangeven hoeveel procent van het landoppervlak momenteel is aangewezen als beschermde natuur?

32

Kunt u bevestigen dat sinds 1994 de gemiddelde kwaliteit van alle typen landnatuur in Nederland achteruit is gegaan?

33

Kunt u bevestigen dat de gemiddelde kwaliteit van alle typen landnatuur de laatste jaren geen herstel laat zien?

34

Kunt u bevestigen dat de natuurkwaliteit op agrarisch land nog altijd achteruitgaat?

35

Wat is de kabinetsreactie op het bericht dat bouwers minimaal € 1 miljard willen claimen vanwege de poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) en stikstofschade?

36

Is of wordt er stikstofruimte gereserveerd voor luchthavens en luchtvaart?

37

Gelden er naast de bijdrage aan het terugbrengen van de stikstofdepositie op korte termijn nog andere criteria op grond waarvan maatregelen worden voorgesteld of afgewezen? Zo ja, welke criteria zijn dat?

38

Kan het kabinet aangeven of het klopt dat er 5,0 mol/ha/jr stikstofreductie wordt gerealiseerd met de 3 maatregelen (rekening houdend met het feit dat 70% van de stikstofreductie van 7,6 mol/ha/jr wordt ingezet om ontwikkelingen mogelijk te maken en de depositieverhoging in Natura 2000-gebieden naar verwachting 0,3 mol/ha/jr is)?

39

Hoeveel projecten kunnen nu al door in de vergunningverlening en hoeveel niet, wat is de aard van de projecten die nu al door kunnen in de vergunningverlening en welke projecten komen nu nog niet in aanmerking voor vergunningverlening?

40

Kan de zin «Het kabinet heeft stappen gezet om de toestemmingverlening in etappes te hervatten. Provincies geven aan dat, ondanks regionale verschillen, al veel projecten door kunnen in de vergunningverlening» nader worden toegelicht en kunt u voorbeelden noemen van projecten die inmiddels weer vergunningen hebben verkregen?

41

Welke partijen hebben er de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?

42

Welke landbouw- en tuinbouworganisaties of landbouwvertegenwoordigers hebben de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?

43

Welke vertegenwoordigers van de bouwsector hebben de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?

44

Welke natuurorganisaties hebben de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?

45

Kunt u bevestigen dat, zolang de latente ruimte in vergunningen van veehouders niet wordt weggenomen, de stikstofuitstoot feitelijk verder kan toenemen ten opzichte van de huidige situatie?

46

Hoeveel biomassacentrales (alle vermogens) worden er volgens de huidige plannen de komende tijd gebouwd en hoeveel nieuwe biomassacentrales verwacht het kabinet de komende jaren daar nog bovenop?

47

Wat is de stikstofuitstoot die zal ontstaan als gevolg van de bouw van de geplande biomassacentrales en wat is de stikstofuitstoot die zal ontstaan als gevolg van de bouw van de verwachtte biomassacentrales?

48

Wat wordt concreet bedoeld met de «korte termijn»?

49

In welke orde van grootte draagt het nu afgekondigde maatregelenpakket bij aan de totale benodigde reductie van stikstofdepositie?

50

Wanneer wordt de snelheidsverlaging op autowegen overdag een feit en tot hoeveel minder stikstofdepositie leidt dit per wanneer?

51

Per wanneer leiden de voermaatregelen tot een lagere ammoniakuitstoot en tot hoeveel minder stikstofdepostie gaat dit leiden?

52

Wanneer gaat de warme sanering voor de varkenshouderij leiden tot minder stikstofdepositie en hoeveel minder zal dit zijn?

53

Wanneer wordt het advies van de Raad van State verwacht en wanneer wordt het wetsvoorstel naar verwachting naar de Kamer gestuurd?

54

Hoeveel woningen kunnen er op welke termijn extra gebouwd worden dankzij de voorgestelde drie maatregelen?

55

Hoeveel woningen kunnen er in Rotterdam, Leiden en Amsterdam gebouwd gaan worden en wanneer precies?

56

Betekent de beperkte ruimte voor aanvullende stikstofdepositie aan de Zuid-Hollandse kust dat er in de die regio minder huizen gebouwd kunnen worden dan waar behoefte aan is? Zo ja, hoeveel minder en hoeveel huizen kunnen er wel gebouwd worden?

57

Hoe kunt u borgen dat de voermaatregel daadwerkelijk wordt toegepast en op welke manier gaat u hier op toezien en handhaven?

58

Wie gaat het stikstofregistratiesysteem beheren en wat is de rol van mede-overheden hierbij?

59

Kunt u precies aangeven wat concreet in de spoedwet Aanpak Stikstof respectievelijk eventuele andere noodwetgeving opgenomen zal worden?

60

Kunt u een indicatie geven van de (orde van grootte van de) kosten die gemaakt zullen moeten worden voor aanpassing van de bebording in verband met de verlaging van de maximumsnelheid?

61

Wie gaat het in de brief genoemde stikstofregistratiesysteem opzetten (rijk, provincie, gemeente)?

62

Wanneer is dit stikstofregistratiesysteem in werking?

63

Gaat de gebiedsgerichte aanpak, waarin rijk, provincies en gemeenten afspraken gaan maken over de resterende depositieruimte, wachten op dit stikstofregistratiesysteem? Zo nee, hoe wordt dan vooralsnog besloten wat de resterende depositieruimte in de provincies cq gemeenten is?

64

Wordt het landelijk registratiesysteem stikstof ook ingezet voor regionale projecten?

65

Klopt het dat de Nederland de staat (de kwaliteit) van de Natura 2000-gebieden niet mag laten verslechteren volgens de Vogel- en Habitatrichtlijnen?

66

Klopt het dat wanneer de kritische depositiewaarde (kdw) voor stikstofverbindingen van een habitattype overschreden worden, de kwaliteit van het Natura 2000-gebied achteruitgaat?

67

Is het correct dat stikstofverbindingen zich ophopen in de bodem, en dat hoe langer een kdw overschreden wordt, hoe verder de kwaliteit van het natuurgebied achteruitgaat?

68

Klopt het dat de Vogel- en Habitatrichtlijnen in feite stellen dat de kdw’s van alle habitattypen onderschreden dienen te worden?

69

In welk percentage van de Nederlandse Natura 2000-gebieden worden de kdw’s overschreden?

70

Voor welk percentage van de Natura 2000-gebieden stelt het kabinet zich ten doel om de kdw’s in de toekomst te gaan onderschrijden?

71

Op welke termijn wil het kabinet het percentage Natura 2000-gebieden waarvoor het zich ten doel stelt de kdw's te onderschrijden, bereiken?

72

Wat is de huidige totale jaarlijkse uitstoot van stikstofverbindingen?

73

Met welk percentage moet die uitstoot verminderen om het bovengenoemde doel te bereiken (m.b.t. het onderschrijden van kdw’s)? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

74

Met welk percentage wil het kabinet dat de veehouderij zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

75

Met welk percentage wil het kabinet dat het wegverkeer zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

76

Met welk percentage wil het kabinet dat de luchtvaart zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

77

Met welk percentage wil het kabinet dat de industrie zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

78

Met welk percentage wil het kabinet dat de scheepvaart zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

79

Met welk percentage wil het kabinet dat de bouw zijn stikstofuitstoot reduceert om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

80

Zijn er andere sectoren waarvan het kabinet stelt dat de stikstofuitstoot moet verminderen?

81

Welke percentage van de Nederlandse stikstofuitstoot zal gereduceerd worden door de snelheidsverlaging naar 100 km/uur overdag? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?

82

Is deze reductie nu al met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen? Zo ja, hoe?

83

Hoeveel stikstofreductie is er nodig voor het bouwen van de geplande 75.000 woningen?

84

Is het, vóór het afgeven van de Wet natuurbescherming (Wnb)-vergunningen voor de woningbouw, noodzakelijk om met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen dat de stikstofuitstoot afneemt?

85

Is het noodzakelijk dat de stikstofuitstoot in hetzelfde gebied afneemt als waar er gebouwd gaat worden?

86

Hoever slaan NOx neer vanaf de uitstootbron?

87

Hoever slaat ammoniak neer vanaf de uitstootbron?

88

Kan het kabinet nu al met zekerheid zeggen dat alle geplande woningen weer gebouwd kunnen worden door deze snelheidsvermindering?

89

Wat gebeurt er in gebieden waar geen weg in de buurt was waar tot nu toe 130 of 120 km/uur gereden mocht worden? Kan de bouw van nieuwe woningen hier dan wel of geen doorgang vinden?

90

Kent u de bevinding uit de memo Inzichten stikstofdepositie op natuur van Wageningen Environmental Research (p. 15) dat de gemiddelde overschrijding van kdw’s 500 mol/ha/jr is?

91

Erkent u dat het onderschrijden van de kdw’s dus betekent dat we de helft van alle Nederlandse emissies moeten reduceren (voetnoot 7 van p. 15 van het memo Inzichten stikstofdepositie op natuur van Wageningen Environmental Research) en om hoeveel mol emissiereductie gaat dat?

92

Neemt u het doel om de Nederlandse stikstofuitstoot met de helft te verminderen over? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

93

Wanneer worden de drie maatregelen ingevoerd en wanneer leiden die tot daling van de stikstofdepositie?

94

Hoe wordt gewaarborgd dat het stikstofregistratiesysteem een veilig systeem is waarmee niet gefraudeerd kan worden?

95

Hoeveel vergunningsaanvragen voor woningbouw worden op dit moment niet gehonoreerd en welk aantal woningen is hiermee gemoeid?

96

Kunnen alle vergunningsaanvragen voor woningbouw nu in beginsel worden gehonoreerd? Zo nee, hoeveel wel, hoeveel woningen zijn hiermee gemoeid en op welke plaatsen kunnen vergunningsaanvragen wel respectievelijk niet worden gehonoreerd?

97

Is er wetenschappelijke en juridische onderbouwing dat het hanteren van een drempelwaarde compliant is? Zo ja, wat is die onderbouwing? Zo nee, waarom wordt het dan toch overwogen?

98

Wanneer is de uitkomst van de voorlichting van de Raad van State bekend en wilt u de uitkomst aan de Kamer doen toekomen?

99

Kan de term «gebiedsgerichte aanpak» die diverse malen als belangrijk onderdeel van de maatregelen wordt genoemd nader worden uitgewerkt?

100

Is de veronderstelling juist dat bij een stikstofdepositie van gemiddeld 0,3 mol/hectare/jaar voor gecumuleerd 75.000 woningbouwprojecten tegen een achtergronddepositie van gemiddeld 1600 mol en een kritische depositiewaarde van ten minste 500 mol geen sprake kan zijn van meetbare effecten in het veld en van significante negatieve gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied?

101

Kan het kabinet inzicht verstrekken in de projecten die zorgen voor de veiligheid van onze (vaag)wegen en de waterveiligheid, die volgens het kabinet moeten worden gegarandeerd en waar via de noodwetgeving ruimte voor wordt gecreëerd?

102

Wat is het effect (in stikstofreductie/ stikstofverhoging) van de projecten waar via de noodwetgeving ruimte voor wordt gecreëerd?

103

Wat is de voorgenomen mate van natuurherstel met de gereserveerde € 250 miljoen?

104

Zou de natuurcompensatie onder het voormalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet hebben plaatsgevonden?

105

Wat zijn de verschillen tussen de noodwetgeving en het toepassen van de ADC-toets? Wat kan met deze noodwetgeving wat met de ADC-toets niet kon?

106

Wanneer is er precies sprake van een «gebiedsgerichte» aanpak en wie bepaalt wanneer er voor een gebied tot een «gebiedsgerichte» aanpak wordt besloten?

107

Hoe wordt gecoördineerd dat de «gebiedsgerichte» aanpak in belendende gebieden niet in strijd met elkaar zijn?

108

Welk deel van het budget voor natuurherstel en -verbetering wordt ingezet voor natuurherstel in bestaande Natura 2000-gebieden en welk deel vormt natuurcompensatie daarbuiten?

109

Biedt de reductie van stikstofdepositie van het maatregelenpakket ruimte om de vergunningsverlening voor infrastructurele projecten weer op gang te brengen? Zo ja, in welke mate en waar wel en waar niet?

110

Tot hoeveel minder stikstofdepositie leidt de voorgestelde snelheidsbeperking, en hoe verhoudt zich dat tot de uitspraak van een wetenschapper in Nieuwsuur dat die snelheidsbeperking tot een verlaging van de stikstofdepositie van 0,2% leidt?

111

Wordt de vermindering van de stikstofdepositie door verlaging van de maximumsnelheid alleen gebruikt om ruimte te scheppen voor de genoemde zeven Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) projecten?

112

Wordt de vermindering van de stikstofdepositie door verlaging van de maximumsnelheid ook gebruikt voor het creëren van ruimte voor woningbouw? Zo ja, om hoeveel woningen gaat het, waar worden die gebouwd en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

113

Wanneer wordt de maatregel met betrekking tot een andere samenstelling van het veevoer effectief in de zin dat dit tot minder stikstofdepositie gaat leiden?

114

Wanneer gaat de warme sanering van de varkenshouderij tot een lagere stikstofdepositie leiden?

115

Welke mate van reductie van stikstofdepositie moet generiek worden bereikt om de instandhoudingsdoelen te bereiken?

116

In hoeverre laten de nationale en Europese regelgeving ruimte voor het schrappen van Natura-2000-gebieden en heeft u hiernaar juridisch onderzoek laten doen? Zo ja, wilt u deze onderzoeken ter beschikking stellen? Zo nee, waarom niet?

117

Op welke wijze wilt u de voorgestelde doelvoorschriften inzake veevoer en -voeding juridisch vormgeven?

118

Hoeveel reductie van stikstof levert de snelheidsverlaging op rijkswegen exact op, gezien de verwarring die is ontstaan door de verschillende getallen die worden genoemd in de brief (1,2 mol/ha/jaar) en in de media (0,5 mol/ha/jaar)?

119

Hoeveel stikstofreductie levert een snelheidsverlaging op de autosnelwegen naar 100 km/uur op tussen 19.00 uur – 24.00 uur?

120

Hoeveel stikstofreductie levert een snelheidsverlaging op de autosnelwegen naar 100 km/uur op tussen 19.00 uur – 6.00 uur?

121

Komt de depositiereductie als gevolg van veevoermaatregelen en de saneringsregeling varkenshouderij voor een groot deel weer beschikbaar als ontwikkelingsruimte voor de landbouw?

122

Is de opmerking «… dat op enig moment kan worden besloten dat de snelheid weer kan worden verhoogd …» door het kabinet te concretiseren? Zo ja, wanneer verwacht het kabinet de snelheid op rijkswegen weer te kunnen verhogen?

123

Welke doelvoorschriften worden hier bedoeld?

124

Is dit veevoer met minder eiwit al direct voorhanden in de markt?

125

Kan dit aangepaste veevoer met minder eiwit direct ingezet worden bij de boeren?

126

Wanneer worden de kosten van de maatregel van een andere samenstelling van het veevoer in beeld gebracht?

127

Op welke maatregelen doelt het kabinet om het voor de boeren aantrekkelijk te maken om met een andere samenstelling van het veevoer aan de slag te gaan?

128

Kan het kabinet exact aangeven hoeveel financiële middelen er nu ingezet gaan worden, dus wat wordt het subsidieplafond, in de subsidieregeling sanering varkenshouderijen?

129

Hoeveel stikstofreductie levert de warme sanering varkenshouderij in potentie op?

130

Kan de warme sanering varkenshouderij nu gelijk ingezet worden?

131

Heeft het kabinet enige inzage in het effect van warme sanering varkenshouderij op de korte termijn?

132

Wat is de technische ontwerpsnelheid van de zeven MIRT-projecten die speciaal stikstofruimte krijgen?

133

Hoeveel extra woningen kunnen er gebouwd worden zonder de extra uitstoot door aanleg en gebruik van de verbrede snelwegen bij Utrecht, Eindhoven en Almere?

134

Hoeveel extra stikstof kan er worden gereduceerd door ook ’s nachts maximaal 100 km/u te rijden?

135

Weet u wat 100 km/u rijden oplevert aan vermeden voertuigverliesuren door vermeden files?

136

Wat zijn de effecten van de 100 km/u maatregel op de emissies van CO2, van fijnstof en geluid en kunt u aangeven wat dit doet voor de klimaatplannen en de volksgezondheid/ voortijdige sterfte?

137

Is er toestemming nodig van de Europese Commissie of de European Food Safety Authority (EFSA) voor de enzymen die moeten worden toegevoegd aan het veevoer?

138

Hoeveel voer moet die enzymen krijgen om het beoogde effect te bereiken en hoeveel boeren moeten hier aan meewerken?

139

Hoe gaat u lessen trekken uit het luchtwasserdebacle, hoe gaat u fraude met enzymenvoer voorkomen en hoeveel extra capaciteit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is er nodig om dit te handhaven?

140

Kunt u bevestigen dat een uitbreiding van het aantal vluchten op Schiphol zal zorgen voor een toename van de stikstofuitstoot ten opzichte van de huidige situatie?

141

Kunt u bevestigen dat een uitbreiding van het aantal vluchten op Lelystad Airport zal zorgen voor een toename van de stikstofuitstoot ten opzichte van de huidige situatie?

142

Wat zou de bijdrage zijn van volledige weidegang voor alle koeien voor de vermindering van de stikstofdepositie?

143

Welke mogelijkheden voor het aanpassen het veevoer worden besproken met de veehouderijsector?

144

Laat het kabinet de afspraken uit het advies van de Commissie Grondgebondenheid leidend zijn in de sturing op de samenstelling van het rantsoen?

145

Wat wordt de status van de doelvoorschriften voor de voermaatregelen, op welke wijze wordt hierop gestuurd en zijn deze afdwingbaar?

146

Welke projecten van wegaanleg of wegverbreding moeten met dit besluit weer op gang komen? Klopt het dat niet opnieuw onderzocht is of wegaanleg of -verbreding wel noodzakelijk is bij de nieuwe snelheid van 100km/u?

147

Is het kabinet bereid om voor ieder infrastructureel project te onderzoeken of het project nog noodzakelijk is gegeven de nieuwe, verlaagde, snelheid?

148

Kan het kabinet aangeven waarom de verbreding van de A27 bij Utrecht nu wel doorgang zou kunnen vinden, aangezien de maximale snelheid daar niet verlaagd is (deze was al 100km/u)?

149

Voor hoeveel van de voorgenomen wegverbredingen geldt dat de snelheid al laag was en dat er dus in dat gebied geen stikstofreductie gerealiseerd wordt?

150

Welke infrastructuurprojecten, die vanwege de stikstofproblematiek stil waren te komen liggen, is het kabinet voornemens nu weer door te zetten en waarom is voor deze projecten gekozen?

151

Zijn de zeven genoemde MIRT-projecten een project van nationaal belang voor een ADC-toets en is het kabinet voornemens om ook andere projecten middels een ADC-toets te vergunnen? Zo ja welke?

152

Is er een overzicht van benodigde reductie van stikstofdepositie per Natura-2000-gebied? Zo ja, wilt u dat overzicht verstrekken? Zo nee, waarom is er niet zo’n overzicht?

153

Hoeveel stikstofruimte is er voor deze zeven MIRT-projecten nodig, voor zowel de bouw- als de gebruiksfase als er zou worden gekozen voor een ontwerpsnelheid van 100 of 80 km/u?

154

Wat betekent het toevoegen van experimentele stoffen aan het veevoer voor de gezondheid van consumenten of voor de export van vlees en zuivel?

155

Wat kost de veevoermaatregel, wie gaat dit betalen en gaat dit af van de eerdere € 500 miljoen voor stikstofmaatregelen?

156

Welke natuurgebieden zijn door hun omvang en ligging structureel zwak?

157

Is er overleg geweest met de provincies over het wijzigen van de beschermde status van Natura 2000-gebieden?

158

Typeert u de € 250 miljoen voor natuurherstel- en verbetering als investering of als compensatie?

159

Op welke manier komt de veiligheid van rijkswegen in gevaar door de stikstofproblematiek?

160

Wordt bij het kritisch bezien van de aanwijzingsbesluiten ook gekeken naar een betere prioriteitstelling, zoals is verwoord in de motie van het lid Bisschop (Kamerstuk 32 670, nr. 188)?

161

Wat wordt bedoeld met «instandhoudingsdoelen die niet voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn»?

162

Welke Natura 2000-gebieden zijn aan de orde om bekeken te worden of de beschermde status moet worden aangepast?

163

Heeft het kabinet een overzicht van welke aanwijzingsbesluiten van Natura 2000-gebieden kritisch bezien worden en welke natuurgebieden worden samengevoegd of heringedeeld? Zo nee wanneer heeft het kabinet dat inzichtelijk?

164

Hoeveel ruimte voor stikstofdepositie komt er vrij door Natura 2000-gebieden samen te voegen of her in te delen?

165

Wanneer heeft het kabinet de maatregelen die onder het kopje «perspectief landbouw» worden genoemd klaar en wanneer denkt het kabinet dat deze maatregelen geïmplementeerd kunnen worden?

166

Hoeveel financiële ondersteuning gaat het kabinet bieden voor de «bijbehorende investeringen»?

167

Kunt u bevestigen dat, zolang de latente ruimte in afgegeven Wnb-vergunningen niet wordt weggenomen, de stikstofuitstoot feitelijk verder kan toenemen ten opzichte van de huidige situatie?

168

Hoeveel stikstofreductie verwacht het kabinet dat de emmissiearme landbouw oplevert?

169

Kunt u bevestigen dat, blijkens de studie «Inventarisatie onbenutte emissieruimte in vergunningen van veehouderijen rondom de Peelvenen» van Pouderoyen Compagnons en Wageningen University & Research, de gemiddelde latente «stikstofruimte» in natuurbeschermingsvergunningen voor veehouderijen 25–30% is?

170

Erkent u dat de onduidelijkheid over het salderen met latente ruimte in vergunningen ertoe leidt dat sommige ondernemers nu zorgen voor een toename van stikstofuitstoot om daar op een later moment mee te kunnen salderen, zoals nu in Flevoland lege stallen zijn gevuld met eenden om zo niet-gebruikte capaciteit snel te veranderen in feitelijk gerealiseerde capaciteit? Zo nee, kunt u dit toelichten?

171

Erkent u dat het hanteren van bijvoorbeeld 4 oktober als peildatum bij het vaststellen van niet-gebruikte capaciteit en feitelijk gerealiseerde capaciteit binnen afgegeven vergunningen, de enige mogelijkheid is om te voorkomen dat er een perverse prikkel ontstaat om op dit moment nog snel extra feitelijke capaciteit te realiseren (lege plekken in stallen op te vullen bijvoorbeeld), waardoor de uitstoot van stikstof nog verder toeneemt? Zo nee, kunt u dit toelichten?

172

Hoe verhoudt de zin «Deze worden opgeschoond, met als doel instandhoudingsdoelen die niet voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, waaronder habitattypen die na aanwijzing nog zijn toegevoegd, waar mogelijk te schrappen» zich tot de verplichting uit de Vogel- en Habitatrichtlijn dat een habitattype dat aanwezig is in een Natura 2000-gebied toch beschermd moet worden en in welke situaties is schrappen dan mogelijk?

173

Welke gevolgen heeft het voornemen voor het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden op de omvang van de opgave om voor soorten aanwezig in dat gebied een gunstige staat van instandhouding te realiseren en betekent dit dat de herstel- of uitbreidingsopgave in andere gebieden groter wordt?

174

Kent u het bericht «De zogenaamd schone stal is net zo vervuilend als de traditionele stal» (Trouw, 6 november 2019) en het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waar dit artikel op is gebaseerd?

175

Erkent u de conclusie van het CBS-onderzoek dat er minder stikstof in monsters van mesttransporten wordt gevonden dan verwacht op basis van modellen, en dat dit betekent dat er meer stikstof in de lucht terechtkomt?

176

Erkent u de conclusie dat deze uitkomsten werden gevonden bij zowel «ouderwetse» stallen als bij emissiearme stallen?

177

Erkent u dat uit dit onderzoek blijkt dat technieken zoals emissiearme vloeren en luchtwassers dus veel minder effect hebben dan waar tot nu van uitgegaan wordt?

178

Hoe neemt u de conclusies uit dit onderzoek mee in de aanpak van de stikstofcrisis?

179

Worden de cijfers betreffende de Nederlandse stikstofuitstoot aangepast n.a.v. deze gegevens uit metingen, omdat eerdere cijfers alleen op modellen gebaseerd werden?

180

Waarom kiest u er opnieuw voor om ondersteuning te bieden aan landbouwers die uit willen breiden op een «emissiearme» wijze, als onderzoek aantoont dat nieuwe technieken niet helpen om stallen emissiearm te maken?

181

Bent u, het onderzoek van het CBS in acht nemend, nog steeds van mening dat veehouders op een duurzame manier uit kunnen breiden?

182

Welke financiële ondersteuning bedoelt u als het gaat om investeringen van landbouwers in emissiearme technieken?

183

Bent u voornemens additionele subsidies te verlenen voor deze investeringen, aanvullend aan de € 252 miljoen die al beschikbaar is vanuit het Klimaatakkoord, de extra middelen t.b.v. de uitvoering van het Urgenda-vonnis, en uit de subsidieregeling voor de warme sanering van de varkenshouderij?

184

Als bekend is dat «innovatieve emissiearme technieken» weinig tot geen effect hebben op de stikstofuitstoot uit stallen, hoe denkt u dan een grootschalige reductie van de stikstofuitstoot in de landbouw te bewerkstelligen?

185

Kunt u aangeven welke natuurherstelmaatregelen u gaat nemen?

186

Kent u het bericht «De strijd tegen stikstof: melkveehouderij steeds meer in het vizier» (De Volkskrant, 5 november 2019)?

187

Klopt het dat Nederland, op slechts twee landen na, de minste Natura 2000-gebieden heeft aangewezen in Europa?

188

Klopt het dat Nederland nog steeds geen duidelijkheid heeft vanuit de EU over de derogatie voor 2020 en 2021?

189

Klopt het dat de Europese Commissie op een tweetal momenten heeft gedreigd met ingebrekestelling doordat Nederland te weinig Natura 2000-gebieden had aangemeld?

190

Onderschrijft u de zorg die in het bovenstaande artikel wordt geuit over het mogelijk niet verkrijgen van de derogatie als dit kabinet geen stevige stikstofmaatregelen neemt?

191

Verwacht u dat de derogatie voor Nederland op het spel staat vanwege de stikstofcrisis? Zo ja, waar baseert u dat op? Zo nee, waarom niet?

192

Heeft u contact gehad met de Europese Commissie of een Europese werkgroep over de derogatie i.v.m. de stikstofcrisis? Zo ja, wilt u deze communicatie met de Kamer delen?

193

Hoe denkt u over het verplaatsen van natuurgebieden met de EU te kunnen onderhandelen, als ook de derogatie op het spel staat en waar ligt voor u de prioriteit?

194

Aan welke voorwaarden moet een natuurgebied voldoen om in aanmerking te komen voor het opheffen van de Natura 2000-status?

195

Kunt u aangeven welke Natura 2000-gebieden in Nederland nu of in de nabije toekomst voldoen aan de voorwaarden om de Natura 2000-status op te heffen?

196

Kunt u aangeven wat u bedoelt met het «overhevelen van de bescherming van specifieke soorten naar een ander gebied»? Gaat het om soorten die voorkomen in volgens u «kleine Natura 2000-gebieden [die] door hun omvang en ligging structureel zwak zijn en blijven, zelfs wanneer de hiervoor genoemde herstelmaatregelen worden getroffen»? Klopt het dat u wilt dat voor deze gebieden de beschermde status (van specifieke soorten) opgeheven wordt?

Betekent dit dat u van plan bent deze natuurgebieden en de soorten die daarin voorkomen als verloren te beschouwen en op te geven? Betekent dit dat er in het gebied waar de bescherming van deze specifieke soorten naartoe overgeheveld zal worden natuur bij zal komen?

197

Wat zou een krimp van 50% van het aantal varkens betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

198

Wat zou een krimp van 50% van het aantal kippen betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

199

Wat zou een krimp van 50% van het aantal koeien betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

200

Wat zou een krimp van 50% van het aantal geiten betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

201

Kunt u aangeven of het «samenvoegen of herindelen van natuurgebieden», betekent dat er robuuste verbindingszones tussen natuurgebieden zullen worden aangelegd? Zo nee, hoe zullen natuurgebieden dan worden samengevoegd?

202

Wat zou een krimp van 50% van het aantal schapen betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

203

Betekent het «samenvoegen of herindelen van natuurgebieden» dat het Natuurnetwerk Nederland zal worden uitgebreid boven op de oorspronkelijke doelstelling? Zo nee, hoe bent u dan van plan natuurgebieden samen te voegen?

204

Kunt u aangeven aan welke specifieke natuurgebieden gedacht wordt die kunnen worden samengevoegd?

205

Kunt u aangeven wat u bedoelt met herindelen van natuurgebieden?

206

Wat zou een krimp van 50% van het aantal professioneel gehouden eenden betekenen qua reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?

207

Kunt u aangeven aan welke specifieke natuurgebieden gedacht wordt die kunnen worden heringedeeld?

208

Hoe verhoudt het volgende citaat uit het rapport «Natura 2000 in Nederland Juridische ruimte, natuurdoelen en beheerplanprocessen» (Planbureau voor de Leefomgeving, 2011) «De staat van instandhouding op netwerkschaal, en op landelijke schaal, is ecologisch echter niet los te zien van de situatie in de afzonderlijke gebieden, die de basiseenheden van het netwerk vormen. Ten eerste vertalen ontwikkelingen in de gebieden zich direct naar hogere schaalniveaus. Dit kunnen positieve ontwikkelingen zijn als de verbetering en uitbreiding van habitats in een gebied, maar het kunnen ook negatieve ontwikkelingen zijn als het wegvallen van habitats in een gebied. Ten tweede functioneert een deel van de soorten en habitattypen op landschapsniveau. Voorbeelden zijn trekvogels of roofvogels die meerdere Natura 2000-gebieden gebruiken, en grondwaterafhankelijke habitattypen, die over kilometers gekoppeld kunnen zijn aan gebieden waar regen ingevangen wordt. Als gebieden elkaar aanvullen wat betreft bescherming van de soorten en habitattypen, treden problemen in de afzonderlijke gebieden minder snel op en zijn speciale maatregelen minder snel nodig. Gebieden functioneren beter op netwerkniveau wanneer ze onderling verbonden zijn en wanneer ze beter met de omliggende natuur zijn verbonden.» zich tot wat gesteld wordt op pagina 5 van de kabinetsbrief: «Zo kan bijvoorbeeld de kwaliteit van sommige kleine Natura 2000-gebieden door hun omvang en ligging structureel zwak zijn en blijven, zelfs wanneer de hiervoor genoemde herstelmaatregelen worden getroffen. Daar waar dat aan de orde is, zal worden bekeken of de beschermde status moet worden aangepast. Daarover gaat het kabinet met Europese Commissie in gesprek.»?

209

Voor de inzet op emissiearme landbouw worden zowel landbouwers ondersteund die de keuze maken voor kringlooplandbouw, als landbouwers die de keuze maken hun bedrijf in de huidige omvang willen voortzetten of uitbreiden; zijn beide opties nevengeschikt?

210

Kan (globaal) worden aangegeven hoeveel activiteiten via een collectieve regeling worden gelegaliseerd en kan dit per sector worden uitgesplitst?

211

Wanneer zijn bodemkwaliteitskaarten wel en wanneer niet openbaar?

212

Kan het kabinet inzicht geven in welke projecten er via een collectieve regeling worden gelegaliseerd?

213

Hoeveel stikstofreductie c.q. stikstofverhoging verwacht het kabinet het legaliseren van projecten via een collectieve regeling oplevert?

214

Hoe verhoudt de norm voor PFAS waar het RIVM nu aan werkt zich tot de nieuwe gezondheidsnormen waar de European Food Safety Authority (EFSA) eind dit jaar mee komt en wat zijn de mogelijke implicaties van de veel hogere EFSA blootstellingsnormen voor de bodemnormen die nu door het RIVM bepaald gaan worden?

215

Welke additionele stappen kan Nederland zetten om alle toepassingen van alle PFAS-stoffen te verbieden?

216

Wat is de overweging om artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht niet verplicht te stellen voor besluiten over PFAS en kan dit alsnog gebeuren?

217

Waarom heeft u niet direct PFAS-maatregelen genomen?

218

Waarom wordt alleen het rijkswater meegenomen in de versnelling analyse waterbodems en niet het regionale watersysteem en geldt de hieruit komende achtergrondwaarde dan ook voor diepe plassen? Zo nee, waarom niet?

219

Is het de bedoeling dat alle vrijkomende bagger op de landbodem toegepast moet worden en kunt u aangeven wat de effecten hiervan zijn voor de uitstoot van stikstof en CO2?

220

Hoe wordt het stand-still principe toegepast voor aangetroffen achtergrondconcentraties PFAS in de waterbodem en geldt hierbij hetzelfde uitgangspunt als voor landbodems?

221

Kan de gehele PFAS-groep als potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen worden aangemerkt?

222

In hoeverre is de voorgenomen vereenvoudiging van besluitvorming in strijd met bestaande wetgeving die het gebruik van Zeer Zorgwekkende Stoffen moet beperken?

223

Waarom wordt artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing verklaard en is dat niet in strijd met de verplichting om de verspreiding van Zeer Zorgwekkende Stoffen juist vooraf te voorkomen?

224

Kan bevestigd worden dat inspraak achteraf geen zin heeft als het gaat om het verplaatsen of vermengen van grond aangezien de grond en de daarin aanwezige stoffen achteraf niet gescheiden kunnen worden?

225

Waarom wordt de inspraak vooraf geschrapt, aangezien het gaat om besluiten die achteraf niet meer teruggedraaid kunnen worden? Wat gebeurt er als grond is toegepast en dit achteraf onrechtmatig wordt verklaard en als er op dat moment reeds op de grond gebouwd is en PFAS-stoffen reeds uitgespoeld zijn naar de omgeving?

226

Hoe vaak wordt in betrekking tot bodembesluiten gebruik gemaakt van inspraak vooraf en hoe vaak van inspraak achteraf?

227

Waarom is de voorgestelde wijziging van het Besluit bodemkwaliteit niet tijdelijk gemaakt en waarom is er geen datum opgenomen in het besluit waarop deze wijzigingen weer teruggedraaid worden?

228

Waarom wordt met zekerheid gesteld dat de wetgeving automatisch opgaat in de Omgevingswet, aangezien de beide Kamers der Staten-Generaal zich nog moeten uitlaten over het wel of niet in werking treden van de Omgevingswet, en wat gebeurt er met deze beleidswijziging op het moment dat de Omgevingswet niet volledig in werking treedt?

229

Is het noodzakelijk dat voor een tijdelijk probleem en een tijdelijk handelingskader een structurele aanpassing in de besluitvorming gerealiseerd wordt?

230

Klopt het dat door het locatiespecifiek maken van het uitgangspunt in het Besluit bodemkwaliteit de grond en baggerspecie toch verslechteren, in tegenstelling tot het uitgangspunt?

231

Hoe wordt de «locatie» waarnaar verwezen wordt in het nieuwe «locatiespecifieke» uitgangspunt bepaald en aan de hand van welke indicatoren wordt een locatie ingekaderd?

232

Wat wordt bedoeld met «Pm later aanvullen» in de begeleidende brief bij het Besluit bodemkwaliteit, wat had hier behoren te staan en klopt het dat dit een slordige fout is die is ontstaan door de haast waarmee dit besluit opgesteld is?

233

Waarom is besloten de bevoegdheid over PFAS-besluiten weg te halen bij de lokale volksvertegenwoordiging zoals vertegenwoordigd in de gemeenteraad of de waterschappen?

234

Hoeveel procent van het jaarlijkse aanbod aan baggerspecie past in de rijksbaggerdepots?

235

Klopt het dat het verlagen van de maximumsnelheid van 130 naar 100 km per uur tussen 6.00 uur en 19.00 uur leidt tot een dakubg vab 0,2% van de totale stikstof uitstoot in Nederland en wordt dit bevestigd door de berekeningen van de RIVM?

236

Valt deze 0,2% in de Randstad of in de provincies met veel natuurgebieden, waar zitten de grootste woningbouwopgaven, klopt het dat dit vooral in de Randstad is en dat de grote natuurgebieden vooral buiten de Randstad liggen?

237

Welk effect zou het hebben op de totale stikstofuitstoot in Nederlandse natuurgebieden als Zuid- en Noord-Holland uitgezonderd zouden worden van de 100 km/per uur-maatregel en klopt het dat dit minder dan 0,1% van de totale stikstofuitstoot in de Nederlandse natuurgebieden is?

238

Hoeveel extra woningen zouden er gebouwd kunnen worden door deze 0,2%, is dat 0,2% maal 75.000 = 150 extra woningen en hoe relateert u dit aan de uitspraken van de Minister-President dat de stikstofmaatregelen een substantieel werkgelegenheidseffect zouden hebben?

239

Wanneer kan de Kamer de doorrekeningen van het RIVM verwachten en worden deze doorrekeningen nog gevalideerd door het PBL en het CPB?

240

Bent u bereid om medewerkers van het RIVM naar de Kamer te laten komen voor een hoorzitting over het onderwerp stikstof?

241

Klopt het dat de behoefte aan salderingsruimte voor de woningbouw 0,3 mol N per ha per jaar is en is dit de hoeveelheid stikstofdepositie die nodig is om de woningbouw weer op gang te brengen?

242

Waarom wordt dan een verkeersmaatregel (100 km/uur) genomen, die een veel hogere depositiewaarde (1,6 mol N per ha per jaar) heeft en is dit niet met een kanon op een mug schieten?

243

Waarom wordt geen gebruik gemaakt van de Distributiewet 1939 om de woningbouw weer op gang te brengen en klopt het dat met deze wet in buitengewone omstandigheden de overheid de productie van woningen kan vorderen, ook van private partijen?

244

In hoeverre zijn de stikstofmaatregelen van 13 november een gevolg van de Vogel- en Habitatrichtlijn, hoe wordt deze richtlijn in andere landen toegepast, kunt u een overzicht geven van landen die in het kader van deze specifieke richtlijn de maximumsnelheid naar beneden hebben bijgesteld en zou een richtlijn in Nederland niet strenger mogen worden uitgelegd dan in andere EU-landen?

245

Welke grenswaarde wordt in Nederland gehanteerd voor de stikstofdepositie, waar staat deze depositienorm in de Vogel- en Habitatrichtlijn en klopt het dat de Raad van State ook geen heldere norm heeft gegeven?

246

Kan de regering een heldere en eenduidige norm formuleren en zou deze norm niet eerst vastgesteld moeten worden alvorens men tot vergaande maatregelen overgaat, zoals een verlaging van de maximumsnelheid met 30 km per uur in heel Nederland?

247

Welke mogelijkheden zijn er om de stikstofuitspraak van de Raad van State juridisch aan te vechten en welke rechtsgang is er mogelijk bij het Europees Hof van Justitie?

Naar boven