2019D41805 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over technologisch nieuwe wapensystemen (brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 13 mei 2019 en 20 september 2019; Kamerstuk 33 694, nrs. 45 en 48). Dit schriftelijk overleg is een vervolg op het Algemeen Overleg van de commissie Buitenlandse Zaken met de Minister van Buitenlandse Zaken over dit onderwerp op 3 oktober 2019.

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De adjunct-griffier van de commissie, Konings

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

2

II

Antwoord/Reactie van het kabinet

4

III

Volledige agenda

4

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling deelgenomen aan het algemeen overleg Technologisch nieuwe wapensystemen op 3 oktober 2019 en maken graag van dit schriftelijk overleg gebruik om nog een aantal vragen te stellen.

De leden van de VVD-fractie constateren dat er in het algemeen overleg diverse nieuwe technologische wapensystemen aan de orde zijn gekomen, en kijken uit naar de door de Minister van Buitenlandse Zaken aangekondigde internationale conferentie. Deze leden vragen naar de opzet van deze conferentie, wat de inzet van het kabinet zal zijn en welke internationale partners daarbij zullen worden betrokken. Wil het kabinet voorafgaand aan de conferentie een conceptuitkomst ontwikkelen, waarover op de conferentie consensus kan worden bereikt?

De leden van de VVD-fractie constateren verder dat de vernieuwde technologieën en ontwikkelingen leiden tot nieuwe bedreigingen. Het gebruik van nieuwe technologische middelen is in toenemende mate ook mogelijk voor niet-statelijke actoren. Kan het kabinet deze leden een overzicht verschaffen van de meest relevante bedreigingen in de voornoemde categorie? Welke internationale regulering van nieuwe wapens bestaat er? Ziet het kabinet behoefte aan nieuwe afspraken? Zo ja, welke? Hoe wordt er gewerkt aan het in internationaal verband tegengaan van onveiligheid voortkomend uit de proliferatie van dergelijke middelen?

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie hoe er, en zo mogelijk met internationale partners, wordt gewerkt aan de praktische weerbaarheid tegen de voornoemde dreigingen. Hoe wordt er, al dan niet in NAVO-verband, samen met andere landen ingezet op mogelijkheden om onszelf te verdedigen tegen eventuele aanvallen, ook door niet-statelijke actoren, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe technologische wapens?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling deelgenomen aan het algemeen overleg Technologisch nieuwe wapensystemen op 3 oktober 2019. De leden van de D66-fractie hebben naar aanleiding van het overleg nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben begrepen dat het Ministerie van Defensie de aangeschafte Reapers vanaf de zomer van 2020 verwacht. Tijdens het verwervingsproces hebben deze leden meermaals gevraagd om duidelijk te maken dat het gaat om niet-bewapende Reapers en dat deze in de toekomst ook niet bewapend zullen worden. Destijds zijn de leden van de D66-fractie ingelicht dat een eventuele bewapening inderdaad niet aan de orde was. Kan het kabinet de huidige stand van zaken met betrekking tot de Reapers toelichten en hierbij in het bijzonder nogmaals bevestigen dat bewapening niet aan de orde is? Is het kabinet bereid toe te zeggen dat er in de toekomst geen sprake zal zijn van het bewapenen van deze drones?

De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over de brief over het internationaal normkader voor het gebruik van nieuwe technologieën als (onderdeel van) wapensystemen (Kamerstuk 33 694, nr. 45).

Deze leden hebben met veel aandacht de ontwikkelingen gevolgd rondom killerrobots. Hieronder wordt verstaan autonome wapensystemen die doelen kunnen selecteren en aanvallen zonder betekenisvolle menselijke controle. De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het ethisch onacceptabel is wanneer wapensystemen dodelijk geweld kunnen toepassen zonder directe instructie van een mens. Deze leden stuiten hierbij op twee bezwaren. Allereerst is er sprake van een ongekend veiligheidsrisico. Het gebruik van autonome wapensystemen verlaagt de drempel om oorlog te voeren en vergroot de kans op escalatie. Ten tweede zien zij juridische bedenkingen. Kan het kabinet aangeven of een autonoom wapensysteem voldoet aan het internationaal humanitair oorlogsrecht? Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen om wellicht nieuwe kaders te schetsen die recht doen aan deze nieuwe technologie? Kan het kabinet aangeven of een autonoom wapensysteem onderscheid kan maken tussen een burger en een soldaat? Wie is er verantwoordelijk wanneer het misgaat? Deelt het kabinet de mening dat een militair een weloverwogen beslissing moet kunnen nemen om geweld te gebruiken en daarbij moet kunnen toetsen of de aanval voldoet aan internationaal recht? Deelt het kabinet de mening dat dergelijke beslissingen niet mogen worden uitbesteed aan robots of algoritmes?

De leden van de D66-fractie hechten aan het bereiken van een multilaterale consensus gericht op het verbieden van autonome wapensystemen in navolging van verschillende internationale gremia, waaronder het United Nations Institute for Disarmament Research. Kan het kabinet aangeven waarom het de internationale gemeenschap tot dusver niet is gelukt om hierover bindende afspraken te maken, in tegenstelling tot het bestaande verbod op chemische wapens? Wat gaat het kabinet doen om een raceto the bottom te voorkomen? Wat zal de Nederlandse inzet zijn tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Convention on Certain Conventional Weapons (CCW) in november naar aanleiding van de breed gesteunde motie over beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens (Kamerstuk 33 694, nr. 43)? Ziet het kabinet mogelijkheden voor Nederland als aanjager van «een zo breed gedragen en verstrekkend mogelijk verdrag of andere bindende internationale regelgeving» waartoe de motie oproept? Ziet het kabinet mogelijkheden voor samenwerking met Europese partners (Duitsland, Oostenrijk, België, Ierland) om te werken aan een dergelijk internationaal verdrag? Welke alternatieve mogelijkheden ziet het kabinet mocht een kleine minderheid binnen de CCW vooruitgang naar internationale regelgeving blijven blokkeren? Hoe staat het kabinet tegenover het invoeren van een nationaal verbod op killerrobots zolang een internationale oplossing uitblijft? Is het kabinet bereid een dergelijk verbod in te voeren?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat er verschillende interpretaties bestaan van het begrip betekenisvol menselijk handelen ten aanzien van autonome wapensystemen. In tegenstelling tot de huidige visie van het kabinet zijn de leden van de D66-fractie van mening dat menselijk handelen een onderdeel dient te zijn van élke stap in het proces, dus niet alleen bij de inzet van een autonoom wapensysteem. Met name in het offensieve domein ziet de D66-fractie hier een kans op mogelijk onnodige en desastreuze gevolgen. Het louter omzetten van een kill-switch is voor de D66-fractie niet de juiste interpretatie van betekenisvol menselijk handelen. Het Nederlandse kabinetsstandpunt onderschrijft het belang van het begrip betekenisvolle menselijke controle, maar stelt dat menselijke controle over autonome wapens voor de inzet van een wapen afdoende is. Kan het kabinet het standpunt met betrekking tot menselijke inbreng nogmaals toelichten?

Het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) waarschuwt juist bij deze wapens voor de «loss of the ability of combatants to exercise the context-specific judgments required of international humanitarian law (IHL) rules, and the loss of human agency and diffusion of moral responsibility in decisions to use force». Is het kabinet bereid om het concept betekenisvolle menselijke controle te operationaliseren naar concrete maatregelen, daarbij rekening houdend met het standpunt van de ICRC? Is het kabinet het met de leden van de D66-fractie eens dat bij elke inzet van autonome wapensystemen er een element van onvoorspelbaarheid betrokken is dat nimmer in zijn totaliteit kan worden ondervangen middels procedures of regelgeving? Zo ja, is het kabinet het met deze leden eens dat gedurende het hele proces er altijd elementen van betekenisvolle menselijke controle dienen te zijn?

Het kabinet stelt dat het Nederlandse standpunt ten aanzien van de noodzaak van betekenisvolle menselijke controle in 2021 «opnieuw tegen het licht dient te worden gehouden» (pagina 4). Ziet het kabinet mogelijkheden om dit proces te versnellen gezien de snelle technologische ontwikkeling als ook het internationale debat? Welk interpretatie van het begrip betekenisvol menselijke handelen verdedigt het kabinet bij de opkomende bijeenkomst van de CCW? Is het kabinet bereid de interpretatie van de leden van de D66-fractie mee te nemen in zijn inbreng?

De leden van de D66-fractie nemen naast de technologische ontwikkelingen omtrent autonome wapensystemen ook nog enkele andere technologische ontwikkelingen waar. Deelt het kabinet deze opvatting? Zo ja, welke technologisch nieuwe wapensystemen kent het kabinet nog meer en schaart het kabinet akoestische wapens ook onder technologisch nieuwe wapensystemen? Bestaat er een Nederlands beleid ten aanzien van akoestische wapens? Zo nee, waarom nog niet? Beschikt het Ministerie van Defensie over akoestische wapens of heeft het deze ooit ter beschikking gehad?

II. Antwoord/Reactie van het kabinet

III. Volledige agenda

Uitvoering van de motie van het lid Koopmans c.s. over beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens. Kamerstuk 33 694, nr. 48 – Brief regering d.d. 20-09-2019, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.

Internationaal normkader voor het gebruik van nieuwe technologieën als (onderdeel van) wapensystemen. Kamerstuk 33 694, nr. 45 – Brief regering d.d. 13-05-2019, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.

Naar boven