Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte
om aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat enkele vragen en opmerkingen
voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda van de Cohesieraad dd 25 juni
2019 (Kamerstuk 21 501-08, nr.775) en het verslag van de informele Cohesieraad dd 12 april 2019 (Kamerstuk 21 501-08, nr.772).
De voorzitter van de commissie, Veldman
Adjunct-griffier van de commissie, Buisman
Algemeen
De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van de
geannoteerde agenda van de Cohesieraad d.d. 25 juni 2019 en danken het kabinet voor
de toezending. De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Cohesieraad d.d. 25 juni 2019.
Cohesiebeleid 2021–2027
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet, te weten: verdere concentratie
van de Europese middelen op de thema’s met de meeste Europees toegevoegde waarde,
zoals innovatie, migratie en klimaat; meer grensoverschrijdende samenwerking, met
name op het gebied van innovatie, zodat regio’s met gelijke of aanvullende specialisaties
elkaar kunnen versterken, en gewerkt kan worden aan het dichten van de kenniskloof
tussen ontwikkelde en minder ontwikkelde lidstaten en het versterken van de koppeling
tussen het cohesiebeleid en de afspraken uit het Europees Semester over structurele
hervormingen en afspraken omtrent migratie. Verwacht het kabinet dat er onder het
Fins EU-voorzitterschap voldoende voortgang geboekt zal worden zodat er een akkoord
bereikt kan gaan worden? Verwacht het kabinet dat er, in lijn met de uiteengezette
doelen van het Roemeens EU-voorzitterschap, er een (gedeeltelijke) algemene oriëntatie
zal worden gevonden op alle acht onderdelen van de Gemeenschappelijke Bepalingen?
In hoeverre verwacht het kabinet dat dit overeen zal komen met de inzet van het Nederlandse
kabinet, zo vragen deze leden? De leden van de VVD-fractie vragen tevens of het kabinet
ook kan aangeven hoe het krachtenveld eruit zal zien in het beleidsdebat over de toekomstige
uitdagingen inzake de programmering van de fondsen?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om meer duidelijkheid te geven over
punt 3 uit de geannoteerde agenda onder het agendapunt toekomstige uitdagingen in
de programmering van de structuurfondsen 2021–2027. Deze leden vragen het kabinet
of door de koppeling tussen het cohesiebeleid en de afspraken uit het Europees Semester
over structurele hervormingen er geen discrepantie ontstaat tussen euro en niet-eurolanden.
Compromisteksten
De leden van de fractie van de VVD lezen dat het kabinet niet zal interveniëren bij
de bespreking van de compromisteksten. Betekent dit dat die compromisteksten volledig
conform de Nederlandse onderhandelingsinzet zijn? Zo niet, waar liggen nog eventuele
bezwaren? Gaat Nederland deze bezwaren opbrengen, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
Wat betreft agendapunt onderhandelingen cohesiebeleid 2021–2027 zal er geen Nederlandse
interventie zijn, zo lezen de leden van de CDA-fractie. De leden van de CDA-fractie
vragen het kabinet of de reeds uitonderhandelde compromisteksten dan volledig het
Nederlandse kabinetsstandpunt verwoorden. Tevens vragen deze leden of daarbij al duidelijk
is wat de totale hoogte van de cohesiefondsen zal zijn? De leden van de CDA-fractie
vragen het kabinet een overzicht te geven van de onderhandelingsknelpunten voor het
Fins EU-voorzitterschap
Brexit
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of er op enige manier in de onderhandelingen
over het Meerjarig Financieel Kader en de cohesiefondsen middelen worden vrijgehouden
voor de gevolgen van de Brexit.
Fraude cohesiegelden
De leden van de fractie van de VVD hebben eerder al aandacht gevraagd voor het bestrijden
en tegengaan van fraude met de cohesiegelden. Kan het kabinet de inzet met betrekking
tot fraude met cohesiegelden (nader) toelichten, zo vragen deze leden. Kan het kabinet
reageren op het recente rapport van de Europese Rekenkamer waarin staat dat de EU-landen
nog altijd te weinig doen om fraude met Europese subsidies aan te pakken? Het ontmoedigen
en opsporen van fraude schiet vooral tekort bij de relatief arme lidstaten die geld
krijgen voor regionale en maatschappelijke ontwikkeling, zo constateren de leden van
de VVD-fractie. Gaat de Staatssecretaris dit aan de orde stellen in de Raad?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie het kabinet of de Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat zelf naar de Cohesieraad gaat op 25 juni 2019.