2019D21792 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 mei 2019 over de Werkgroep kapitaalmarktunie (Kamerstuk 22 112, nr. 2798) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

Nr	Vraag
1	Waarom is niet de arbeidsmarkt maar wel de kapitaalmarktunie (KMU) de centrale markt voor de EU?
2	Waarom is de kapitaalmarktunie een vangnet voor eventuele financiële crises?
3	Wat zijn de negatieve gevolgen van een kapitaalmarktunie?
4	Hoe wordt de kapitaalmarktunie democratisch gelegitimeerd?
5	Is de werkgroep democratisch gelegitimeerd?
6	Hoe worden de verschillen in verschillende lidstaten weggewerkt in de kapitaalmarktunie?
7	Kan precies worden aangegeven hoe het MKB ten opzichte van multinationals zal profiteren van de kapitaalmarktunie?
8	Welke stakeholders zal de werkgroep vragen? Is er een duidelijke selectie gemaakt?
9	Zijn de ontwikkelingen inzake een verdere innovatie van het financiële stelsel met medeneming van de ontwikkelingen op fintech-gebied, waar de analyse over rept, al geëvalueerd? Zo ja, wat was de uitkomst?
10	Wie heeft het initiatief genomen om de KMU verder te brengen?
11	Welke financiële instellingen hebben aangedrongen op de KMU?
12	Welke risico’s ziet u voor de KMU?
13	Zal de financiële wereld vergroot worden door de KMU of juist verkleind?
14	Zijn de leden van de werkgroep al gekozen? Wie zit er in de werkgroep? Hoe wordt de werkgroep samengesteld? Door wie wordt de werkgroep geleid? Hoe wordt de Tweede Kamer betrokken bij de samenstelling?
15	Op welke manier is het consumentenbelang in beeld bij de werkgroep?
16	Welke blokkades zijn er tot nu toe opgeworpen voor (onderdelen van) de KMU? Door welke landen?
17	Brengt het Pan-Europees Pensioen Product (PEPP) de scheiding tussen tweede en derde pensioenpijlers (in Nederland) in gevaar?
18	Het PEPP wordt een zogenaamd «29ste» regime; betekent dit dat het PEPP geen inmenging zal hebben in het Nederlandse interne pensioenstelsel?
19	In hoeverre zijn de terughoudende dan wel negatieve reacties op het PEPP in Nederland, van zowel de pensioenfederatie, een meerderheid in de Tweede Kamer als de regering, met de vermeende inbreuk op de verplichtstelling als belangrijk argument, volgens de werkgroep gerechtvaardigd?
20	Wat is het belang van het PEPP voor de kapitaalmarktunie? Hoe kan het PEPP positief bijdragen aan de verdere realisatie van de kapitaalmarktunie?
21	Welke kansen biedt de PEPP verordening voor consumenten en aanbieders van pensioenproducten in Nederland en op de Europese interne markt?
22	Wat waren bij de stemming in de Raad de stemverhoudingen voor het PEPP?
23	Waarin verschilt deze werkgroep concreet van de eerdere agenda voor de kapitaalmarktunie van eurocommissaris Dombrovskis?
24	Wat is de stand van zaken van Europese regulering voor crowdfunding?
25	Kunt u een overzicht geven van de lidstaten waarin een verpandingsverbod van facturering voor MKB niet toegestaan is?
26	Wat is de inzet van het kabinet bij het ontwikkelen van een visie op de EU-kapitaalmarkten?
27	Wat betekent dat de werkgroep «in complete independence» kan werken?
28	Wat is de status van de werkgroep? Welke landen ondersteunen dit initiatief en de werkgroep?
29	Hoe wordt het MKB betrokken? Hoe wordt het Nederlandse bedrijfsleven, met name ook het MKB betrokken?
30	In hoeverre wordt ook gekeken naar het afschaffen, herijken c.q. verminderen van beperkende regelgeving, bijvoorbeeld onder meer voor het MKB?
31	Hoe wordt de Tweede Kamer betrokken bij het hele proces?
32	Wat is de opdracht van de werkgroep? Wordt er eerst ook een probleemanalyse gemaakt? Aan wie rapporteert de werkgroep?
33	Wat is de bedoeling van het interim-rapport dat voor 31 juli 2019 moet worden gepresenteerd? Wat is de status van het interim-rapport? Hoe wordt de Tweede Kamer daarbij betrokken? Waar en hoe wordt het interim-rapport besproken?
34	Wat is de noodzaak dat er voor 30 september 2019 gerapporteerd moet worden? Er wordt gesproken van een «broad consultation»; hoe is dat in het korte tijdsbestek te doen?
35	Wat is uw reactie op het CPB-rapport «een budgettaire stabilisatiefunctie» en specifiek over de conclusie dat een Europees schokfonds de welvaart kan verhogen? Welke rol ziet u voor zo'n schokfonds in de verdiepte kapitaalmarktunie?
36	Tijdens het algemeen overleg Eurogroep van 14 mei 2019 stelde de Minister van Financiën over de kapitaalmarktunie: «dit enthousiasme heeft nog niet alle 27 hoofdsteden bereikt». Wat is in de twee dagen tussen het algemeen overleg en het versturen van de Kamerbrief materieel veranderd waardoor er wel momentum ontstond voor het oprichten van een werkgroep?