2019D20025 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 17 april 2019 met de 23e Halfjaarsrapportage Belastingdienst en over de aanpak van de vernieuwingsopgave bij de Belastingdienst «Beheerst vernieuwen» (Kamerstuk 31 066, nr. 480) op 16 mei 2019 de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Freriks

Nr.

Vraag

1.

Kunt u toelichten waarom de cijfers over de parallelimport van auto’s in de 23ste Halfjaarsrapportage van de Belastingdienst ontbreken, ondanks een toezegging van de Staatssecretaris van Financiën in 20171?

2.

Wanneer kwam de problematiek rond de vertraging rond de erf- en schenkbelasting de afhandeling van bezwaren binnen de gestelde termijnen van de Algemene wet bestuursrecht en de bereikbaarheid van de Belastingdienst in zicht? Welke plek hadden deze thema’s in de eerdere vernieuwingsagenda’s, aangezien deze thema’s niet eerder als risico aangemerkt stonden?

3.

Kunt u toelichten of de integriteitstoets bij bepaalde functies moet worden aangepast?

4.

Hoeveel integriteitsissues zijn er bij de Douane de afgelopen jaren geweest? Hoeveel medewerkers van de Douane zijn er de afgelopen jaren aangehouden of ontslagen vanwege integriteitsissues?

5.

In hoeverre wordt bij toekomstige automatiseringsoplossingen en de mogelijke beoogde verlichting van de werklast rekening gehouden met de ervaring dat er vaak kinderziektes optreden en een gewenningsproces nodig is?

6.

Hoeveel mensen werken er bij de BelastingTelefoon?

7.

Waarom kon de tijdelijke alternatieve implementatie voor de invoering van toeslag in de Motorrijtuigenbelasting (MRB) niet al per 1 januari 2019 geïmplementeerd worden?

8.

Welke stappen worden gezet om de doelstelling voor 2019 van 44% technische schuld te halen, dan wel te benaderen? Per wanneer moet de einddoelstelling van 30% behaald zijn en blijven? Zijn er verschillen tussen de gehanteerde definities voor achterstallig onderhoud en technische schuld?

9.

Hoe kan worden verklaard dat tot op heden slechts 5.000 kwalificerende buitenlands belastingplichtigen een voorlopige aanslag inkomstenbelasting hebben aangevraagd?

10.

Hoeveel van de 469 natuurlijke personen en rechtspersonen die fiscaal beoordeeld zijn hadden voor de desbetreffende internationale structuur een ruling aangevraagd? Hoeveel van deze rulings waren toegekend? Hoeveel van de overgebleven mogelijk voor Nederland relevante natuurlijke personen worden nog fiscaal beoordeeld? Per wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek naar de fiscale relevantie van de ruim 2.700 aanvullende natuurlijke personen of rechtspersonen?

11.

Kunt u nader toelichten in welke gevallen er sprake is van een logische verklaring voor een extreme hoge winst per werknemer in een bepaald land en het houden van intellectueel eigendom of een groepsfinancieringsstructuur in een laagbelastend land? Voor hoeveel rapporten heeft de Belastingdienst een vervolganalyse ingesteld?

12.

Waar waren de klachten over zonnepanelen op gericht? Welke acties zijn ondernomen om de klanttevredenheid bij vragen over zonnepanelen te verbeteren?

13.

Kunt u nader toelichten wat voor soort klachten waren gerelateerd aan de inning?

14.

Wat zijn de budgettaire gevolgen van de technische verstoring in de vermogenstoetsing bij toeslagen?

15.

Zijn alle doelarchitecturen gereed voordat de externe toetsing plaatsvindt? Welke tien domeinen kennen inmiddels een doelarchitectuur? Welke negen nog niet? Welke zeven doelarchitecturen zijn naar verwachting gereed in de eerste helft van 2019? Welke twee in de tweede helft van 2019?

16.

Welke organisatie verricht de externe toetsing van de kwaliteit van de doelarchitecturen?

17.

Wat zijn verdere belastingwetten waarin de wetgevende functie van het parlement de facto beperkt is vanwege een gebrek aan mogelijkheden tot implementatie, zoals de Algemene Rekenkamer schetst rond de onmogelijkheid van de aanpassing van het percentage in de onroerendezaakbelasting (ozb)?

18.

Wat betekent het niet kunnen aanpassen van het ozb-tarief en eventuele andere niet aan te passen percentages, voor de uitvoering van het regeerakkoord?

19.

Wat is de kans dat niet-uitgeworpen aangiften vennootschapsbelasting (Vpb) van het mkb over 2018 handmatig gecontroleerd zijn (aantal, percentage)?

20.

Wat is de kans dat een uitgeworpen Vpb-aangifte van het mkb handmatig gecontroleerd is (aantal, percentage)?

21.

Welk bedrag zou er volgens de Belastingdienst nodig zijn om alle negen door de Algemene Rekenkamer benoemde risico’s weg te nemen voor het einde van dit jaar, althans wat betreft de risico’s die via geldinzet te verhelpen zijn?

22.

Welke divisies heeft de Belastingdienst en hoe is het personeel hierover verdeeld?

23.

Welke capaciteit heeft de Belastingdienst op materiële controle?

24.

Wanneer dienen de interne rapportages op orde te zijn?

25.

Hoeveel externe inhuur gebruikt de Belastingdienst en welke kosten zijn hiermee gemoeid, in euro’s en als deel van de totale personeelskosten?

26.

Wat is het aantal uitstromers bij de Belastingdienst dat stopt met werken? Wat is het aantal uitstromers dat bij een andere werkgever wordt aangenomen? Wat is de uitstroom van de Belastingdienst naar commerciële werkgevers?

27.

Welk bedrag is er tot nu aan erf- en schenkbelasting verjaard omdat die niet op tijd definitief is geïnd? Welk bedrag staat er uit aan te innen erf- en schenkbelasting waarvoor de aanslag nog niet definitief is of er uitstel van de betaling is aangevraagd?

28.

Welke definitie gebruikt de Algemene Rekenkamer van «verouderd» om het aantal «verouderde systemen» te kunnen kwantificeren (namelijk dat 500 van de 900 systemen van de Belastingdienst «verouderd» zijn en hun aantal de facto toeneemt, omdat de vernieuwing van de systemen langzamer gaat dan de veroudering van het aantal bestaande systemen), en hoe is deze definitie terug te vinden in de 23e Halfjaarrapportage van de Belastingdienst, waarin het begrip «verouderd» niet voorkomt en evenmin een kwantificatie van het aantal verouderde systemen? Welk deel van de «verouderde» systemen is in de praktijk risicovol?

29.

Welke uitvoering heeft de Belastingdienst tot nu toe gegeven aan de motie van het lid Leijten2 over het eerbiedingen van de gedragslijn voor strafbare feiten begaan door ambtenaren, met betrekking tot aandachttrekkende zaken, zoals de Broedkamer of het Combiteam Aanpak Facilitators 11(CAF-11)-team?

30.

Hoe voorkomt de Belastingdienst dat burgers onnodig in de schulden raken door vorderingen van de Belastingdienst? Welk resultaat heeft dit? Hoe beoordelen de betrokken burgers het handelen van de Belastingdienst op dit vlak?

31.

Welk bedrag zou er, gezien hun financiële situatie, door burgers aan toeslagen worden kunnen aangevraagd, dat nooit aangevraagd is? Is er zicht op welke toeslagen dit betreft en wat de kenmerken zijn van burgers in deze situatie?

32.

Wat zijn de kosten die de Belastingdienst maakt voor het opsporen van belastingontwijking en belastingontduiking door bedrijven en vermogende particulieren, en wat is de opbrengst van deze programma’s?

33.

Wat zijn de gevolgen voor de herziening van de rulingpraktijk, voorgenomen voor 1 juli 2019, voor de op dat moment lopende rulings die hierdoor onwettig zouden worden? Worden deze rulings ongeldig verklaard op het moment dat de wet ze niet meer dekt?

34.

Is het juist dat de ruling met Shell van kracht blijft en dus niet verandert op het moment dat de herziening van de rulingpraktijk ingaat, zoals Somo stelt in het artikel «Herziening Belastingdeal Shell blijft uit», van 23 april 2019? Wat is de looptijd van de ruling met Shell?

35.

Worden er rulings verstrekt op basis van wetten die op dat moment niet meer overeenkomstig zijn met de aangenomen internationale richtlijnen (EU, OESO), die op dat moment nog niet in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn?

36.

Heeft de Belastingdienst een indicatie van de omvang van het verhuld vermogen van Nederlandse belastingplichtigen dat momenteel wordt afgeschermd van de fiscus? Hoe beoordeelt de Belastingdienst de inschatting van Jan van Koningsveld, in zijn proefschrift3?

37.

Wanneer wordt een verzoek afgewezen en wanneer is het buiten behandeling?

38.

Welk deel van de verzoeken aan het Aanspreekpunt voor potentiële buitenlandse investeerders (APBI) is toegekend, en welk deel is afgewezen? Zaten hieronder ook grensverkenningen?

39.

Wat is de reikwijdte van dit jaarverslag over 2018, gesteld dat een voorgestelde maatregel is om de reikwijdte van de rulings waarop het jaarverslag van 2019 betrekking zal hebben, te verbreden tot alle door de Belastingdienst afgegeven rulings met een internationaal karakter?

X Noot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2017–2018, 34 775 IX, nr. 8.

X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018–2019, 31 066, nr. 449.

X Noot
3

Koningsveld, J. van (2015). De offshore wereld ontmaskerd: een studie naar aard en omvang van misbruik van offshore vennootschappen.

Naar boven