2019D06399 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 6 september 2018 houdende Beantwoording vragen commissie over de evaluatie Uitkeringsregeling Backpay en subsidieregeling collectieve erkenning Indisch en Moluks Nederland (Kamerstuk 20 454, nr. 131).

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Nr.

Vraag

   

1

Hoeveel mensen hebben zich beklaagd over de ten aanzien van hen in eerste aanleg genomen beslissing en/of de wijze waarop die tot stand is gekomen? Hoe is met die klachten/bezwaren omgegaan?

2

In hoeveel gevallen is in tweede aanleg alsnog een positieve beslissing genomen?

3

Hoe vaak is gebruikgemaakt van een (al dan niet formele) «hardheidsclausule» en een positieve beslissing genomen?

4

In hoeveel gevallen is uit «coulance» een positieve beslissing genomen?

5

Ziet u voor uzelf een rol weggelegd als het gaat om verbetering van de verhoudingen tussen het Indisch Platform en het Indisch Platform 2.0?

6

Wat gaat u doen nu het hoopvolle gevoel, dat veel mensen uit de Indische gemeenschap bij het introduceren van de Backpayregeling hadden, heeft plaatsgemaakt voor teleurstelling door de wijze waarop die regeling nu heeft uitgepakt?

7

Welke vervolgstappen (en op welke termijn) bent u voornemens te zetten in het kader van de Indische kwestie, of beschouwt u deze met de Backpayregeling nu als afgedaan?

8

Waarom is de evaluatie van de Backpayregeling alleen gericht op de uitvoering van de regeling maar niet op de totstandkoming en de inhoud van de regeling? Waar en met wie is dit afgesproken en wanneer heeft de Kamer met deze inperking ingestemd?

9

Is met de Backpayregeling en de collectieve erkenning voor u de Indische kwestie afgesloten?

10

Welk budget heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gekregen voor de uitvoering van de Backpayregeling en hoe verhoudt dit zich tot de totaal beschikbare middelen voor de regeling?

11

Waarom is de collectieve erkenning gestart voordat deze in een algemeen overleg is besproken in de Kamer? Het sturen van een brief aan de Kamer over de erkenning is toch iets anders dan een bespreking van de plannen op basis waarvan de Kamer de plannen kan accorderen?

12

Waarom heeft u geen overdrachtsdossier ten aanzien van de Backpay-kwestie ontvangen van uw voorganger? Was het achteraf gezien niet handig geweest als u wel een dergelijk overdrachtsdossier had ontvangen?

13

Waarom gelooft u dat het opnieuw openstellen van de regeling enkel zal leiden tot aanvragen die moeten worden afgewezen?

14

U heeft een onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Backpayregeling. Heeft u aan Regioplan de opdracht gegeven de Stichting Indisch Platform (oud) en de Stichting Indisch Platform 2.0 beide gelijk- en volwaardig te betrekken bij het onderzoek? Dat wil zeggen vanaf het moment van de onderhandelingen met Staatssecretaris Van Rijn in 2015 tot en met de totstandkoming van de collectieve erkenning, toen de partij Stichting Indisch Platform uit elkaar gevallen is en scheidende (2016) delegatieleden van de Stichting Indisch Platform 2.0 (in augustus 2017 opgericht) nog in functie handelden voor wat betreft de opvang van de Indische gemeenschap (zie IP-lijsten)? Met andere woorden heeft u aan beide partijen evenveel gewicht gegeven in uw opdracht zodat u een realistisch beeld van de uitvoering heeft kunnen laten schetsen ten behoeve van de Kamerleden?

15

Wat heeft u concreet met de klachten van het Indisch Platform 2.0 gedaan nadat Regioplan deze met u besproken heeft (nadat IP2.0 u en de Kamerleden volledig heeft geïnformeerd over de gang van zaken ten aanzien van een uitvoerig gesprek tussen IP2.0 en Regioplan)? Heeft er daarna een wijziging in de opdracht plaatsgevonden?

16

U meldt dat het Indisch Platform 2.0 u en Regioplan verrast heeft met een journalist. U schetst hierin een vorm die door uzelf frequent gekozen is ten opzichte van de Kamer. Wat is daar in uw geval mis mee?

17

Wat heeft u gedaan met de meldingen van het Indisch Platform 2.0 welke door hen overhandigd zijn aan Regioplan en aan de Kamerleden? Wat heeft Regioplan met deze informatie gedaan en waarom is deze niet opgenomen in het onderzoek?

18

Bent u zich ervan bewust dat de Backpayregeling en -uitvoering heel gevoelig liggen, gezien de geschiedenis? De Minister-President verwijst in zijn speech van 15 augustus 2015 zelfs naar de papieren rompslomp waarmee hij in zijn bewoordingen bevestigt dat dit geen schoonheidsprijs verdient. Deze speech wordt door Staatssecretaris Van Rijn in diens brief van 3 november 2015 aan de Kamer beschreven. Hoe komt het dat u de 140 vragen op deze ambtelijke manier terugkoppelt, zonder reflectie van de nadelige effecten en de missers die er geweest zijn in de uitvoering door de instanties, onder andere Pelita en de SVB?

19

U stelt in een van uw eerste optredens in de Kamer met betrekking tot de motie Agema inzake verlenging van de Backpayregeling: «Ik volg daarin het kabinet». Wat bedoelt u hiermee? Ligt hier een opdracht aan ten grondslag? En zo ja, welke? Zo nee, waarom heeft u deze opmerking gemaakt?

20

In de brief van 3 november 2015 stelt uw ambtsvoorganger dat er «vooralsnog» geen openingen zijn om de Indische kwestie conform de eisen en onderhandelingen van het toenmalige voltallige delegatieteam van het Indisch Platform (inclusief de delegatieleden van IP2.0), en bestaande uit S. Delhaye, J. de Jong (SVJ, inmiddels overleden), J. van Wagtendonk (JES), A. te Meij, P. Stein, T. Lutter, A. de Pijper en H. Bussemaker (inmiddels overleden) in te willigen. De initiator, de heer Delhaye, heeft een aantal delegatieleden, A. te Meij en P. Stein (beiden later IP2.0), zonder motivatie uit hun functie ontheven en distantieert zich van de Backpay en het vervolg. Inmiddels is er nu een collectieve erkenning vlak na de Backpay in het leven geroepen. Impliceert dit dat u hiermee de Indische kwestie als afgesloten beschouwt? Wanneer kan het vervolg op de brief van 3 november 2015 worden verwacht zoals IP2.0 voortdurend aangeeft tijdens zijn gesprekken met u?

21

Zijn er voor de Kamer nog nieuwe ontwikkelingen omtrent de 140 eerder gestelde vragen?

22

Hoe gaat u om met de tijdens de uitvoering van de Backpay gescheiden partijen (twee platforms)? Begrepen wordt dat het Indisch Platform 2.0 al vanaf de scheiding openstaat voor mediation en dat de voorzitter van het Indisch Platform (oud) heeft aangegeven géén mediation te willen aangaan. Wat gaat u hieraan doen in het belang van de doelgroep? Waarom zijn de Kamerleden niet betrokken bij dit overleg?

23

Stelt u naar aanleiding van de stem van de doelgroep via het meldpunt Indisch Platform 2.0 hen wel genoeg in de gelegenheid de werkelijke bevindingen binnen de doelgroep met u te bespreken?

24

Bent u ervan op de hoogte dat de voorzitter van het Indisch Platform niet aan zijn eerder financieel aangegane verplichtingen voldoet?

Hoe kan het dan zijn dat u deze voorzitter betrekt bij financiële zaken rondom de pleisterplaats Sofiahof in Den Haag?

25

Kunt u de Kamer een overzicht van de uitgaven verschaffen van de reeds bestede subsidiegelden (verstrekt in 2017) voor genoemde pleisterplaats? Zo nee, waarom niet?

26

Kunt u uw antwoord op vraag 1 van de 140 eerder gestelde vragen nader toelichten?

De vraag was: Waarom heeft Regioplan de totstandkoming en de inhoud van de regeling niet meegenomen in de evaluatie, waardoor niet de volledige Backpayregeling is geëvalueerd?

Uw antwoord was: Inhoudelijke keuzes in de regeling zijn uitvoerig in de Tweede Kamer besproken alvorens de regeling is gepubliceerd. De evaluatie van de regeling is primair gericht op de uitvoering waarbij de vraag of alle rechthebbenden zijn bereikt centraal stond.

Opmerking vanuit de Kamer: De regeling is niet uitvoerig besproken wegens het kerstreces.

27

De door u beantwoorde 140 vragen en de behandeling daarvan in de Kamer heeft niet plaatsgevonden. De antwoorden bevatten onjuistheden, zijn niet volledig en onduidelijk. Bent u voornemens dit alsnog met spoed (in een debat) met Kamerleden te bespreken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

28

Het Indisch Platform 2.0 heeft aangegeven dat het onderzoek van Regioplan niet onafhankelijk is. Dit speelt ook bij verschillende ministeries. Een onderzoek hiernaar wordt gewenst. Kunt u aangeven wanneer u samen met alle partijen (Pleisterplaats stichtingen en IP2.0) een vergadering belegt waarin een en ander goed met een onafhankelijke partij wordt uitgezocht? Dit ook naar aanleiding van de WOB-procedure die is opgestart door IP2.0 en de transparantie naar de doelgroep zoals deze moreel gezien zou moeten zijn na meer dan 70 jaar.

Hoe ziet u hieropvolgend uw verplichting naar de doelgroep naar aanleiding van de beloftes van voormalig Staatssecretaris Van Rijn en de Kamerleden?

29

Onlangs heeft er een openbare (online te bekijken) vergadering plaatsgevonden van het onderzoeksteam van «Dekolonisatie» bij het NIOD. Daarbij waren de genodigde van de Grauwe Eeuw en de heer Pondaag die opkomt voor de belangen van de Indonesiërs. Partijen die de doelgroep van de Indische kwestie kenschetsen als oorlogsmisdadigers en kolonialen, waar nog een onderzoek naar loopt in verband met belastende uitspraken. Kunt u aangeven waarom de Kamer en IP2.0 hierover niet van tevoren zijn ingelicht? Dit in verband met de kwetsbare doelgroep en de nog laatst levenden van de oorlog(en) vallend onder de Indische kwestie. Bent u zich volledig bewust van de herbeleving van alle jaren in het gevecht van deze oude mensen? Wat gaat u hieraan doen? Wie betaalt en faciliteert deze vergadering? En van welk geld? De Backpay en de collectieve erkenning direct daarop volgend? Uw motivatie van de collectieve erkenning druist dwars tegen bovenstaande in en opent nog meer oude wonden. Wat is uw antwoord hierop?

30

U heeft gesprekken gevoerd met mevrouw Van de L.-van B. Bij het eerste gesprek heeft u haar uitleg gegeven waarom u het standpunt volgt van de SVB. In het tweede gesprek stelt u dat u na nader onderzoek niets heeft gevonden en bij de opmerking van de zoon van mevrouw Van de L.-van B. dat de archieven in Australië liggen heeft u gesteld dat dit buiten uw reikwijdte ligt? Klopt dit? Zo ja, wat gaat u daaraan doen zodat er alsnog een goed onderzoek kan plaatsvinden? Zo nee, kunt u verklaren waarom u mevrouw Van de L.-van B. een tweede keer heeft gebeld? Wat heeft u toen inhoudelijk verteld?

31

Heeft u tijdens het telefoongesprek met mevrouw Van de L.-van B. aangegeven uw discretionaire bevoegdheid niet te zullen gebruiken? Zo nee, waarom gebruikt u deze niet? Zo ja, waarom belt u haar persoonlijk op met zo'n teleurstellende mededeling?

Naar boven