2019D03933 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezonden brief van de Staatssecretaris van Financiën van 10 december 2018 over het beleid van het kabinet ten aanzien van het aanbieden van stukken aan de Kamer die als gevolg van een Wob-besluit openbaar zijn gemaakt (Kamerstuk 28 362, nr. 18) op 31 januari 2019 de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber

Nr.

Vraag

1

Hoeveel verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob-verzoeken) zijn er in de afgelopen vijf jaar gedaan bij de rijksoverheid?

2

Hoeveel van deze Wob-verzoeken zijn er afgewezen?

3

Over hoeveel Wob-verzoeken is de Kamer in de afgelopen vijf jaar geïnformeerd?

4

Is het standaardbeleid om de Kamer te informeren over de beantwoording van een Wob-verzoek?

5

Kunt u toezeggen dat de Kamer vanaf nu over elke beantwoording van een Wob-verzoek wordt geïnformeerd?

6

Hoe vaak informeert het kabinet de Kamer (of een Kamercommissie) over de publicatie van een Wob-verzoek?

7

Is het mogelijk om bij het publiceren van een Wob-verzoek de Kamer te attenderen op de publicatie?

8

Is het mogelijk om bij het afwijzen van een Wob-verzoek de Kamer te attenderen op de afwijzing?

9

Hoe vaak gaat een Wob-verzoek over een onderwerp waarover door een of meerdere Kamerleden al specifiek is gevraag in een debat of Kamervragen?

10

Kunt u de sinds uw aantreden gemaakte afwegingen over het al dan niet actief informeren van de Kamer over de besluitvorming over Wob-verzoeken op de beleidsterreinen van u en van de Minister van Financiën naar de Kamer sturen?

11

Kunt u een overzicht geven, met betrekking tot alle ministeries, van de keren in de afgelopen vijf jaar dat de desbetreffende Minister via een Wob-verzoek informatie openbaar maakte, waarom de Kamer eerder had gevraagd, maar die de Kamer toen niet (of niet volledig) gekregen had?

12

Wilt u bij de vorige vraag in elk geval betrekken de volgende voorvallen, waarin via de Wob-informatie naar boven kwam die de Kamer niet gekregen had: de business case over investeren in het toezicht van de Belastingdienst, die de toenmalige Staatssecretaris Wiebes weigerde te sturen aan de Kamer; de NLA-steun en andere steun aan Syrische «rebellen»; de naheffing van de EU, die destijds al lang bekend was bij de toenmalige Minister Dijsselbloem; en zeker tien andere voorbeelden, die u bekend zijn?

13

Wat kan een parlement doen, indien de regering een jaar na een vraag informatie blijkt achter te houden?

14

Bij welke gelegenheden is de afgelopen vijf jaar informatie aan de Kamer geweigerd op grond van het belang van de staat en kunt u daarvan een uitputtende lijst geven?

15

Bij welke gelegenheden heeft het kabinet het besluit om een document niet te verschaffen achteraf getoetst (omdat het kabinet persisteerde bij niet-openbaarmaking)? Kunt u een lijst geven van die gelegenheden en de uitkomst van elk van de besluiten?

16

Hoe kan een Kamerlid controleren of iets ook echt staatsgeheim is, wanneer de bewindspersoon zegt dat het staatgeheim is?

17

Op welke wijze kan de Kamer inzage krijgen in staatsgeheimen?

18

Op welke wijze kan de Kamer vragen stellen over staatsgeheimen?

19

Hoeveel documenten die staatsgeheim verklaard zijn, zijn vervolgens in de afgelopen vier jaar gedeclassificeerd naar niet-staatsgeheim? Kunt u een overzicht van die documenten aan de Kamer doen toekomen?

20

Hoe vaak krijgen journalisten een besluit op Wob-verzoeken van ministeries binnen de normale wettelijke termijn (in percentage van alle Wob-verzoeken van journalisten)?

21

Worden Wob-verzoeken wel eens bewust vertraagd door ministeries?

22

Kunt u voorbeelden geven van Wob-verzoeken, die bewust vertraagd zijn door de regering?

23

Heeft een enkel Kamerlid gewoon recht op alle documenten die een normale burger via de Wob kan vragen? Indien het antwoord niet eenduidig ja luidt, wilt u dan precies aangeven in welke gevallen het Kamerlid dat recht niet heeft?

Naar boven