2018D61359 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van LNV over de Derde Voortgangsrapportage over het herijkte Plan van Aanpak Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA 2020) (Kamerstuk 33 835, nr. 107).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, Konings

1

Lukt het de Auditdienst Rijk (ADR) het onderzoek naar de kosteneffectiviteit en efficiëntie en naar de kostenopbouw van de tarieven voor eind 2018 af te ronden?

2

Kunnen de financiële kaders van de samenvoeging van de NVWA en de laboratoria van het Rikilt nogmaals gedeeld worden met de Kamer?

3

Wat zijn de totale kosten van de fusie van de laboratoria van het Rikilt en de NVWA in vergelijking met de kosten voor het in stand houden van twee aparte laboratoria?

4

Kunt u toelichten of en hoe een van de originele doelstellingen van de versterkte centrale programmasturing van NVWA 2020 (het in staat stellen om flexibeler op te treden) gerealiseerd gaat worden (gelet op het feit dat er niet wordt ingegaan op het begrip «flexibiliteit»)?

5

In hoeverre vormt de complexiteit, de veelheid en de variëteit aan taken van de NVWA een belemmering voor een effectieve invoering van de vernieuwde automatisering?

6

Was het op dit punt van het proces verwacht dat de behaalde resultaten uitgedrukt konden worden middels de kritische prestatie-indicatoren? Zo ja, waarom is dit momenteel nog niet mogelijk? Zo nee, wanneer verwacht u dat dit wel mogelijk is?

7

Welke acties lopen er bij de NVWA zodat in de toekomst wel kan worden voldaan aan de norm wat betreft de periodieke integrale afweging?

8

Wanneer is de verwachting dat een periodieke integrale afweging (van wat de NVWA kan realiseren en wat hiervan de consequenties zijn voor budget, tijd en kwaliteit tegen de beoogde concrete doelstellingen van NVWA 2020) in de directieraad van de NVWA zichtbaar gedefinieerd kan worden en ingeregeld kan zijn?

9

Kunt u toelichten wat de stand van zaken is met betrekking tot de pilot cameratoezicht in slachthuizen?

10

Wat is de frequentie van de inspecties bij individuele veebedrijven: hoe vaak wordt een individueel bedrijf bezocht door de NVWA?

11

Kunt u uiteenzetten met welke frequentie, op welke wijze, aan de hand van welke indicatoren en/of met behulp van welke protocollen de NVWA controleert op de naleving van artikel 1.6, lid 2 van het Besluit houders van dieren (Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften)?

12

Kunt u uiteenzetten met welke frequentie, op welke wijze, aan de hand van welke indicatoren en/of met behulp van welke protocollen de NVWA controleert op de naleving van artikel 1.7, onderdeel d, van het Besluit houders van dieren (Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden)?

13

Kunt u uiteenzetten met welke frequentie, op welke wijze, aan de hand van welke indicatoren en/of met behulp van welke protocollen de NVWA controleert op de naleving van artikel 1.12 van het Besluit houders van dieren (Bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten wordt de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden bespaard)?

14

Kunt u uiteenzetten met welke frequentie, op welke wijze, aan de hand van welke indicatoren en/of met behulp van welke protocollen de NVWA controleert op de naleving van artikel 1.17, lid 1, van het Besluit houders van dieren, namelijk (Voortplantingstechnieken worden toegepast op zodanige wijze dat bij het dier niet onnodig pijn, letsel, stress of ander ongerief wordt veroorzaakt)?

15

Kunt u uiteenzetten met welke frequentie, op welke wijze, aan de hand van welke indicatoren en/of met behulp van welke protocollen de NVWA controleert op de naleving van artikel 2.3 van het Besluit houders van dieren, namelijk (Wanneer een dier permanent of geregeld wordt aangebonden, vastgeketend of geïmmobiliseerd, wordt het voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften)?

16

Kunt u een uitgebreide toelichting geven op welke wijze de handhavingsinstrumenten hervormd en gemoderniseerd worden en welke resultaten tot nu toe binnen NVWA 2020 gerealiseerd zijn (gelet op het feit dat in de Derde voortgangsrapportage hier erg kort op ingaat)?

17

Wanneer verwacht u dat alle twaalf ketenanalyses gereed zijn?

18

Wanneer en op welke manier worden de ketenanalyses geëvalueerd?

19

Wat doet de NVWA met de inbeslaggenomen handel, goederen en financiële middelen?

20

In hoeverre wordt er bij de benoemde veranderingen rekening gehouden met de werkbelasting van inspecteurs en hoe krijgen medewerkers in de toekomst meer de ruimte om misstanden aan de kaak te stellen, aangezien inspecteren mensenwerk blijft?

21

Er wordt gesproken over aangepaste en hogere begrote kosten bij de planning van het veranderproces, welke kosten zijn dit?

22

Hoe is de afgelopen tijd gewerkt aan de uitkomsten zoals beschreven in het plan van aanpak, zoals dat het programma niet tot de gewenste uitkomsten leidde?

23

Hoe is de afgelopen periode gewerkt aan de uitkomsten van het plan van aanpak, waarin externe ontwikkelingen de transformatie beïnvloedden en welke externe ontwikkelingen waren dit?

24

Er wordt gesproken over een strategische personeelsplanning, wat wordt hier onder verstaan en hoe worden de meest noodzakelijke mensen aangetrokken?

25

Hoe lang duurt het gemiddeld voordat burgers en bedrijven een antwoord krijgen van de NVWA op de gestelde vraag?

26

Over welke onderdelen van de NVWA zijn er in het eerste halfjaar van 2018 klachten ingediend?

27

Met welke maatregelen verwacht u de doorlooptijd van bezwaar en beroep te verhogen van 22% naar 70% binnen twee jaar?

Naar boven