2018D55599 INBRENG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 30 oktober 2018 over de brief over het bestuursakkoord MBO (Kamerstuk 31 524, nr. 388).

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Alberts

Inhoud

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

• Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

• Inbreng van de leden van de CDA-fractie

3

 

• Inbreng van de leden van de D66-fractie

4

 

• Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

4

 

• Inbreng van de leden van de SP-fractie

5

 

• Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

6

II

Reactie Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

6

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

We mogen ontzettend trots zijn op ons mbo. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) concludeerde recent dat het Nederlandse mbo-stelsel tot de best presterende stelsels van de wereld behoort. Iets om trots op te zijn. De komende jaren komen er grote uitdagingen onze kant op. Goede afspraken met het onderwijsveld zijn cruciaal om het onderwijs aan te laten sluiten op de 21ste eeuw en de uitdagingen voor de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Naar aanleiding van de brief aan het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) over het bestuursakkoord hebben de leden een aantal vragen.

Effecten voor studenten en onderwijspersoneel

In de brief staat dat studenten via de medezeggenschap wettelijk instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting hebben en dus daarmee zijn betrokken bij de kwaliteitsafspraken. Op het eerste gezicht lijkt de redenering heel logisch. Echter, het hebben van inspraakrecht is toch iets anders dan het ook daadwerkelijk krijgen van inspraak. Vandaar de volgende vraag: in hoeverre hebben studenten en docenten deelgenomen aan het opstellen van de verschillende kwaliteitsagenda’s?

Verbeteren van de doorstroom

De leden vinden een goede doorstroom tussen het vmbo en het mbo, en het mbo en het hbo, van belang om jongeren kansen te bieden om het beste uit zichzelf te halen. Daarom zijn zij blij dat de verbetering van de doorstroom in de beroepskolom een prioriteit is geworden in de nieuwe kwaliteitsafspraken. De leden zijn wel benieuwd hoe de uitwerking van de verbetering van de doorstroom beoordeeld gaat worden door de Commissie Kwaliteitsafspraken MBO. Zij vragen de Minister dit nader toe te lichten.

MBO Brigade

De Minister geeft aan dat er een MBO Brigade ingesteld gaat worden, die gaat onderzoeken welke regels innovatief handelen in de weg zitten. De leden zijn daar heel blij mee, omdat de ambities die wij hebben met het mbo alleen kunnen slagen als mbo-instellingen ook daadwerkelijk de ruimte krijgen om te innoveren en aan te sluiten op de 21ste eeuw. Het is echter voor de leden nog onduidelijk wie er zitting gaat nemen in deze brigade. De leden zien de deelname van het beroepenveld als een vereiste hierin. Dat geldt niet alleen voor het bedrijfsleven, maar ook voor het zorgveld, de studenten, de docenten en de begeleiders. Kan de Minister aangeven wie er zitting nemen in de Brigade?

Leven Lang Leren

Enkele van de uitdagingen van de 21ste eeuw betreffen de snel veranderende arbeidsmarkt en daarmee gepaarde krapte op de arbeidsmarkt. Het betreft ook de technologische ontwikkeling en een sterke behoefte van werkgevers en werknemers aan her- en bijscholing. Certificaten spelen daarin een steeds grotere rol en de leden zijn benieuwd wat de resultaten zullen zijn van de pilots. Vandaar de vraag: wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de pilots over beroepsgerichte onderdelen van certificaten? Hoe is de Minister van plan om de motie Tielen c.s.1 uit te voeren met betrekking tot het meerjarig vaststellen van de subsidieregeling praktijkleren, zo vragen deze leden.

Inleveren kwaliteitsplannen

De leden vinden de kwaliteitsplannen van mbo-instellingen ontzettend belangrijk, want zij vormen de leidraad voor de investeringen en prestaties van de instellingen. De zorg die de leden hebben en het signaal dat zij uit het onderwijsveld krijgen, is dat bestaande plannen worden afgestoft en gepresenteerd als nieuwe kwaliteitsplannen met hoge ambitie. De leden willen juist dat de lat hoger wordt gelegd en zien de kwaliteitsafspraken als goed middel om dat te bewerkstelligen. Daarom vragen de leden aan de Minister hoe we kunnen voorkomen dat enkele instellingen de status quo presteren als vernieuwing.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 30 oktober 2018 inzake de brief aan het mbo over het bestuursakkoord MBO. Zij zijn verheugd dat de MBO Raad en -instellingen voortvarend aan de slag gaan met de afspraken uit het bestuursakkoord en het opstellen van kwaliteitsafspraken. Deze leden hebben daarnaast nog enkele vragen.

Kan de Minister aangeven hoeveel en welke leden plaats gaan nemen in de MBO Brigade? Wordt er direct geacteerd op het wegnemen van belemmeringen of worden de bevindingen na een bepaalde periode gebundeld gepresenteerd? Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang, zo vragen deze leden.

Kan de Minister aangeven waarover de MBO Raad gesprekstafels met zijn leden organiseert als het gaat om audits conform artikel 1.3.6 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)? Voorziet de Minister problemen met betrekking tot het uitvoeren van audits? Zo ja, welke? Kan de Minister uitleggen wat in de praktijk het verschil is tussen audits in het mbo en peers in het hoger onderwijs? Kan zij daarbij ook uiteenzetten wie de auditors in het mbo zullen zijn? Tenslotte willen de leden graag weten wanneer de Kamer de uitkomsten van het themaonderzoek van de Inspectie van het Onderwijs over dit onderwerp kan verwachten.

MBO-scholen krijgen meer mogelijkheden om volwassenen vrijstellingen te verlenen, wanneer zij aan bepaalde eisen reeds eerder in hun loopbaan hebben voldaan en minimaal een startkwalificatie hebben behaald. De Minister bereidt hiervoor op dit moment een wijziging van de regelgeving voor. De leden vragen wanneer de Kamer dit voorstel tegemoet kan zien.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van brief aan het mbo over het bestuursakkoord MBO en willen de regering nog enkele (kritische) vragen voorleggen.

De leden vinden dat de brief een duidelijk inzicht geeft in de voortgang in het mbo. De brief is echter alleen gericht aan bestuurders, terwijl deze leden vermoeden dat de informatie ook interessant is voor studenten en docenten. Is de Minister in het vervolg bereid de brief ook te richten aan docenten en studenten, zodat de bekendheid met en het draagvlak voor het bestuursakkoord toeneemt? Is de Minister bereid ook in andere onderwijssectoren soortgelijke voortgangsbrieven te schrijven, zo vragen deze leden.

Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de «Brief aan het mbo over het bestuursakkoord MBO». De leden zijn van mening dat er goede uitgangspunten zijn geformuleerd wat betreft gelijke kansen en innovatie. Niettemin hebben de voornoemde leden nog vragen over de brief.

Kwaliteitsafspraken

Voor de uitvoering van de kwaliteitsafspraken is jaarlijks een aanvullende bekostiging van ongeveer 400 miljoen euro beschikbaar, lezen de voornoemde leden. Een aanzienlijk deel van dit bedrag, namelijk 25 procent, is resultaatafhankelijk. De leden vragen zich af in hoeverre omgevingsfactoren worden meegenomen in de afrekening hiervan. Of zullen enkel de cijfermatige indicatoren leidend zijn? Deze leden zijn van mening dat het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten een grote en zéér belangrijke uitdaging betreft en zijn verheugd om te zien dat het zo prominent op de agenda staat bij mbo-instellingen. Tegelijkertijd vrezen de voornoemde leden dat wanneer instellingen alleen op de cijfermatige indicatoren worden afgerekend zij ook mijdgedrag kunnen vertonen in het aantrekken van «potentieel kwetsbare» studenten. Eveneens vragen deze leden hoe instellingen de kwaliteit kunnen vergroten als zij tegelijkertijd worden gekort vanwege het niet nakomen van hun resultaatafhankelijke kwaliteitsafspraken?

Studenten met een functiebeperking

Tot spijt van de leden zijn in het bestuursakkoord geen specifieke maatregelen afgesproken om studenten met een functiebeperking te helpen. Terwijl studenten met een functiebeperking vaak uitvallen op het mbo. Waarom is ervoor gekozen niet specifiek afspraken voor deze groep te maken, maar deze groep te scharen onder de brede noemer «kwetsbare jongeren»? Hoe worden studenten met een lichamelijke of psychische handicap beter geholpen met de nieuwe kwaliteitsafspraken dan hiervoor? Waarom rept de brief aan de mbo-bestuurders hier met geen woord over? Deze leden willen weten, hoe het staat met de eerdere toezegging van de Minister om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is ook voor het middelbaar beroepsonderwijs een profileringsfonds per instelling in te richten.

Associate Degree

De voornoemde leden hebben kennisgenomen van het convenant dat de MBO Raad heeft ondertekend met de Vereniging Hogescholen over de Associate Degree. Dit moet de gelijke kansen vergroten in de doorstroom naar het hbo. De leden vragen of de Minister de Associate Degree ziet als een eindkwalificatie of als tussenstap naar een hbo-diploma.

Selecteren zonder vooroordelen

De voornoemde leden herinneren de Minister graag aan de motie van de leden Westerveld en Özdil2 die 26 september 2018 is aangenomen om te onderzoeken of de training «selecteren zonder vooroordelen» verplicht kan worden gesteld om stagediscriminatie tegen te gaan. Refereert de Minister aan de uitvoering van deze motie wanneer zij schrijft dat zij maatregelen gaat nemen «waaronder het organiseren van trainingen voor bedrijven om hen te leren te selecteren zonder vooroordelen»? In haar brief aan de Kamer van 28 augustus 2018 waarnaar de Minister verwijst staan immers geen nieuwe toezeggingen wat betreft dit trainingsprogramma en zijn hierover evenmin nieuwe maatregelen aangekondigd. De Minister beschrijft in deze brief enkel de status quo dat de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) al workshops organiseert voor haar adviseurs praktijkleren om discriminatie te herkennen en ermee om te gaan. De leden zijn benieuwd naar meer duidelijkheid op dit gebied.

Inspraak studenten

De Minister schrijft dat studenten invloed hebben op de uitwerking van het bestuursakkoord. Dat roept bij deze leden de vraag op hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat de inspraak van mbo-studenten verder wordt versterkt binnen het middelbaar beroepsonderwijs. In het bestuursakkoord stond nog dat met Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) zal worden bekeken «hoe studentenraden hierin het beste ondersteund kunnen worden». Waarom is dit aspect niet meegenomen in de brief aan mbo-bestuurders? De leden vragen de Minister, wat nu de stand van zaken is.

Doelmatigheidskorting

Tenslotte willen de leden van de gelegenheid gebruik maken om nogmaals bezwaar te maken tegen de bezuiniging van 25 miljoen euro onder de noemer «doelmatigheidskorting». Dit kabinet prijst de recente prestaties van het middelbaar beroepsonderwijs, maar kiest er niet voor om extra in dit onderwijs te investeren. De voornoemde leden vinden dit spijtig om te constateren.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het bestuursakkoord MBO. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De Minister heeft in een brief maatregelen rondom stagediscriminatie aangekondigd. Trainingen en voorlichting zouden volgens de Minister een oplossing moeten zijn. De leden zijn er niet van overtuigd dat deze aanpak tot gevolg heeft dat stagediscriminatie een halt wordt toegeroepen. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat daders worden aangepakt en dat slachtoffers waar mogelijk worden ondersteund?

De leden zijn verheugd dat er een besluit is genomen over de rekentoets in het mbo. Zij hebben hierover nog wel enkele vragen. Voor rekenen mag de student niet minder dan een 4 halen. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat studenten gemotiveerd blijven om zich volwaardig in te zetten bij het vak rekenen? Daarnaast gaan instellingen zelf bepalen hoe de examens eruit zien, waarbij de huidige referentieniveaus blijven gelden. Gaat de Minister hier nog minimale voorwaarden aan verbinden, zo vragen deze leden.

De Minister is voornemens onderzoek te doen naar het nut van de onderwijsovereenkomst en de rechtspositie van mbo’er. Al meer dan een jaar wacht de Kamer op de resultaten. De leden zijn benieuwd naar hoe het staat met dit onderzoek. Wanneer kan de Kamer de resultaten verwachten? De leden vragen de Minister, of zij bereid is de Kamer te informeren over de status van dit onderzoek.

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige bestuursakkoord. Zij zijn verheugd over het positieve oordeel dat internationale gasten velden over de prestaties van ons mbo tijdens de General Assembly van World Skills in Amsterdam en het oordeel van de OESO dat we in Nederland één van de beste stelsels van de wereld hebben.

De leden zijn blij dat de Minister maatregelen heeft aangekondigd vanwege discriminatie in de toekenning van stageplekken. In hoeverre wordt in dit bestuursakkoord ook recht gedaan aan de wettelijke eindverantwoordelijkheid van de onderwijsinstellingen voor het vinden van een beroepspraktijkvormingsplaats voor hun studenten, zoals de Kamer de regering heeft verzocht met het aannemen van de motie van het lid Jadnanansing c.s.3?

De leden waarderen de inzet van de Minister om samen met de partners in de SBB mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te helpen om zich te kwalificeren voor een beroepskwalificatie. Welke knelpunten heeft de Minister hierbij weten te identificeren? Hoe verloopt de samenwerking met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in dezen?

De leden vinden het goed dat het Ministerie van OCW eindelijk met de MBO Raad en JOB is overeengekomen dat elke school het schoolkostenbeleid voorlegt aan de Studentenraad. Vanaf welk moment zal dit binnen het gehele mbo een feit zijn? Hoeveel instellingen lopen hierop al vooruit? In hoeverre krijgen de studenten binnen de Studentenraad de mogelijkheid om hoge ouderbijdragen en bijkomende schoolkosten af te blazen, zo vragen deze leden de Minister.

II Reactie Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 40.

X Noot
2

Kamerstuk 31 524, nr. 377.

X Noot
3

Kamerstuk 34 300 VIII, nr. 39.

Naar boven