2018D39996 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 juli 2018 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van zijn collega van Buitenlandse Zaken van 29 juni 2018 inzake het BNC-fiche: Verordening Promotie mkb-groeimarkt (Kamerstuk 22 112, nr. 2614).

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verordening promotie mkb-groeimarkt en zijn blij te lezen dat maatregelen worden genomen om de toegang tot financiering op de kapitaalmarkten te vergemakkelijken voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb). De huidige regels vormen een belangrijke drempel tot de kapitaalmarkt voor het mkb. De leden van de VVD-fractie hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen in de beoordeling en inzet van het Nederlandse kabinet ten aanzien van dit voorstel dat Nederland zich kan vinden in de eerste maatregel, maar nog wel ruimte ziet voor technische verbeteringen. Welke technische verbeteringen zijn dit? Welke invloed heeft dat op de eerste maatregel? En wanneer deze technische verbeteringen niet worden toegepast, verandert dat iets in de inzet van het Nederlandse kabinet?

De leden van de VVD-fractie lezen in de beoordeling en inzet van het Nederlandse kabinet ten aanzien van de derde maatregel dat Nederland kritisch is op aspecten van de wijziging van artikel 17 en deze vanwege de genoemde redenen dan ook expliciet afwijst. Hoe verhoudt zich de Nederlandse houding hierin ten opzichte van de andere lidstaten? Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat aan haar bezwaren over het artikel alsnog tegemoet wordt gekomen?

De leden van de VVD-fractie lezen in de Nederlandse beoordeling van de laatste maatregel dat het kabinet ervoor kiest gebruik te maken van de lidstaatoptie waarbij de toezichthouder voor openbaarmaking van de transactiemeldingen zorgt en niet de uitgevende instelling. Waarom heeft het kabinet hiervoor gekozen en welke lidstaten hebben nog meer voor deze optie gekozen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het nog niet bekend is hoe andere lidstaten tegen het voorstel aankijken. Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat dit wel bekend wordt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het BNC-fiche. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de mogelijkheid dat de genoemde vrijstellingen voor uitgevende instellingen ertoe leiden dat door het verminderde toezicht meer misbruik zal plaatsvinden. Deze leden vragen dan ook naar de opvatting van de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de voorgestelde wijzigingen. Ook vragen zij of door de versoepelingen voor uitgevende instellingen in mkb-groeimarkten het risico bestaat dat uitgevende instellingen hun governance zo gaan vormgeven, dat ze vallen onder de nieuwe regels, terwijl ze momenteel niet onder de vereenvoudiging zouden vallen.

De leden van de CDA-fractie lezen met verbazing dat de voorgestelde maatregelen niet per se leiden tot een groei in het aantal notering aan mkb-groeimarkten volgens het impact assessment. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan, gezien het gegeven dat een groei van het aantal noteringen toch wel een doelstelling zou moeten zijn?

Ten slotte vragen deze leden of en hoe de voorstellen uit deze verordening kunnen leiden tot complexere producten, of dat producten juist eenvoudiger worden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben met grote interesse kennisgenomen van het BNC-fiche. Zij onderstrepen met kracht het belang van verdere integratie van de Europese kapitaalmarkt. De kapitaalmarktunie maakt het makkelijker en goedkoper voor bedrijven om financiering aan te trekken van verschillende bronnen, wat investeringen bevordert en de economie stabieler en weerbaarder maakt. De leden van de D66-fractie zijn om die reden enthousiast over initiatieven die grensoverschrijdende investeringen binnen de Europese Unie bevorderen. Zij ondersteunen ook het doel om tegelijkertijd de nalevingskosten voor mkb-ondernemingen te verlagen. Deze leden lezen dat het kabinet enkele technische aandachtspunten heeft en zij hebben hier nadere vragen over.

De leden van de D66-fractie lezen dat de wijzigingsverordening marktmisbruik vraagt om een insiderslijst met medewerkers die (kunnen) beschikken over voorwetenschap, maar deze tegelijkertijd beperkt tot permanente insiders. Ad hoc-insiders zouden er niet onder vallen. Deze leden vragen de Minister of hij een lijst met alleen permanente insiders een effectief instrument vindt. Is de Minister van mening dat een dergelijk onderscheid kan leiden tot een grotere toename van «ad-hoc insiders» om vermelding op de lijst te ontwijken?

De leden van de D66-fractie lezen voorts dat de verordening vraagt om een melding van uitstel van openbaarmaking van voorwetenschap aan de toezichthouder kenbaar te maken. Zij ondersteunen het standpunt van het kabinet dat de toezichthouder hiermee in een onmogelijke positie wordt geplaatst. Hebben andere lidstaten inmiddels hun steun uitgesproken voor het standpunt om deze bepaling te verwijderen?

De leden van de D66-fractie lezen dat Nederland in zal zetten op een implementatietermijn langer dan zes maanden. Zij vinden dit onwenselijk, gezien de voordelen van deze verordening voor financiële stabiliteit en economische weerbaarheid en de positieve effecten voor mkb-ondernemingen. Waarom is voor implementatie van deze verordening een langere periode noodzakelijk?

Naar boven