2017D21103 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 6 juli 2017 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken over zijn brief van 14 juni 2017 over de borging van publieke belangen inzake URENCO (Kamerstuk 28 165, nr. 267).

De fungerend voorzitter van de commissie, Duisenberg

De adjunct-griffier van de commissie, Van Zuilen

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de openbaarmaking van het wetsontwerp voor de borging van publieke belangen inzake Urenco en hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.

Voor de leden van de VVD-fractie heeft het borgen van de belangen van non-proliferatie en veiligheid natuurlijk prioriteit. In hoeverre is het kabinet van mening dat hier in de bestaande situatie niet of niet voldoende sprake van zou zijn? Waarom zou dit in de toekomst niet voldoende zijn, wanneer het Verenigd Koninkrijk en E-ON/RWE eventueel geen aandeelhouder meer zijn?

Het kabinet heeft al op 31 oktober 2016 aan de Tweede Kamer gemeld dat er geen overeenstemming was tussen de betrokken partijen en het wetsvoorstel dus niet ingediend zou worden. Wat is de reden dat er dan nu na ruim een half jaar wordt besloten het conceptwetsvoorstel c.a. openbaar te maken?

Het onderhavige traject is natuurlijk gestart met het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om hun aandelen te willen verkopen. Wat is de stand van zaken in het Verenigd Koninkrijk voor wat betreft het verkopen van hun aandelen? Hoe beïnvloedt het niet tot stand komen van nieuwe afspraken tussen de landen en aandeelhouders de verkoop van de aandelen van het Verenigd Koninkrijk? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de plannen van de Duitse aandeelhouders E.ON en RWE voor het verkopen van hun aandelen?

Hoe gaat het kabinet nu verder met dit dossier? De leden van de VVD-fractie hebben in de brief van 31 oktober 2016 gelezen dat het kabinet het noodzakelijk vindt om in overleg met de verdragspartners alternatieve mogelijkheden te verkennen waarmee de optimale borging van de publieke belangen gegarandeerd wordt. Wat is op dit punt in de afgelopen periode gedaan? Waaraan wordt dan gedacht?

De Duitse aandeelhouders in Urenco hebben «slechts» een derde deel van de aandelen. Waarom is dat in dit geval doorslaggevend?

De Duitse overheid heeft als voorwaarde gesteld dat er een vennootschapsrechtelijke structuur voor Urenco Ltd. wordt geïmplementeerd die een beursnotering uitsluit. De Duitse aandeelhouders E.ON en RWE willen de mogelijkheid ophouden van een beursnotering. Waarom is de Duitse overheid van mening dat een beursnotering moet worden uitgesloten? Wat is de reden dat de beide Duitse partijen een tegengestelde insteek hebben? In hoeverre stond de Duitse overheid alleen in het uitsluiten van een beursnotering, dan wel waren het Verenigd Konikrijk en Nederland daartoe wel bereid geweest?

Het algemene uitgangspunt van het staatsdeelnemingenbeleid is dat als de wet- en regelgeving niet voldoende waarborgen bieden om het publieke belang te borgen, daarvoor het aandeelhouderschap nodig is. Het is opmerkelijk dat eerder al in de Wet luchtvaart in verband met de exploitatie van Schiphol werd gesteld dat het aandeelhouderschap minder geschikt is om de publieke belangen te borgen. En dit lijkt nu ook weer het geval voor Urenco. Graag een reactie van het kabinet. En als je de publieke belangen beter met wet- en regelgeving kan borgen, welke meerwaarde heeft het aandeelhouderschap dan nog c.q. welke extra waarborgen biedt het aandeelhouderschap dan voor het borgen van de publieke belangen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister en spreken hun teleurstelling uit over het feit dat het niet is gelukt om tot een gedragen wetsvoorstel te komen ter borging van de publieke belangen in URENCO.

De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe de prioriteit van het kabinet om de publieke belangen en de veiligheid effectief te borgen, nu concreet gaat worden vormgegeven. Wat gebeurt er als een van de mede-aandeelhouders besluit tot het overdoen van aandelen aan een nu nog onbekende derde? Zijn er andere scenario’s waarbij er veranderingen in aandeelhouderschap optreden waar het kabinet rekening mee houdt? Zijn er mogelijkheden om tot een voorstel te komen dat mogelijk niet door alle (private) aandeelhouders gesteund wordt, teneinde daadkrachtiger tot een oplossing te komen?

De leden van de CDA-fractie hebben vragen over het eindrapport hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap, waarin URENCO ook wordt besproken. In dit eindrapport wordt gesproken over het eventueel verkopen van de Nederlandse aandelen van URENCO. Deelt het kabinet die opvatting van de opstellers van het rapport, dat verkoop van de Nederlandse aandelen een optie is? Ziet het kabinet ook reden tot onderzoek naar de wenselijkheid van het juist vergroten van het Nederlandse aandeel, zoals eerder uitgesproken in de aangenomen motie Ronnes-Merkies (28 165, nr. 237)?

Tenslotte vragen deze leden naar de eventuele gevolgen van de Brexit voor het URENCO-dossier. Zijn er signalen dat de Britse regering haar huidige standpunt – namelijk het voornemen tot verkoop van de aandelen – over URENCO zal wijzigen als de Brexit realiteit wordt? Is er iets te melden over het huidige standpunt van de Britse regering?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister dat de Duitse aandeelhouders niet akkoord zijn gegaan met het wetsvoorstel tot borging van de publieke belangen inzake URENCO. Zij hebben daarover nog een aantal vragen.

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het van groot belang is dat de publieke belangen van veiligheid en non-proliferatie ook in de toekomst bij URENCO goed zijn geborgd. Deze leden vragen de Minister wat de vervolgstappen zijn nu er geen akkoord is bereikt omdat de private aandeelhouders van URENCO zich verzetten tegen het uitsluiten van beursnotering. Ook willen deze leden weten hoe de overheden van Duitsland en het VK de toekomst van URENCO nu voor zich zien. Tevens vragen deze leden wat nu verder de stand van zaken is van het voornemen van de andere aandeelhouders om de eigen aandelen te verkopen. Verwacht de Minister dat hier op korte termijn potentiele kopers voor zouden zijn, zo vragen deze leden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister en hebben hierover enkele vragen.

De leden van de SP-fractie maken uit de brief op dat de privatisering van het Duitse deel van URENCO ertoe heeft geleid dat één private partij wijziging van een verdrag tussen drie landen kan blokkeren. Deze leden zijn benieuwd welke gevolgen voor de veiligheid en andere publieke belangen dit met zich meebrengt, zeker op het moment dat ook de Britse overheid voornemens is haar deel van URENCO te privatiseren.

De leden van de SP-fractie vragen het kabinet om mogelijke oplossingen voor de bestaande impasse waarbij op korte termijn een wetsvoorstel kan worden ingediend. Deze leden vragen hierbij expliciet naar de mogelijkheden om het geprivatiseerde en nog door Groot-Brittannië te privatiseren deel van URENCO te renationaliseren. Is bij het kabinet bekend of de Duitse regering voornemens is de privatisering van het Duitse deel van URENCO ongedaan te maken? De leden van de SP-fractie vragen tevens of het kabinet de mening deelt dat deze ontwikkelingen des te meer vragen om behoud van de bestaande staatsdeelneming in Ultracentrifuge Nederland. Is het kabinet nog steeds van mening, zoals uit antwoorden op schriftelijke vragen van de SP (2013D20964) ook het geval bleek, dat de bestaande situatie de beste garanties op non-proliferatie, nucleaire veiligheid en leveringszekerheid bieden of zou een wijziging van de eigendomsverhoudingen richting een groter publiek aandeel in URENCO hiervoor naar de mening van het kabinet betere garanties bieden?

De leden van de SP-fractie vragen het kabinet toe te lichten welk deel van de omzet van URENCO Nederland bestaat uit de verrijking van verarmd uranium en welk deel uit het opwerken van materiaal tot stabiele isotopen. Deze leden vernemen graag van het kabinet in hoeverre het onderdeel dat stabiele isotopen maakt een zelfstandige staatsdeelneming kan worden gemaakt.

II Reactie van de Minister

Naar boven