2017D13920 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 mei 2017 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief van 30 maart 2017 over de verslagen voor de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van de zelfstandige bestuursorganen De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (Kamerstuk 25 268, nr. 143).

De fungerend voorzitter van de commissie, Duisenberg

De griffier van de commissie, Berck

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met enige teleurstelling kennisgenomen van de verslagen met de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van DNB en de AFM. Zeker nu de betrokken sectoren de volledige toezichtkosten en dus de kosten van de zelfstandige bestuursorganen DNB en de AFM moeten betalen, is de doelmatigheid des te meer van belang. Er zijn immers ook regelmatig klachten over de hoogte van de toezichtkosten in de financiële sector. Dat laat onverlet dat goed en voldoende toezicht van groot belang is.

De leden van de VVD-fractie hebben al eerder zorgen geuit over hoe tot een oordeel gekomen kan worden over het functioneren van DNB en de AFM bij het schriftelijk overleg over kostenkaders DNB en de AFM 2017–2020. De Minister wilde toen niet weten van bijvoorbeeld een nauwere samenwerking tussen DNB en de AFM in ondersteunende en staffuncties die zou kunnen bijdragen aan een verdere reductie van de kosten, te denken valt hierbij aan een gezamenlijke «back office» voor personeelszaken, financiën en control, inkoop, etc. Waarom zijn dit soort aspecten niet meegenomen en/of gewogen in dit onderzoek?

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of op basis van deze verslagen en informatie kan worden geconcludeerd dat DBN en de AFM doelmatig werken. De centrale vraag is dan immers of je met bijvoorbeeld 10% of 20% minder kosten niet ook dezelfde resultaten zou hebben kunnen bereiken. Waarom is daar niet naar gekeken? Waarom is er gekozen voor deze opzet van het onderzoek en de verslagen? Het is vooral ook een heel lange beschrijving van veel zaken die al bekend zijn. Waarom is er niet voor gekozen om ook met de ondertoezichtgestelden en de adviserende panels te praten over de doelmatigheid en doeltreffendheid van DNB en de AFM? Is de Minister bereid dat alsnog te doen c.q. de rapporten te bespreken met de ondertoezichtgestelden en de adviserende panels?

De Minister heeft de AFM en DNB wel een financiële taakstelling opgelegd voor de komende jaren. De leden van de VVD-fractie vinden dat terecht. Maar waarop is de taakstelling dan gebaseerd, waar zit ruimte voor verbetering en hoe kan die taakstelling gerealiseerd worden in de komende jaren?

Waarom is er niet ook gekozen voor een benchmark met toezichthouders in andere landen om de doelmatigheid te kunnen bepalen? Is de Minister bereid dit alsnog te gaan doen? Zo nee, waarom niet? Of ook een meer financiële en cijfermatige benadering van de doelmatigheid, al dan niet voor een aantal processen? Is de Minister bereid dit alsnog te gaan doen? Zo nee, waarom niet?

Welke prikkels zijn er ingebouwd om DNB en de AFM doelmatig te laten werken?

De verslagen hebben betrekking op de periode 2010 t/m 2015. De verslagen zijn pas op 31 maart 2017 naar de Tweede Kamer verzonden. Waarom heeft het zo lang geduurd?

De leden van de VVD-fractie lezen verder dat niet gekozen is om te kijken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het financieel toezicht zelf. Maar als niet gekeken is naar de doeltreffendheid van het financieel toezicht zelf, hoe kan je dan wel tot het oordeel komen dat DNB en de AFM doeltreffend hebben gefunctioneerd? Het één hangt toch samen met het ander? Nu zou het blijkbaar zo kunnen zijn dat DNB en de AFM doeltreffend functioneren, terwijl het financiële toezicht niet doeltreffend is? Dat is toch niet uit te leggen? Hoe en wanneer wordt dan wel de doeltreffendheid van het financiële toezicht bepaald?

Waarom is alleen gekeken naar de taken van DNB als onafhankelijk toezichthouder en worden de stelseltaken van DNB buiten beschouwing gelaten? Ook daarvoor is de doelmatigheid en doeltreffendheid toch van belang?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er vanuit de sector kritische geluiden zijn over de ruime taakopvatting door DNB. Op pagina 27 van het verslag wordt daar één korte alinea aan gewijd. Er wordt echter verder niets mee gedaan. Waarom niet? Waar gaat DNB volgens de geluiden te ver in haar taakopvatting? En in hoeverre spoort dit met de wettelijke taken van DNB? Wat gaat de Minister doen met die kritische geluiden?

De leden van de VVD-fractie vinden het goed en logisch dat DNB intensiveringen zoveel mogelijk opvangt binnen het bestaande begrotingskader door herprioritering, een interne taakstelling en mogelijke versoberingen. In hoeverre is dit voor de AFM ook het geval? In bijlage VII van het AFM-rapport wordt de prioriteitstelling omschreven. In hoeverre slaagt de AFM erin om te herprioriteren zonder dat de kosten teveel oplopen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat bij de AFM 355 fte bezig zijn met toezicht en 229 met toezichtondersteuning en bedrijfsvoering. Voor DNB gaat het om 579,7 fte primaire activiteiten en 208,9 fte ondersteunende activiteiten. Vooral de verhouding tussen toezicht en ondersteuning bij de AFM lijkt erg ongunstig. Kan er een verdere uitsplitsing worden gegeven van wat er onder de verschillende activiteiten valt, want transparantie over de inzet van middelen is van belang? Hoe is deze verhouding bij deze toezichthouders ten opzichte van andere toezichthouders?

De Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn ervoor verantwoordelijk om de (groei van) de toezichtkosten nauwlettend in de gaten te houden. Wat hebben de ministers daar de afgelopen jaren concreet aan gedaan?

In de verslagen wordt vermeld dat de overheidsbijdrage is afgeschaft voor de bekostiging van het financiële toezicht. Waarom wordt hier ook niet de voorlichting van de afdeling advisering van de Raad van State genoemd met betrekking tot de kosten voor de handhaving, toezicht en keuring door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de gevolgen daarvan?

De leden van de VVD-fractie lezen dat DNB de kritiek op het toetsingsproces met betrekking tot transparantie en rechtsbescherming van kandidaten, ter harte heeft genomen en vanaf medio 2015 een aantal maatregelen ter verbetering heeft doorgevoerd. Om welke maatregelen gaat het hier?

In de tweede helft van 2016 heeft het kabinet bij een schriftelijk overleg over de toezichtkosten van DNB en de AFM in antwoorden op vragen van de leden van de VVD-fractie over de voorlichting van de Raad van State over toezichtkosten bij de NVWA, aangegeven dat er een interdepartementale werkgroep is ingesteld die zal bezien welke betekenis de voorlichting heeft voor het kabinetsbeleid over de doorberekening van toezicht- en handhavingskosten zoals neergelegd in het rapport Maat Houden 2014. Wanneer kan de werkgroep haar bevindingen presenteren en het kabinetsstandpunt geformuleerd worden? Lukt dit nog voor de zomer van 2017? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de verslagen inzake de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren zelfstandige bestuursorganen DNB en de AFM.

Naar aanleiding van het genoemde punt brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.

Allereerst merken de leden van de PVV-fractie op dat de Minister aangeeft dat de AFM, na de constatering van tekortkomingen bij de toetsing door de AFM van de herbeoordeling van rentederivatendossiers door banken, verdere verbeteringen op het gebied van o.a. kwaliteitsbewaking en project governance heeft doorgevoerd. De leden van de PVV-fractie vragen om een update van de verbeteringen die door de AFM zijn doorgevoerd op dit gebied. Zijn alle fouten die in het verleden door de AFM zijn gemaakt inmiddels rechtgezet?

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat er een tabel in het verslag is opgenomen waarin een overzicht wordt gegeven van de vergoedingen die de leden van het bestuur in de periode 2010–2015 hebben ontvangen. Kunt u tevens een overzicht geven van de nevenfuncties van deze bestuursleden en de bijbehorende vergoedingen in de periode 2010–2015? Wat is de laatste update hiervan? Op de website van de AFM zijn de nevenfuncties namelijk voor het laatst in januari 2017 bijgewerkt.

Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie ook om een overzicht van de declaraties van de bestuursleden in de tweede helft van 2016. Op de website van de AFM zijn de declaraties van bestuursleden namelijk niet meer bijgewerkt.

Kunt u tevens hetzelfde overzicht van de nevenactiviteiten en declaraties van de bestuursleden van DNB weergeven?

Voorts stellen de leden van de PVV-fractie vast dat de AFM aangeeft dat de afschaffing van de overheidsbijdrage in 2015 ertoe heeft geleid dat onder toezicht staande entiteiten kritischer zijn geworden over de kosten van het toezicht. De leden van de PVV-fractie vragen de Minister hier nader op in te gaan. Waar blijkt dit uit en heeft de AFM bijvoorbeeld veranderingen aangebracht in de kosten van het toezicht?

Daarnaast merken de leden van de PVV-fractie op dat de Minister aangeeft dat de AFM in de periode 2010–2015 doeltreffend en doelmatig als zelfstandig bestuursorgaan functioneerde. De leden van de PVV-fractie willen weten hoeveel onvolkomenheden er bij de AFM zijn vastgesteld, welke dit zijn en welke verbeteringen de AFM zou kunnen doorvoeren. Waar blijkt uit dat de AFM doelmatig en doeltreffend heeft gefunctioneerd? Hetzelfde willen de leden van de PVV-fractie weten over DNB.

Ten slotte merken de leden van de PVV-fractie op dat de Minister aangeeft dat het financieel toezichtlandschap als gevolg van Europese autoriteiten die nieuw of nadrukkelijker aanwezig zijn, minder overzichtelijk is geworden. De leden van de PVV-fractie vragen op welke wijze het toezichtlandschap minder overzichtelijk is geworden en hoe DNB en de AFM hiermee omgaan. Voorts stelt de Minister vast dat dit de samenwerking tussen DNB en de AFM heeft gecompliceerd. De leden van de PVV-fractie willen weten op welke wijze dit de samenwerking tussen DNB en de AFM heeft gecompliceerd. Welke oplossingen zijn hiervoor aangedragen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de AFM en DNB. Zij zijn tevreden over het gegeven dat deze belangrijke organen voor de betrouwbaarheid van het financiële stelsel voldoende functioneren. Zij hebben hierover geen nadere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de vijfjaarlijkse verslagen van de AFM en DNB. De leden hebben hier enkele vragen over.

De leden lezen dat de conclusie voor zowel de AFM als DNB is dat zij doelmatig en doeltreffend te werk gaan en dat voorzetting als zelfstandig bestuursorganen (ZBO) daarom in de rede ligt. De leden vragen de Minister of er buiten deze conclusie ook andere zaken zijn onderzocht en of er bijvoorbeeld andere aanbevelingen boven zijn gekomen in de beide onderzoeken? Waarom wel of niet? En zo ja, welke aanbevelingen zijn dat en wat zullen de AFM en DNB hiermee gaan doen? Kan de Minister ook toelichten wat de toekomstdoelen van de AFM en DNB zijn in de komende vijf jaar? Zodat er bij het volgende vijfjaarlijks verslag gekeken kan worden of deze doelen behaald zijn?

De leden vragen of de Minister heeft overwogen om een andere partij, die minder nauw betrokken is bij de ZBO’s dan het Ministerie van Financiën, een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is ervoor gekozen dat het Ministerie van Financiën dit vijfjaarlijkse onderzoek (geheel) zelf uitvoert?

De leden hebben nog enkele vragen over het vijfjaarlijksverslag van DNB. DNB heeft een cultuuromslag moeten maken en ook de steeds meer Europese ontwikkelingen in regelgeving hebben invloed op de werkwijze van DNB. Hoe gaat DNB hier in de toekomst om met een steeds internationaler wordende wereld? Is de cultuuromslag en wijziging in organisatie die reeds is gedaan hiervoor voldoende of zijn hier nog verbetermogelijkheden?

Het toezicht van DNB wordt meer opgezet met open normen en principle based. Kan de Minister toelichten of dit een soortgelijke trend is als wat wordt gezet met het horizontaal toezicht door de Belastingdienst?

De leden zien dat de toezichtkosten trustkantoren toenemen in 2015, is dit een trend die doorgezet wordt? Welke rol zal DNB op zich nemen met de aanpak van belastingontwijking?

Klopt het dat er geen toezichtkosten gemaakt worden voor casino’s? Waarom niet?

Wat verklaart de toename in intrekken van vergunningen in de leven-, schade- en natura uitvaartverzekeringen?

De leden van de D66-fractie hebben ook een aantal vragen over het vijfjaarlijksverslag van de AFM. De leden lezen dat de AFM haar interne organisatie heeft aangepast zodat de organisatie wendbaarder werd en met minder kosten en meer resultaat kon behalen. Is de interne organisatie nu voldoende aangepast of wordt er de komende jaren nog een verbeterslag gemaakt? Waarom is dit wel of niet nodig en wat zou er nog verbeterd kunnen worden?

Daarnaast lezen de leden dat de AFM meer transparanter is geworden. Kan de Minister toelichten of hierbij eenzelfde afweging speelt als bij DNB waarbij transparantie en geheimhouding elkaar soms bijten? Hoe gaat de AFM hiermee om en is dit dezelfde manier als DNB dit doet?

De samenwerking tussen DNB en de AFM lijkt lastiger te worden nu de ECB er door het SSM als toezichthouder bijgekomen is. Kan de Minister toelichten waarom samenwerking tussen DNB en de AFM lastiger is geworden met de komst van de ECB als toezichthouder? De medewerkers van DNB willen de samenwerking met de AFM houden zoals deze is. Bij de AFM zien ze dat het steeds ingewikkelder wordt. Kan de Minister toelichten hoe de AFM en DNB samen kunnen blijven werken en hoe dat geborgd zal worden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verslagen betreffende het functioneren van DNB en de AFM. Deze leden hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

Algemeen

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat het toezicht op de financiële sector bekostigd zou moeten worden door de overheid, en maakt zich zodoende zorgen over het feit dat de overheidsbijdrage is afgeschaft. Hoe beoordeelt het kabinet de gevolgen van de afschaffing van de overheidsbijdrage aan de AFM en DNB voor het functioneren van deze ZBO’s en het toezicht op de financiële sector? Is er een evaluatie gemaakt van de gevolgen van dit beleid, en zo ja, wat zijn de resultaten hiervan? Erkent het kabinet dat er als gevolg hiervan onwenselijke afhankelijkheid is ontstaan van de financiële sector? Waarin komt dit tot uiting? Is het te billijken dat pensioenspaarders meebetalen aan het overheidstoezicht op de pensioenfondsen? En dat rekeninghouders dit moeten doen voor hun bank? Overweegt het kabinet de overheidsbijdrage derhalve opnieuw in te voeren? Waarom wel/niet?

Kan het kabinet aangeven in hoeverre de Brexit gevolgen gaat hebben voor de taakstelling en werklast van beide ZBO’s? In hoeverre worden DNB en de AFM op de hoogte gehouden en geconsulteerd over de onderhandelingen met het VK en de gevolgen voor het Europese en in het bijzonder Nederlandse financiële landschap en het toezicht op Britse banken en andere financiële instellingen die op Nederlandse bodem actief zijn? Welke samenwerking met de Europese toezichtsorganen wordt er voorzien, en zijn de AFM en DNB voldoende geëquipeerd om met deze ontwikkelingen om te gaan?

Welke aanbevelingen uit de rapporten van de commissie-De Wit betreffende de AFM en DNB zijn in de ogen van het kabinet nog niet of onvoldoende geïmplementeerd?

AFM

Hoe beoordeelt het kabinet het feit dat de AFM zich in de afgelopen periode nadrukkelijker heeft ingezet voor het belang van de eindgebruiker (consument en belegger)? In hoeverre is dit ten koste gegaan van andere activiteiten?

Kan het kabinet een inhoudelijke reactie geven op de volgende opmerking uit het verslag inzake AFM: «In de literatuur en ook in de evaluatie van de in artikel 4:24a Wft opgenomen algemene zorgplicht (zie paragraaf 3.5) is enige kritiek geuit over de mate van rechtsbescherming tegen de publicatie van opgelegde boetes»?

De taakuitbreiding van de AFM als gevolg van Europese regelgeving is zeer fors geweest, zo constateren de leden van de SP-fractie. Kan het kabinet aangeven of zij risico’s of problemen voorziet voor de taakstelling van de AFM met het oog op Europese financiële wetgeving die de komende jaren beoordeeld en geïmplementeerd moet worden, en daarbij verwijzen naar de desbetreffende Commissievoorstellen, verordeningen en richtlijnen?

Kan het kabinet reageren op de opmerking van de AFM dat zij op internationaal niveau het belang van gedragstoezicht benadrukt? In hoeverre is het gedragstoezicht sinds het uitbreken van de crisis volgens de regering in voldoende mate geborgd op Europees niveau, en welke verbeteringen zijn mogelijk?

Hoe beoordeelt het kabinet de ambitie van de AFM om een datagedreven toezichthouder te worden, met name vanwege het belang van deugdelijke regulering van kapitaalmarkten die in de Europese context steeds belangrijker worden? Heeft de AFM hiertoe voldoende middelen en toegang tot data?

Kan het kabinet reageren op de opmerking van de AFM dat zij graag gezien dat de invoering van de Wet bekostiging financieel toezicht zou zorgen voor meer stabiliteit in de heffingen aan onder toezicht staande entiteiten?

Kan het kabinet aangeven in hoeverre de AFM in voldoende mate samenwerkt met instanties zoals de Consumentenbond, de vakbonden, het Kifid, etc. inzake het op de markt brengen van nieuwe financiële producten en de afhandeling van gedupeerden? Welke invloed heeft de AFM als het gaat om het weren van nieuwe financiële producten op de Europese markt?

Hoe beoordeelt het kabinet de stijging van salarissen in de afgelopen vijf jaar bij de AFM? Is deze volledig toe te schrijven aan het toegenomen aantal fte’s?

Ziet het kabinet, naast de versterkte inzet op het ontvangen van signalen, nog andere redenen voor de toename van het aantal signalen die de AFM ontvangt? Beoordeelt het kabinet deze stijging als zorgelijk?

Kan het kabinet ingaan op de constatering van de AFM dat het moeilijk blijft dat de organisatie melders geen terugkoppeling kan geven over wat er exact is gedaan met hun melding? Welke verbetering is hier denkbaar?

Hoe beoordeelt het kabinet de verhouding tussen informele en formele maatregelen die de AFM treft?

Kan het kabinet de Kamer een overzicht doen toekomen van alle gepubliceerde boetes die de AFM heeft uitgedeeld?

Gezien de aanpak van het rentederivatendossier dat, onder meer bij ABN Amro, steeds meer vertraging oploopt, ziet het kabinet een rol weggelegd voor de AFM om zorgvuldige afhandeling te versnellen?

Kan het kabinet aangeven in hoeverre de AFM anticipeert op de komst van de kapitaalmarktunie, en een overzicht geven van relevante activiteiten die de AFM op dit gebied ontplooit?

Kan het kabinet een oordeel vellen over het feit dat de consument zelden een zaak wint bij het klachteninstituut Kifid, terwijl het aantal schikkingen is toegenomen?

DNB

Kan het kabinet reageren op de conclusie uit het verslag betreffende DNB dat het financieel toezichtlandschap als gevolg van Europese autoriteiten die nieuw of nadrukkelijker aanwezig zijn, minder overzichtelijk en soms minder efficiënt is geworden? Welke risico’s ziet het kabinet als gevolg van deze ontwikkeling, en welke oplossingen liggen er in het verschiet?

In hoeverre acht het kabinet het een probleem dat de samenwerking tussen DNB en de AFM complexer is geworden als gevolg van de rol van het SSM in het toezicht? Zijn er potentiële obstakels in de samenwerking tussen beide toezichthouders die de taken van de AFM en DNB onder druk zetten?

Kan het kabinet een reactie geven op het feit dat medewerkers van DNB kritiek hebben geuit over de hoeveelheid nieuwe regels die zijn ingegeven vanuit de EU, gezien de Europeanisering en harmonisering leidt tot meer afstemming, meer coördinatie, en meer contact in Europees verband? Hoe wordt er met deze klachten omgegaan, en welke oplossingen zijn er voor eventuele problemen gevonden? Hoe beoordeelt het kabinet de oplossingen die DNB heeft aangedragen, bijvoorbeeld als het gaat oom in de on-site teams meer met andere landen te mixen?

Kan het kabinet reageren op de kritiek in het rapport wat betreft het kostenkader?

II Reactie van de Minister

Naar boven