2015D43572 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissies voor Sociale Zaken, Economische Zaken en Financiën hebben een aantal vragen voorgelegd aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken over de kabinetsreactie interdepartementaal beleidsonderzoek naar zelfstandigen zonder personeel (IBO ZZP) (Kamerstuk 31 311, nr. 154).

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Burg

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Esmeijer

Nr.

Vraag

1

Kunt u aangeven hoeveel zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering een beroep moeten doen op de bijstand vanwege arbeidsongeschiktheid?

2

Kan er een uitsplitsing worden gegeven naar sector welke zzp» ers zich niet verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid?

3

Wat voor signalen zijn er dat er risico's zijn voor gezonde en veilige werkomstandigheden van zzp'ers in de zorg en welzijnssector, de bouw en de pakketdienstensector? Wat wordt er met deze signalen gedaan?

4

Wanneer heeft de werkgroep het IBO-rapport afgerond en aangeboden aan het kabinet?

5

Kunt u een overzicht verstrekken van de commentaren die zijn gegeven door wetenschappers en belanghebbenden op het rapport?

6

Kunt u aangeven hoeveel van de nieuwe toetreders en herintreders tot de arbeidsmarkt zzp'er, zelfstandigen met personeel (zmp'er) en werknemer zijn sinds 2009?

7

Kunt u aangeven wat de prognose is voor zmp'ers voor de periode tot 2030?

8

Wat zijn de meest innoverende landen van de OESO?

9

Kunt u in het licht van dit Interdepartementaal Beleidsonderzoek reageren op het op 11 november 2015 in De Telegraaf verschenen artikel «Zorgen IMF om zzp'ers; «Snelle stijging bedreigt pensioenen en overheidsfinanciën» »?

10

Kan er een overzicht gemaakt worden van het aandeel zzp'ers in de meest innoverende landen van de OESO?

11

De fiscale regelingen voor zzp-ers gelden vanaf 1.225 gewerkte uren. Zieken en chronisch gehandicapten halen door hun fysieke gesteldheid dit criterium vaak niet. Wilt u ook zieken en chronisch zieken in staat stellen zzp-er te worden door voor hen het urencriterium te versoepelen?

12

Het IBO ZZP richt zich op een analyse van de oorzaken en gevolgen van de opkomst van de zzp’ers en beleidsvarianten te onderbouwen. Eén van de oorzaken van de opkomst van zzp’ers is de behoefte aan flexibiliteit van het bedrijfsleven. Daarvoor is echter geen aandacht in het IBO onderzoek. Waarom is dat niet meegenomen?

13

Steeds meer afgestudeerden starten direct uit de schoolbanken als zzp'er. Kan de vrijwillige WIA-verzekering ook toegankelijk worden gemaakt voor zzp'ers die niet starten vanuit werk of een uitkeringssituatie?

14

Wat gaat u doen om de bekendheid van de vrijwillige WIA-verzekering te vergroten?

15

De IBO-werkgroep heeft gepoogd een vinger te krijgen achter het fenomeen schijnzelfstandigheid. Ongeveer 2% is begonnen omdat de (voormalige) werkgever aandrong op werken als zzp'er. Ongeveer 15% is zzp'er geworden omdat er geen baan in loondienst werd gevonden. Waarom wordt deze 15% gekoppeld aan schijnzelfstandigheid?

16

Waarom is er geen specifiek onderzoek verricht naar waarom zzp’ers relatief weinig doorgroeien naar zmp’ers? Kan dit mede komen door de relatief snelle verhoging van de marginale druk als een zzp’er meer gaat verdienen en wil doorgroeien? Zou het verhogen van de MKB-winstvrijstelling een bijdrage leveren aan het effectief verlagen van de marginale druk voor zzp’ers die willen doorgroeien? Kan hiermee het creëren van banen en

ondernemerschap worden gestimuleerd?

17

Waarom is bij de fiscale faciliteiten niet onderzocht hoe de belastingdruk tussen ondernemers in box 1 en box 2 zich tot elkaar verhouden? Zou het ondernemen in box 2 niet fiscaal aantrekkelijker moeten worden voor een ZZP’er die zijn of haar bedrijfsrisico verantwoord wil vormgeven met een eigen BV? Waarom is dit niet onderzocht?

18

Waarom is het wenselijk om de fiscale regimes tussen ondernemers (Ib-ondernemers en DGA) en werknemers dichterbij elkaar te brengen? Levert het Belastingplan 2016 hier niet al een effectieve bijdrage aan? Bedoelt het kabinet bij het dichterbij elkaar brengen van deze regimes niet vooral verlaging van de inkomstenbelasting voor werkenden? Zorgt verlaging van verdere verlaging inkomstenbelasting vanaf de tweede schijf niet voor effectieve verlaging van het verschil in belastingdruk tussen werknemers en IB-ondernemers?

19

Waarom is het volgens de IBO-werkgroep wenselijk om de fiscale regimes voor ondernemer (IB-ondernemer en dga) en werknemers dichter bij elkaar te brengen en ook de verschillen in behandeling tussen zelfstandigen en werknemers te verkleinen? Waarom vindt u dat het verschil in de institutionele behandeling van zzp’ers en werknemers dient te worden verkleind, het is toch een volstrekt andere groep die ook zeer verschillende risico’s hebben? In hoeverre gaat u in dat geval ook kijken naar een flexibilisering met betrekking tot werknemers?

20

Wat is de stand van zaken van de wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)?

21

Waarom is er bij het onderdeel «aantrekkelijker maken van werkgeverschap» geen aandacht voor het flexibiliseren van de arbeidsmarkt, terwijl dat toch één van de oorzaken is van de opkomst van de zzp’ers?

22

Hoeveel zzp’ers maken gebruik van een pensioenregeling?

23

Kunt u aangeven of voor elke sector geldt dat zzp’ers een relatief groot vermogen hebben gespaard aan het einde van hun loopbaan?

24

Is het mogelijk om het onderzoek naar de werking van het huidige tweedespoorbeleid te versnellen naar bijvoorbeeld medio 2016, het staat nu gepland voor eind 2016? Zo nee, waarom niet? In het onderzoek wordt gekeken naar de werking van het huidige tweedespoorbeleid voor re-integratie bij ziekte en de mogelijkheden om de effectiviteit van het tweede spoor te verbeteren. Worden hierbij ook de ervaringen van het bedrijfsleven meegenomen over de verplichtingen en administratie rompslomp? Zo nee, waarom niet? Waarom wordt er niet expliciet ook gekeken naar de mogelijkheden om de rompslomp voor het bedrijfsleven en de verplichtingen voor re-integratie bijvoorbeeld in het 2e jaar te verminderen, dat is een grote last voor het bedrijfsleven? Bent u bereid dit alsnog te doen?

25

Kunt u aangeven hoe, in welke mate en in welke sectoren (arbeids)migratie druk uitoefent op arbeidsvoorwaarden?

26

Kunt u aangeven waarom ouderen vaker zzp'er zijn?

27

Is het juist dat sommige werknemers gedwongen worden door werkgevers om zzp-er te worden en dat dit één van de oorzaken is van de opkomst van zzp’ers?

28

Dit najaar starten activiteiten gericht op het bevorderen van verantwoord opdrachtgeverschap. In hoeverre wordt daarbij ingezet op het feit dat de opdrachtnemer zelf altijd (eind-)verantwoordelijk is en blijft?

29

Kunt u een grafiek vergelijkbaar met figuur 3 (op pagina x) maken per sector waarin het zzp-schap erg gebruikelijk is?

30

Kunt u per sector waarin het zzp-schap gebruikelijk is aangeven hoe hoog de uurlonen daarin zijn en hoe deze verschillen tussen werknemers, IB’ers en DGA’s?

31

In hoeverre is er bij zzp’ers behoefte aan combinatiemogelijkheden van bijvoorbeeld pensioen, vermogensopbouw via de eigen woning en AOV? Kunnen deze onder de huidige regelgeving aangeboden worden? Zo nee, welke belemmeringen zijn er en hoe kunnen die worden weggenomen?

32

Kunt u aangeven waarom zzp’ers een bescheiden rol bij het creëren van innovaties hebben?

33

In welke sectoren verwacht u dat door concurrentie op arbeidsvoorwaarden het op termijn alleen mogelijk zou zijn om als zelfstandige te werken?

34

Hoeveel zzp’ers hebben een buffer, anders dan de pensioenvoorziening, om ondernemersrisico’s op te vangen?

35

Kunt u aangeven welke beroepsgroepen een lage kans op arbeidsongeschiktheid of werkloosheid hebben?

36

Kunt u onderbouwen waarom aan de onderkant van de arbeidsmarkt «waarschijnlijk extra werkgelegenheid is ontstaan»?

37

Is het bij u bekend dat, doordat zzp’ers tegen lagere kosten kunnen werken dan werknemers, er verdringing ontstaat en er daardoor geen sprake is van extra werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt?

38

Met betrekking tot arbeidsongeschiktheid is er eerder een motie aangenomen om de aanmeldtermijn bij het UWV van zzp’ers van 13 naar 26 weken te verlengen. Het kabinet ziet daaraan grote nadelen. Waarom zou er het risico van negatieve selectie zijn als gevolg van de verlenging van de aanmeldtermijn? Kunt u dit nader onderbouwen? Welke mogelijkheden ziet u voor een minder lange verlenging dan 26 weken, maar wel langer dan 13 weken? Wat is de onderbouwing van de eerste schatting van hogere uitkeringslasten van € 60 miljoen structureel? Waarop is dit bedrag gebaseerd?

39

Welke voorstellen zijn er om toezicht door Belastingdienst en Inspectie SZW te laten toenemen en waar zou dat toezicht uit moeten bestaan?

40

Kunt u onderbouwen waarom zzp’ers minder risicoavers zijn en waarin dit is gelegen?

41

Kunt u aangeven welke concrete verschillen bestaan tussen werknemers en zzp’ers bij de toekenning van toeslagen en kunt u aangeven hoe groot het verschil is in toegekende toeslagen tussen een zzp’er en werknemer met een gelijk netto-inkomen?

42

Kunt u aangeven hoe het aantal zmp’ers dat onder de armoedegrens leeft zich verhoudt tot het aantal zzp’ers in dezelfde situatie?

43

Kunt u verklaren waarom het pensioenvermogen van zzp’ers wordt meegerekend bij de vermogensberekening terwijl dit bij werknemers niet het geval is?

44

Kunt u aangeven hoe de vermogensverhoudingen tussen zzp’ers en werknemers zouden zijn als pensioenvermogens niet werden meegerekend?

45

Kunt u aangeven welke verschillen er zijn tussen zzp’ers en werknemers in de mate waarin zij om kunnen gaan met geld en waardoor dit wordt veroorzaakt?

46

Kunt u aangeven hoe de vergelijking van de vermogenspositie van ZZPer, ZMPer en werknemer eruit ziet als huis en pensioen worden meegenomen

47

Wat zijn de macro economische effecten van het aanhouden van hogere buffers van zzp'ers?

48

Wat is macro economisch gunstiger individueel of collectief sparen?

49

"Ongeveer 3 procent van de zelfstandigen die zich wil verzekeringen wordt geweigerd», staat in het rapport. Wat zijn de redenen voor verzekeraars om zzp'ers te weigeren voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

50

Wanneer gaat het kabinet van start met de voorlichtingscampagne om het bewustzijn van zzp'ers over de AOV te vergroten?

51

Is de veronderstelling juist dat uit de cijfers blijkt dat vooral de hoge inkomens zich verzekeren voor een terugval naar een gemiddeld inkomen en dat lage inkomens dit veel minder doen?

52

Er is eerder gepleit voor een heffingskorting voor werknemers waarmee tegenwicht kan worden geboden tegen de concurrentievoordelen van zzp'ers om de belastingdruk op werknemers geleidelijk meer in lijn te brengen met die op zelfstandigen. Ziet u dit als een oplossingsrichting voor de geschetste problematiek van het verschil in fiscale behandeling?

53

Hoe lang duurt het zzp-schap gemiddeld van de zzp’ers voor wie het tijdelijk van aard is?

54

Zijn er in het gerapporteerde ziekteverzuim door zzp’ers verschillen tussen sectoren en kunt u aangeven hoe groot deze zijn?

55

Hoe groot is het aantal zzp’ers dat arbeidsongeschikt raakt en aanspraak maakt op een verzekering uit een regulier dienstverband?

56

Kan de regering aangeven hoeveel werknemers in 2011 uitstroomden naar de WW en de bijstand?

57

Als motieven om zzp» er te zijn worden specialistische kennis en pieken in werk genoemd. Maximaal 19% huurt zzp'ers in vanwege kostenredenen. Moet hieruit de conclusie worden getrokken dat er voor slechts 19% sprake zou kunnen zijn van concurrentie op arbeidsvoorwaarden?

58

Zijn er cijfers beschikbaar over het economisch effect (van niet uitgevoerde projecten bij bedrijven) en het effect op de werkloosheid indien het voor bedrijven moeilijker zou zijn om via zzp'ers tijdelijke pieken op te vangen?

59

Is er een overzicht vanaf het jaar 2000 over de inzet van overeenkomsten van opdracht (ovo's) voor voornamelijk reguliere werkzaamheden?

60

Welke middelen zet u in om schijnzelfstandigheid vast te stellen en welke criteria worden daarvoor gehanteerd?

61

Is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) gecontroleerd van alle personen met een ovo die één opdrachtgever heeft?

62

Hoe groot schat de regering het aantal buitenlandse schijnzelfstandigen in Nederland, uitgesplitst naar sector?

63

Kunt u aangeven welke gevolgen het heeft dat zzp’ers de helft minder pensioen opbouwen dan werkenden?

64

Hoe wordt het hogere vermogen van zzp'ers ten opzichte van werknemers verklaard terwijl ze vaker een huishoudinkomen hebben beneden de lage-inkomensgrens?

65

Kan er een overzicht worden gemaakt vanaf het jaar 2000 in hoeveel gevallen is onderzocht of er sprake is van schijnzelfstandigheid?

66

De fiscale voordelen voor zzp'ers worden niet altijd ingezet voor waarvoor ze zijn bedoeld. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat deze middelen wel worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld, waardoor het level playing field tussen werknemers en zzp'ers minder wordt verstoord?

67

Waardoor wordt de afname van de gemiddelde bedrijfsomvang veroorzaakt en is dit proces versterkt sinds 2007?

68

Wordt het zzp’schap voor oudere werklozen actief gestimuleerd door gemeenten en het UWV?

69

Waardoor wordt het verschil in uittreedleeftijd tussen zzp’ers en werknemers veroorzaakt en is er een relatie met verschillen in pensioenvoorzieningen?

70

Hoe groot is het aantal migranten uit MOE-landen dat als zzp’er werkt?

71

Kan er een overzicht worden gemaakt hoe in andere OESO landen de totale belasting- en premiedruk voor zelfstandigen is t.o.v. werknemers?

72

Wat is het verschil in netto-inkomen tussen werknemers en IB-ondernemers als pensioenvoorziening en verzekeringen worden meegeteld?

73

Wat voor aftrekposten c.q. fiscale regelingen zijn er voor zzp'ers die een gedeelte van de arbeidsinzet thuis verrichten?

74

Wat voor fiscale regelingen zijn er voor werknemers die een gedeelte van de arbeidsinzet thuis verrichten?

75

Hoe groot is het verschil tussen de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (IAB Zvw) tussen werknemers en andere groepen? Op pagina 40 staat dat het voor zzp'ers 1,10 procent lager is dan werknemers. Op pagina 5 staat 2,1 procentpunt tussen ondernemers en werknemers. Hoe hoog is de verlaagde bijdrage IAB Zvw voor verschillende groepen ondernemers (zzp'ers, zmp'ers, etc).

76

Hoe wordt het lage aandeel zzp'ers verklaard in de Scandinavische landen terwijl ze een hoog beschermingsniveau van werknemers kennen?

77

Waarom sluit een kwart van de werkgevers geen verzekering voor de loondoorbetalingsplicht af?

78

Welke redenen zijn er geweest om pensioenregelingen voor zelfstandigen verplicht te stellen voor bepaalde sectoren en hoe verhouden de kosten zich met die voor werknemers in deze sectoren?

79

Kunt u aangeven hoeveel zzp’ers slechts één opdrachtgever hebben?

80

Hoe groot zijn de groepen zelfstandigen die uurtarieven van € 10 – € 15 en € 0 – € 10 hanteren, hoe groot is de groep binnen deze categorieën die gebruik maakt van de zelfstandigenaftrek?

81

Welke gevolgen heeft het lage ziekteverzuim bij zzp’ers voor de gezondheid van deze groep?

82

Welke voorwaarden kent het UWV voor een zelfstandigenverzekering via de WIA en waarin verschillen deze met de verzekering voor werknemers?

83

Hoe verklaart de regering de lage deelname aan de WIA-verzekering voor zelfstandigen?

84

Welke voorwaarden kent het UWV voor een ZW-verzekering voor zelfstandigen en waarin verschillen deze met die voor werknemers?

85

Wat zijn de betere prijs of aantrekkelijkere polisvoorwaarden voor zzp'ers dan de WIA voor werknemers?

86

Welke aanvullende eisen kunnen de verzekeraars stellen ten aanzien van de verzekering?

87

Waarom beschouwen zzp'ers met een erg hoog inkomen een verzekering eerder als overbodig?

88

Welke redenen kunnen verzekeraars aanvoeren om een zzp’er voor een verzekering te weigeren?

89

Hoe groot is de groep AOW-gerechtigden die uittreedt als zzp’er?

90

Voor welke sectoren en beroepsgroepen geldt dat bedrijven alleen nog zzp’ers inhuren?

91

Hoe verhoudt de door het CBP verwachte groei van het aantal zzp’ers van 20 tot 30 duizend tot 2030 zich tot de totale groei of krimp van de beroepsbevolking in die periode?

92

Met hoeveel procent stegen de premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (aov) voor bouwvakkers de afgelopen vijf jaar?

93

Klopt het dat sommige premies aov voor zware beroepen tot 900 euro per maand kunnen bedragen?

94

Zijn er aov verzekeringen die tot het 67e levensjaar verzekeren?

95

Klopt het dat zelfstandige bouwvakkers na hun 55e zich niet meer kunnen verzekeren bij private verzekeraars voor aov?

96

Kan er een overzicht worden gegeven van de verhouding van de belasting- en premie-inkomsten vanaf het jaar 2000 van zzp'ers t.o.v. werknemers?

97

Kan er een overzicht worden gegeven van de raming van de belasting- en premie-inkomsten vanaf 2001 tot en met 2020 van zzp'ers?

98

Kan er een totaal overzicht worden gegeven van de raming van de belasting- en premie-inkomsten vanaf 2001 tot en met 2020 waarin wordt aangegeven welk deel zzp'ers bijdragen?

99

"Dit betekent dat de toezichtscapaciteit relatief schaars is.» Kan «relatief schaars» nader worden toegelicht? Hoeveel handhaving (in € / fte / aantal controles) vindt plaats door de Belastingdienst en de Inspectie SZW, en hoe verhoudt die hoeveelheid zich tot de groei aan zzp'ers de afgelopen tien jaar?

100

Wat is de «handhavingsregie» en wat zijn de criteria voor de inzet van handhaving; op basis waarvan wordt de toeszichtscapaciteit ingezet omdat daar de grootste risico's worden gezien?

101

Kunt u aangeven in welke mate u verwacht dat het effect van de toename van het aantal ZZP’ers negatief zal zijn voor de overheidsfinanciën?

102

Hoe sterk of zwak is de toezichtscapaciteit van de Inspectie SZW en in welke mate houdt zij toezicht op zaken als gezagsrelaties?

103

Welke invloed heeft het positieve effect van de toename van het aantal zzp’ers op het aantal gewerkte uren op de volksgezondheid?

104

Hoe groot is het aantal zzp’ers in overheidsdienst, uitgesplitst naar orgaan en beroeps- en inkomensgroepen?

105

In welke gevallen vallen zzp’ers wel onder collectieve afspraken en wat zijn de redenen om dit wel of niet te doen?

106

Welke redenen zijn er voor zzp’ers geen pensioen door te willen berekenen en om welke gevallen gaat dit?

107

Wat waren de argumenten voor het verruimen van de ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting?

108

Is de verruiming en aanpassing van de ondernemersfaciliteiten effectief gebleken?

109

In welke mate wordt de zelfstandigenaftrek gebruikt voor pensioenopbouw en verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en ziekte?

110

Met welke bepalingen uit het ILO-verdrag nr. 131 moet rekening worden gehouden bij een eventuele verlaging van het wml?

111

Kunt u het effect op de werkgelegenheid van een verlaging van de opbouw van de transitievergoeding tot een derde maandsalaris over de gehele duur van het dienstverband kwantificeren?

112

Voorgesteld is om een publieke verzekering te introduceren voor het tweede ziektejaar voor kleine werkgevers met minder dan 10 werknemers. Betekent dit dat een kleine werkgever al na 1 jaar wordt afgerekend op zijn re-integratie inspanningen?

113

Kan deze kleine werkgever dan ook al na 1 jaar een loonsanctie ontvangen wanneer de inpassingen als onvoldoende worden beschouwd? Zo ja, leidt dit dan niet tot een verwachte toename van het aantal loonsancties omdat er veel meer zieke werknemers bij de «UWV-poort» belanden?

114

De invoering van een extra partij voor het tweede ziektejaar leidt tot noodzakelijke opbouw van een medisch dossier en tot extra dossieroverdracht na 2 jaar, als de werkgever eigenrisicodrager is voor de WGA. Hoe groot is het risico dat de invoering van een publiek tussenjaar leidt tot inefficiëntie en extra lasten/bureaucratie?

115

Is de werkgever dan na 2 jaar ziekte alsnog verantwoordelijk voor een transitievergoeding aan de werknemer? Of is dit al na 52 weken het geval?

116

Betekent dit dat de kleine werkgever na 2 jaar een zieke werknemer alsnog moet reintegreren, zoals nu ook het geval is, wanneer het UWV in het tweede jaar oordeelt dat terugkeer naar de werkvloer mogelijk is?

117

Kan een kleine werkgever dan ook «switchen» tussen publieke en private verzekering? Zo ja, hoe is dan de uitloop geregeld?

118

Wat zijn de belangrijkste punten waarop de Arbeidstijdenwet strenger is dan op grond van Europese richtlijnen nodig is?

119

Is bij de berekening van tussen de 55.000 en 80.000 zieke werknemers die na een jaar moeten worden getoetst aan de WIA rekening gehouden met gedragseffecten, zoals die nu ook aan het eind van het eerste en aan het eind van het tweede ziektejaar plaatsvinden?

120

Hoe veranderen de kosten per fte voor werkgevers als zij het tweede jaar loondoorbetaling bij ziekte publiek (moeten) verzekeren?

121

Is de optie beschreven op pagina 83 echt een uitvoerbare optie? Zo ja, waarom is deze optie dan niet meegenomen in de beschreven effecten?

122

Op grond van welke bepaling in de ILO-verdragen nummer 87 en 89 is het verbieden van bovenwettelijke aanvulling in strijd met de collectieve onderhandelingsvrijheid?

123

Steeds meer afgestudeerden starten direct uit de schoolbanken als zzp» er. Kan de vrijwillige WIA-verzekering ook toegankelijk worden gemaakt voor zzp'ers die niet starten vanuit werk of een uitkeringssituatie?

124

De bekendheid van de vrijwillige WIA-verzekering onder startende zzp'ers lijkt nog erg beperkt. Hoe kan de bekendheid worden vergroot?

125

Hoe groot is de omvang van het effect op de werkgelegenheid als er geen bovenwettelijke aanvullingen op loondoorbetaling bij ziekte meer zouden zijn?

126

Hoe hoog zou de premie zijn voor een verplichte AO-verzekering voor zzp'ers op WML-niveau, conform beleidsoptie 19?

127

Worden over het deel van het inkomen boven het maximum dagloon premies geheven?

128

Is het zo dat door invoering van de versobering van de WIA de uitkeringshoogte na versobering in lijn komt met de huidige wettelijke uitkeringshoogte als de huidige omvang gelijk blijft aan bovenwettelijke uitkeringslasten? Zo nee, wat wordt dan de uitkeringshoogte als percentage van de wettelijke normen?

129

Wat is het budgettaire effect van het verkorten van de WW-duur tot 12 maanden?

130

Wat is het budgettaire effect van het verkorten van de WW-duur tot 12 maanden met een vervolguitkering van 6 maanden op 70% van het wettelijk minimumloon (wml)?

131

Wat zijn de budgettaire effecten van introductie van een werknemerskorting (een arbeidskorting voor alleen werknemers) in de inkomstenbelasting per 100 euro werknemerskorting?

132

Hoe hoog zou de zelfstandigenaftrek moeten zijn om deze te laten aansluiten bij de hoogte van de te verwachten positieve externe effecten?

133

Wat waren bij de introductie van de zelfstandigenaftrek de redenen om deze in te voeren?

134

Hoe hoog wordt het IAB-tarief indien het tarief gelijkgetrokken wordt?

135

Geldt ook voor zzp'ers de maximumbijdrage en het maximumbijdrageinkomen voor de IAB Zvw?

Naar boven