Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 mei 2013
Hierbij doe ik u mijn reactie toekomen op de brief van K. te R. inzake naleving van
open standaarden en platformonafhankelijkheid binnen het openbaar onderwijs (uw kenmerk:2013D11658).
De heer K. vraagt aandacht voor gebruikers van vrije software voor wie platformonafhankelijk
werken wordt bemoeilijkt in het Nederlandse onderwijsbestel. Tevens beschrijft de
heer K. zijn zorg in verband met het gebruik van gesloten standaarden in het onderwijs.
Deze gesloten standaarden stroken volgens de heer K. niet met Nederlandse en Europese
richtlijnen op het gebied van open standaarden en belemmeren het vrije recht op onderwijs.
Vervolgens doet de heer K. een voorstel voor een vijftal maatregelen waardoor de overheid
de universele toegankelijkheid van het onderwijsbestel kan borgen.
Hieronder geef ik mijn reactie op de maatregelen die hij voorstelt.
Maatregel 1) «Het strenger handhaven van de richtlijnen op het gebied van open (web)standaarden
en platformonafhankelijke toepassingen binnen de (semi-) publieke sector».
Reactie: In de onderwijssector worden open standaarden volgens het principe «pas-toe-of-leg-uit»
verplicht gesteld voor gegevensuitwisseling tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (waaronder ook de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Inspectie van het
Onderwijs vallen) en de onderwijsinstellingen. De onderwijsinstellingen hebben verder
de vrijheid om eigen keuzes te maken bij aanschaf van software. Wel is in de subsidievoorwaarden
voor (ICT-)projecten in het onderwijsveld opgenomen dat open standaarden moeten worden
gevolgd volgens het principe «pas-toe-of-leg-uit». Indien de keuze van de onderwijsinstelling
voor software wordt betwist, dan kan dat via de medezeggenschapsraad van de onderwijsinstelling,
de consumentenautoriteit of de Europese commissie voor mededinging aanhangig worden
gemaakt.
Maatregel 2) Alle scholen en universiteiten verplicht stellen tot het accepteren van
open bestandsindelingen zoals ODF en PDF
Reactie: Op dit moment laat ik een onderzoek uitvoeren naar het gebruik van open standaarden
en open source software in alle onderwijssectoren middels een lastenluwe enquête onder
onderwijsinstellingen. De bestandsindelingen ODF en PDF staan op de lijst van standaarden
en zijn zodoende al verplicht via het «pas-toe-en-leg-uit» principe. Inzake het handhaven
daarvan, verwijs ik u naar mijn reactie onder maatregel één.
Maatregel 3) Het toekennen van het recht aan gebruikers van vrije software om zonder
beperkingen deel uit te maken van het Nederlandse onderwijsbestel.
Reactie: Alle Nederlandse burgers hebben het recht om zonder beperkingen deel te nemen
aan het Nederlandse onderwijsbestel. Dit geldt ook voor gebruikers van vrije software.
Hiervoor hoeft geen uitzondering gemaakt te worden.
Maatregel 4) Het erkennen van de beperkingen in de licentieovereenkomsten van niet-vrije
software, en alle Nederlandse burgers het nadrukkelijke recht geven om deze af te
wijzen, zonder dat zij hierdoor niet langer gebruik kunnen maken van openbare diensten.
Reactie: Zoals u kunt afleiden uit de beantwoording van Kamervragen van de leden El
Fassed en Klaver over het gebrek aan open standaarden in het voortgezet onderwijs
(zie bijlage 1), erken ik de beperkingen in de licentieovereenkomsten van niet-vrije
software. Het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen op basis van open standaarden
wordt door mij gestimuleerd. Om dat te concretiseren is onder de vlag van EduStandaard
een standaardisatieberaad opgericht dat hieraan bijdraagt. EduStandaard is een beheerorganisatie
voor afspraken en standaarden in het onderwijsveld die door Surf en kennisnet wordt
gefaciliteerd. Alle afspraken zijn gratis en onder een creative commons-licentie beschikbaar.
Tevens zal er binnen EduStandaard worden gewerkt aan een duidelijke adoptiestrategie
per standaard.
Maatregel 5) Het toepassen van de mogelijkheid tot het «bring your own device»-principe
binnen alle afdelingen van de (semi-)publieke sector.
Reactie: Onderwijsinstellingen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de aanschaf
van hard- en software en de toegang tot hun netwerk. Welke afwegingen daarbij worden
gemaakt ten aanzien van «bring you own device» is de keuzevrijheid van deze instellingen
zelf.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker