2011D20702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De algemene commissie voor Immigratie en Asiel heeft, ter voorbereiding op het algemeen overleg over Europa en het Nederlands vreemdelingen- en asielbeleid op 26 april 2011, een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Immigratie en Asiel over de volgende agendapunten:

  • «Roadmap» Europese inzet migratiebeleid (Kamerstukken II 2010/11, 30 573, nr. 61)

  • Nederlandse inzet EU migratiebeleid (Kamerstukken II 2010/11, 30 573, nr. 65)

  • Uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Ruiz Zambrano (C-34/09) (Kamerstukken II 2010/11, 19 637, nr. 1408)

  • Uitspraak van het EU Hof van Justitie in de gevoegde zaken Toprak en Oguz (C-300/09 en C-301/09) (Kamerstukken II 2010/11, 30 573, nr. 64)

  • Reactie op Standpuntverkennende notitie «visie op bescherming» (Kamerstukken II 2010/11, 19 637, nr. 1385)

  • Standpuntverkennende notitie «Visie op bescherming» (Kamerstukken II 2009/10, 19 637, nr. 1314)

  • Tunesische vluchtelingen

Vragen zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Brinkman

De adjunct-griffier van de commissie,

Puts

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

«Roadmap» Europese inzet migratiebeleid

De leden van de VVD-fractie merken op dat de Dublin Verordening de laatste tijd veelvuldig in het nieuws is geweest ten aanzien van Griekenland. Zij vragen welke vooruitgang er is geboekt ten aanzien van de lopende onderhandelingen en dan in het bijzonder ten aanzien van de Dublin verordening.

Nederlandse inzet EU migratiebeleid

De leden van de VVD-fractie vragen of er naast de in de brief genoemde (bilaterale) overleggen inmiddels weer meer contacten zijn geweest met de andere actoren in het Europese besluitvormingsproces. Zo ja, kan de uitkomst hiervan worden gegeven? Deze leden vragen of er ook andere bezoeken aan de Europese actoren zijn gepland. Verder vragen zij of de publieksvriendelijke brochure, ter verduidelijking van het Nederlandse standpunt, inmiddels klaar is en of de kamer hierover geïnformeerd kan worden.

De leden van de SP-fractie vragen wat de cijfermatige resultaten zullen zijn voor wat betreft instroom van migranten per voorziene wijziging van de verschillende te wijzigen richtlijnen. Zij vragen daarbij een onderbouwing te geven van deze getallen. Tevens vragen deze leden daarbij de cijfers in een meerjaren planning te verduidelijken, nu de routekaart wel een gewenste eindbestemming vermeldt maar geen aankomstdatum.

Voornoemde leden vragen of de minister al enige indicatie heeft dat de Europese Commissie voornemens is om het initiatief te nemen om de Nederlandse wensen te vertalen in wijzigingsvoorstellen. Zo ja, welke initiatieven zal de Europese Commissie gaan nemen en op welke termijn? Kan de minister een overzicht geven van de behandelingsprocedure en behandelingsduur van een richtlijnwijziging?

De leden van de D66-fractie merken op dat het kabinet heeft aangegeven dat het in beginsel vasthoudt aan de Dublin Verordening. Gezien de situatie in de Arabische wereld, de migratieproblemen in Griekenland en de recente reactie van Italië op de toestroom van vluchtelingen uit Tunesië, vragen deze leden in hoeverre de minister de Dublin Verordening nog als haalbare afspraak beschouwt. De leden zijn benieuwd naar de lidstaten die naast Nederland vasthouden aan naleving van de Dublin Verordening. Zij vragen de minister welke lidstaten de houding van Nederland in deze delen.

Voornoemde leden merken op dat het kabinet voornemens is om meerdere Europese richtlijnen aan te passen. Zij vragen de minister aan te geven welke landen op dit moment hun steun geven aan de door het kabinet voorgestane wijziging van de kwalificatierichtlijn (2004/83), van de Richtlijn gezinshereniging (2003/86) en van de Richtlijn langdurig ingezetenen (2003/109). Zijn er landen die de minister concrete toezeggingen hebben gedaan om een of meerdere richtlijnen te wijzigen? Zo ja, hebben die landen hun intentie om deze richtlijnen te wijzigen reeds besproken in hun nationale parlement? Zo ja, kan de minister per richtlijn toelichten wat de uitkomst daarvan is geweest? Zo nee, kan de minister per richtlijn toelichten waarom niet en of op enig moment verwacht wordt dat zij dit wel zullen doen? Indien deze verwachting reëel is, vragen deze leden of de minister ervan op de hoogte is wanneer deze landen hun intentie in hun nationale parlement zullen bespreken.

De leden van de D66-fractie zien de minister in Europa voor een uitdaging gesteld. Zij vragen in hoeverre de minister verwacht dat de aanpassing van deze richtlijnen binnen deze kabinetsperiode gerealiseerd zal worden. Verwacht de minister dat de voorgestane aanpassingen een gezamenlijke EU asiel- en migratiebeleid zullen bevorderen? Zo ja, kan de minster toelichten op welke wijze de aanpassingen individueel en gezamenlijk hieraan zullen bijdragen?

Voornoemde leden zijn benieuwd naar de voortgang van het Groenboek. Deze leden hebben hierover enkele vragen. Heeft de Europese Commissie de minister laten weten wanneer zij denkt te komen met het Groenboek? Wanneer heeft Nederland voor het laatst hierover contact gehad met de Europese Commissie en wat is er toen besproken? De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij voornemens is onder meer Nederland enkele vragen voor te leggen over de gewenste aanpassingen van de gezinsherenigingrichtlijn. Heeft Nederland deze vragen inmiddels voorgelegd gekregen en beantwoord? Zo ja, kan de minister de Kamer informeren over de voorgelegde vragen en de antwoorden die zijn gegeven?

Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie welke mogelijkheden de minister komende tijd verwacht voor wijziging van richtlijnen.

Uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Ruiz Zambrano (C-34/09)

De leden van de VVD-fractie merken op dat de minister in de brief volstaat met de mededeling dat een uitzonderlijke situatie als de zaak Ruiz Zambrano zich kan voordoen. Deze leden vragen hoeveel soortgelijke specifieke zaken als Ruiz Zambrano op Nederland intern van toepassing zouden kunnen zijn.

De minister meldt in zijn brief dat hij nog niet over gedetailleerde informatie beschikt over de conclusies die EU-lidstaten en de Europese Commissie aan deze uitspraak verbinden. Is deze informatie inmiddels nu wel beschikbaar en wat is de uitkomst van de speciale bijeenkomst van de expertgroep vrij verkeer bij de Europese Commissie?

De leden van de SP-fractie vragen in welke landen van de EU zich een soortgelijke situatie kan voordoen zoals in België voor wat betreft de positie van de minderjarige kinderen. Daarnaast vragen deze leden of er inmiddels nadere uitleg van het EU-Hof beschikbaar is. Voorts vragen zij naar mogelijke gevolgen voor de Nederlandse situatie, anders dan het verblijfsrecht van de minderjarige kinderen, gelet op het door het EU-Hof vastgestelde aanknopingspunt met het EU-recht.

Uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken Toprak en Oguz (C-300/09 en C-301/09)

De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister bij de introductie van nieuwe maatregelen zorgvuldig aandacht zal besteden aan de bijzondere positie van Turkse onderdanen. Wanneer kan de Kamer deze maatregelen tegemoet zien?

Deze leden merken op dat de minister in de brief aangeeft dat de uitspraak niet zonder gevolg is voor enkele van de kabinetsvoornemens. Op welke voornemens van het kabinet heeft deze uitspraak precies effect? Is de minister van plan ook hierover in overleg te treden met zijn buitenlandse collega’s dan wel Europese actoren?

De leden van de SP-fractie vragen welke maatregelen uit het regeer- en gedoogakkoord worden geraakt door deze uitspraak. Deze leden vragen van welke voorziene maatregelen (toelatings- en verblijfsvoorwaarden) de minister met zekerheid kan zeggen dat deze niet hoeven te worden aangepast op basis van de uitspraak.

Reactie op de Standpuntverkennende notitie «Visie op bescherming»

De leden van de VVD-fractie vragen of de verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en de verschillende EU-lidstaten kunnen worden weergegeven. Geven andere lidstaten een andere invulling aan de artikelen van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) (zoals artikel 3 en 8 EVRM) als zij een asielaanvraag toetsen?

Verder vragen deze leden wat de huidige stand van zaken is ten aanzien van het Griekse «National Action Plan on the reform of the Asylum System and on Migration».

Voornoemde leden vragen of Nederland al in overleg is geweest met diverse landen en instellingen ten aanzien van de opvang en bescherming van asielzoekers in eigen land of regio. Zij vragen of indien mogelijk het resultaat van deze overleggen kan worden gegeven.

Tunesische vluchtelingen

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen over de visa die zijn verstrekt aan Tunesische vluchtelingen.

Hebben Duitsland en België het toezicht op de Nederlandse grens opgevoerd?

Is er overleg geweest met België en Duitsland over mogelijke grenscontroles?

Is het mogelijk om aan te geven hoeveel van de meer dan de 20 000 Tunesische migranten asielzoekers zijn?

Is Nederland al in overleg getreden met België en Luxemburg over het verstrekken van visa door Italië? Zo ja, wat is de uitkomst hiervan?

Heeft Italië voldaan aan de criteria voor het verlenen van de visa, zoals deze in het Schengen akkoord zijn vastgelegd? Wat wordt bedoelt met de «humanitaire visa» die Italië heeft verstrekt en hoe verhoudt zich dit tot het Europees recht?

Heeft Italië gehoor gegeven aan het verlangen van de Benelux-landen dat Italië de persoonsgegevens en vingerafdrukken van alle nieuwe binnenkomers vastlegt en opslaat in Eurodac?

Deelt de minister de verwachting van zijn Belgische ambtsgenoot dat er geen enorme toeloop van Tunesiërs komt?

Worden Tunesische migranten die op zee onderweg zijn naar Italië inmiddels direct toegestuurd naar Tunesië, gezien de overeenkomst die Italië en Tunesië hebben bereikt dat migranten naar Tunesië mogen worden teruggestuurd? Zo nee, waarom niet?

Kan aangeven worden of Frontex beter wordt ingezet ten aanzien van de buitengrensbewaking met Tunesië? Kan een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot Frontex worden gegeven?

Is de Europese Commissie bezig om een aanvalsplan op te stellen om een verdere toestroom van illegale migranten uit Noord-Afrika tegen te gaan?

Wat is de stand van zaken ten aanzien van de voorstellen van de Europese Commissie uit het aangekondigde Smart borders pakket?

Wat doet de EU op het gebied van opvang in de eigen regio, bijvoorbeeld ten aanzien van vluchtelingen uit Eritrea? Hoe wordt de minister hierbij betrokken? Wat doet de minister zelf om dit te promoten?

De leden van de PvdA-fractie hebben enkele vragen over de Tunesische vreemdelingen.

Kan de minister aangeven wat in Europees verband de extra kosten voor grensbewaking zijn om Tunesische vreemdelingen tegen te houden?

Kan de minister aangeven welke (en hoeveel) extra kosten Nederland maakt voor verscherpte grensbewaking om Tunesische vreemdelingen tegen te houden?

Kan de minister aangeven wat de extra kosten voor de EU en voor Nederland zouden zijn geweest als Italië snel zou zijn geholpen met extra beslisambtenaren en opvangplaatsen om de 30 000 vreemdelingen op Lampedusa snel een eerlijke toelatingsprocedure te laten doorlopen?

Kan de minister aangeven wat de belemmeringen zijn in Europees verband om Italië gezamenlijk te steunen met praktische actie, door bijvoorbeeld snel extra mankracht en opvangplaatsen richting Lampedusa te sturen?

Deelt de minister de mening dat gezamenlijke praktische actie vanuit de EU, met daarbij een evenredige Nederlandse bijdrage, verreweg de voorkeur verdient, boven het nu door de lidstaten bewandelde pad van toekijken, visa uitdelen (door Italië) en grenzen bewaken, waarbij door de lidstaten slechts het nationaal belang voortdurend voorop wordt gesteld? Deelt de minister de mening dat dit bewandelde pad tevens slechts leidt tot verziekte verhoudingen in de EU, extra illegalen in Europa en in Nederland en talloze vreemdelingen zonder eerlijke procedure?

Kan de minister de oorzaken aangeven waarom het de EU niet lukt om met een afdoende praktische gezamenlijke aanpak te komen voor de massale toestroom van vreemdelingen op Lampedusa? Waarom zet Nederland daar in de EU niet op in? Is dat grotendeels een financiële kwestie?

Wat vindt de minister van de stelling dat de Dublin Verordening, waarbij de landen uiteindelijk voortdurend naar elkaar wijzen, de Europese solidariteit eerder ondermijnt dan bevordert?

Heeft de minister kennisgenomen van de opmerkingen van de minister-president tijdens zijn wekelijkse persconferentie over de problemen met de 25 000 vreemdelingen op het Italiaanse eiland Lampedusa?

Deelt de minister de mening van de minister-president, dat de toestroom van vreemdelingen op het eiland een Italiaans probleem zijn? Kunt u dit toelichten?

Wat is het standpunt van de Nederlandse regering over het feit dat de Italiaanse premier Berlusconi van plan is de 25 000 vreemdelingen een humanitair visum te verlenen, zodat zij vrij kunnen reizen in de EU? Wat is de stand van zaken omtrent het plan van Berlusconi voor deze massale visumverlening? Hoe is daar door de andere Europese lidstaten op gereageerd, onder meer tijdens de JBZ raad van 11 april 2011? Welke inbreng heeft Nederland hieromtrent geleverd? Kan de EU het besluit van Berlusconi nog tegenhouden?

Deelt de minister de mening dat het vreemdelingenprobleem op Lampedusa een Europees probleem is en dat het van belang is dat er een Europese oplossing voor komt? Waarom is door de minister en door zijn collega’s uit de andere Europese lidstaten niet eerder afdoende ingegrepen, om te voorkomen dat de problemen op Lampedusa zouden escaleren?

Kan de minister in grote lijnen aangeven wat de samenstelling is van de migranten op Lampedusa? Wat is de herkomst van de migranten? Hoeveel van hen zijn arbeidsmigranten? Hoeveel van hen zijn mogelijk vluchtelingen? Hoeveel van hen hebben geen legitieme reden om naar Europa te reizen?

Deelt de minister de mening dat het noodzakelijk is om een schifting te maken tussen de vreemdelingen die om economische motieven naar Lampedusa zijn gereisd en de echte vluchtelingen uit onder meer Libië? Hoe kan worden gewaarborgd dat alle vreemdelingen die zich op Lampedusa bevinden, waaronder vluchtelingen, zo snel mogelijk een eerlijke beoordeling krijgen over hun recht op verblijf in de EU?

Deelt de minister de mening dat ook Nederland Italië snel praktisch moet ondersteunen om alle asielaanvragen van de vluchtelingen af te handelen? Kan de minister er samen met zijn collega’s uit de andere Europese lidstaten voor zorgen dat binnen afzienbare tijd extra opvangplaatsen en extra beslismedewerkers op Lampedusa worden geplaatst? Kan de minister er samen met zijn Europese collega’s voor zorgen dat de vreemdelingen op Lampedusa die geen recht hebben op verblijf in de EU snel terugkeren naar Tunesië? Kunt u dit toelichten?

Deelt de minister de mening dat Nederland samen met de andere Europese lidstaten moet inzetten op een eerlijke verdeling van de toegelaten asielzoekers over de verschillende lidstaten van de EU? Deelt u de mening dat landen die doorgaans een zeer lage asielinstroom hebben, zoals bijvoorbeeld de Oost Europese landen, bij die verdeling een extra inspanning moeten leveren? Kunt u dit toelichten?

Deelt de minister de mening dat één Europees asielbeleid onder meer moet inhouden dat bij een plotselinge toestroom van migranten naar (één van) de Europese lidstaten, er een snelle, gezamenlijke aanpak moet komen waarbij praktische steun en solidariteit voorop staan? Deelt u de mening dat het plan van de Italiaanse premier om alle migranten een visum te verlenen daar tegengesteld aan is, en dat ook de stelling van de minister president dat de 25 000 migranten een Italiaans probleem zijn niet aan een Europese oplossing bijdragen? Kunt u dit toelichten?

Deelt de minister de mening dat het verscherpen van grenscontroles in de EU niets toevoegt om de problematiek op Lampedusa op te lossen, omdat dit uitgaat van de illusie dat migranten kunnen worden tegengehouden en dit bovendien geen enkele oplossing biedt voor de vluchtelingen die zich nu op het eiland bevinden? Kunt u dit toelichten?

Is de minister bereid alsnog namens Nederland in Europees verband aan te dringen op effectieve, afdoende, snelle, praktische steun vanuit de EU, om ervoor te zorgen dat het vluchtelingenprobleem op Lampedusa zo snel mogelijk beheersbaar wordt en op een solidaire manier wordt opgelost? Kunt u dit toelichten?

De leden van de SP-fractie vragen hoe zich de door de minister in zijn brief van 15 december 2010 uitgedragen mening dat lidstaten de ruimte moeten houden hun eigen systemen te behouden verhoudt tot de kritiek dat Italië met het verlenen van humanitaire visa aan Tunesiërs buiten zijn boekje gaat. Kan de minister aangeven op welke Europees rechtelijke gronden hij meent Tunesiërs die in het bezit zijn van humanitaire visa de toegang kan weigeren dan wel uit kan zetten? Heeft de minister inmiddels de Europese Commissie om een reactie gevraagd? Zo ja, wat was deze reactie?

II. Reactie van de minister

Naar boven