Vragen van het lid Krul (CDA) aan Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het bericht «Einde aan diensttijd voor de maatschappij» (ingezonden 4 oktober 2024)

Vraag 1

Kent u het bericht in De Limburger «Einde aan diensttijd voor de maatschappij» van 20 september 2024?1

Vraag 2

Deelt u de stellingname dat de maatschappelijke diensttijd 200 miljoen euro kost, maar dat dit een investering is in de toekomst van jongeren? Waarom deelt u die stellingname wel of waarom niet?

Vraag 3

Is er overleg geweest met maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd en het effect dat deze bezuiniging op hen heeft?

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom de bezuiniging op de maatschappelijke diensttijd voor 2025 in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hoger is dan de bezuiniging die in de budgettaire bijlage in het hoofdlijnenakkoord wordt voorgesteld? Kunt u het verschil verklaren?

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel jongeren en hoeveel organisaties er in 2024 betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd in de zorg?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel jongeren en hoeveel organisaties er in 2024 betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd bij defensie?

Vraag 7

Kunt u aangeven met hoeveel organisaties die een maatschappelijke diensttijd aanbieden er een subsidierelatie met OCW is in 2025?

Vraag 8

Kunt u aangeven hoeveel organisaties in 2024 voor het eerst een subsidierelatie met het Ministerie van OCW zijn aangegaan in verband met de maatschappelijke diensttijd?

Vraag 9

Kunnen deze vragen voor de behandeling van de OCW-begroting 2025 worden beantwoord?


X Noot
1

De Limburger, d.d. 20 september 2024, «Einde aan diensttijd voor de maatschappij».

Naar boven