Vragen van het lid Krul (CDA) aan Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het bericht «Einde aan diensttijd voor de maatschappij» (ingezonden 4 oktober 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 oktober 2024).

Vraag 1

Kent u het bericht in De Limburger «Einde aan diensttijd voor de maatschappij» van 20 september 2024?1

Antwoord 1

Als u refereert aan de ingezonden brief met de titel «Einde aan diensttijd voor de maatschappij» die verwijst naar het nieuwsbericht op de website Sittard-Geleen.nieuws.nl «Einde oefening voor maatschappelijke diensttijd»2 dan ben ik hier inderdaad mee bekend.

Vraag 2

Deelt u de stellingname dat de maatschappelijke diensttijd 200 miljoen euro kost, maar dat dit een investering is in de toekomst van jongeren? Waarom deelt u die stellingname wel of waarom niet?

Antwoord 2

Voordat ik reageer op uw stellingname, wil ik benadrukken dat dit kabinet voor een bezuinigingsopgave staat en dat er scherpe keuzes zijn gemaakt, waaronder de afschaffing van de OCW-subsidie (€ 200 miljoen) voor het programma Maatschappelijke Diensttijd (MDT), als financiële maatregel in het licht van die opgave. Ik deel uw standpunt dat MDT in de toekomst van jongeren investeert net als veel andere OCW-programma’s. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in MDT, zowel door de rijksoverheid als door tal van partners uit het netwerk. Om die reden werken we, samen met het netwerk en jongeren, aan een zorgvuldige afbouw van de OCW-subsidie, waarbij we de fundamenten en geleerde lessen van het programma zorgvuldig borgen. In aanloop naar de begrotingsbehandeling van OCW zal ik uw Kamer nader informeren over hoe we het proces rondom de borging en verduurzaming van MDT inrichten.

Daarnaast wil ik ook meegeven dat de komende jaren (vanaf 2025 tot en met 2027) naar verwachting nog ruim 150.000 jongeren starten met een MDT-traject. Ondanks de bezuiniging bereiken en bedienen we nog een grote groep jongeren. Verder blijft het kabinet uiteraard ook via andere initiatieven en interventies in en buiten het onderwijs bijdragen aan de toekomst van jongeren.

Vraag 3

Is er overleg geweest met maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd en het effect dat deze bezuiniging op hen heeft?

Antwoord 3

Sinds het Hoofdlijnenakkoord is gepubliceerd, is er contact en overleg met partners uit het veld over hun zorgen en vragen. Dit betreft zowel maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen, lokale overheden als jongeren. De komende tijd gaan we met deze partijen verder in gesprek om samen te werken aan een plan om de positieve effecten van MDT zo goed mogelijk te borgen in het netwerk en de samenleving.

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom de bezuiniging op de maatschappelijke diensttijd voor 2025 in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hoger is dan de bezuiniging die in de budgettaire bijlage in het hoofdlijnenakkoord wordt voorgesteld? Kunt u het verschil verklaren?

Antwoord 4

De besparingsreeks uit de budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord is aangepast aan het kasbudget dat per jaar nodig is om de hoofdsubsidieregelingen MDT (gestart t/m 2024) uit te betalen volgens het betaalritme van de regelingen. Op deze manier is de totale besparing hetzelfde gebleven, maar het kasritme is veranderd, waardoor in 2025 inderdaad meer wordt bespaard dan in de budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord. In 2026 en 2027 wordt echter minder bespaard. De totale besparing in de periode 2025 t/m 2027 blijft € 460 miljoen. Vanaf 2028 is sprake van een besparing zoals opgenomen in de budgettaire bijlage.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel jongeren en hoeveel organisaties er in 2024 betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd in de zorg?

Antwoord 5

In 2024 zijn 245 MDT-projecten actief die MDT-trajecten aan jongeren aanbieden. Ongeveer 80% van deze projecten geeft aan dat er MDT-trajecten plaatsvinden in de sector zorg en welzijn. Een MDT-project kan MDT-trajecten aanbieden in meerdere sectoren.

Hierbij zijn circa 1.500 organisaties als formele samenwerkingspartner3 en nog enkele duizenden organisaties als informele partners betrokken. We verwachten dat in 2024 circa 30.000 jongeren hebben deelgenomen aan een MDT-traject dat zich (ook) richt op de sector zorg en welzijn.

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel jongeren en hoeveel organisaties er in 2024 betrokken zijn bij de maatschappelijke diensttijd bij defensie?

Antwoord 6

Vanuit het project MDT Missie van het Ministerie van Defensie doen in 2024 1.000 jongeren een MDT-traject. Het Ministerie van Defensie werkt samen met 3 formele samenwerkingspartners en enkele tientallen informele partners.

Vraag 7

Kunt u aangeven met hoeveel organisaties die een maatschappelijke diensttijd aanbieden er een subsidierelatie met OCW is in 2025?

Antwoord 7

We verwachten dat in 2025 in totaal circa 400 organisaties een subsidierelatie hebben met OCW/MDT. Dit is mede afhankelijk van het aantal toekenningen uit de subsidieronde MDT2024 die eerder dit jaar is opengesteld.

Vraag 8

Kunt u aangeven hoeveel organisaties in 2024 voor het eerst een subsidierelatie met het Ministerie van OCW zijn aangegaan in verband met de maatschappelijke diensttijd?

Antwoord 8

In 2024 gaan ongeveer 280 organisaties voor het eerst een subsidierelatie aan met OCW/MDT. Dit is mede afhankelijk van het aantal toekenningen uit de subsidieronde MDT2024 die eerder dit jaar is opengesteld.

Vraag 9

Kunnen deze vragen voor de behandeling van de OCW-begroting 2025 worden beantwoord?

Antwoord 9

Ja, de beantwoording op de vragen ontvangt u voor de begrotingsbehandeling OCW.


X Noot
1

De Limburger, d.d. 20 september 2024, «Einde aan diensttijd voor de maatschappij».

X Noot
3

Organisaties die zich middels een samenwerkingsovereenkomst verbinden aan de uitvoering van een MDT-project.

Naar boven