Vragen van de leden Erkens en Buijsse (beiden VVD) aan de Minister van Klimaat en
Groene Groei en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het verminderen
van regeldruk in circulaire processen (ingezonden 1 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over
«Vooruitgang in de circulaire economie: Inzichten uit analyses van drie productgroepen;
woningen, verpakkingen en energietechnologieën»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat er vaart moet worden gemaakt in het halen van de 2030- en 2050-doelen
op het gebied van circulariteit? Wanneer kan de Kamer uw maatregelen verwachten op
dit vlak?
Vraag 3
Kunt u ingaan op de kansen die circulariteit biedt voor het Nederlandse toekomstige
verdienvermogen? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de chemische industrie?
Vraag 4
In hoeverre zal een grotere inzet op circulariteit helpen met het behalen van CO2-reductiedoelen? Welke maatregelen die u voornemens bent hebben een positief effect
op beide dimensies?
Vraag 5
Deelt u de mening dat beleid op het gebied circulariteit het meest effectief is mits
het geldt in de hele Europese Unie zodat we een gelijk speelveld behouden? Bent u
voornemens om bij de komende Europese Raden te pleiten voor een sterke inzet van de
nieuwe Europese Commissie op dit vlak?
Vraag 6
Deelt u de mening dat ondernemers die circulariteit willen bevorderen in bepaalde
gevallen een ongelijk economisch speelveld en onnodige regeldruk ervaren ten opzichte
van ondernemers die hier geen inspanning op plegen? Kunt u hier duiding aan geven?
Vraag 7
Welke gesprekken voert u met bedrijven en instanties over de knelpunten omtrent het
overstappen op een meer circulaire economie? Kunt u de knelpunten die genoemd worden
nader duiden?
Vraag 8
Welke stappen worden ondernomen om de beschikbaarheid van informatie over circulair
inkopen te verbeteren voor bedrijven en overheden? Hoe neemt u als Rijksoverheid een
voorbeeldrol in het aanbestedingsproces?
Vraag 9
Hoe bent u van plan om de burger te informeren over de kansen van circulaire producten?
Hoe verhoogt u het bewustzijn van burgers om circulaire producten aan te schaffen?
Vraag 10
Deelt u de mening dat de term «afval», in de milieuwetgeving gedefinieerd als «elke
stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen
of zich moet ontdoen» niet overeenkomt met de term «afval» zoals deze is beschreven
in de doelen voor een circulaire economie in 2050 en het PBL rapport2 waar gesproken wordt om te streven naar zo min mogelijk/nauwelijks afval?
Vraag 11
Wat is wat u betreft de definitie van «afval»?
Vraag 12
Deelt u de mening dat initiatiefnemers, bevoegd gezagen en inspectiediensten regelmatig
een verschillende interpretatie geven aan wetten- en regels als het gaat over «afval»
en «einde afvalstatus» en dat ondernemers hier knelpunten door ervaren? Ziet u een
relatie naar de interpretatie van verschillende definities die rondgaan in wet- en
regelgeving over de term «afval»?
Vraag 13
Ziet u mogelijkheden om dit in de toekomst beter te regelen? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Hoe wordt de samenwerking tussen initiatiefnemers, bevoegd gezagen en inspectiediensten
bevorderd om de complexiteit van wet- en regelgeving rondom circulaire initiatieven
te verminderen, vooral rondom einde afvalstatus?
Vraag 15
In hoeverre belemmert certificering het ontwikkelen en verkopen van circulaire producten?
Zijn er sectoren waar geen certificering wordt toegekend? Bent u van plan om de huidige
certificering te evalueren, bijvoorbeeld in het kader van het Circulair Materialen
Plan?
Vraag 16
Hoe kunt u de vraag naar circulaire producten stimuleren bij zowel consumenten als
bedrijven en hoe wordt dit momenteel gedaan?
Vraag 17
In hoeverre stimuleert de overheid in haar eigen inkoopbeleid de aanschaf van circulaire
producten?
Vraag 18
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?