Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Bijstand veel voorkomende bron van schulden» (ingezonden 3 september 2024).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderzoek «Bijstand veelvoorkomende bron van schulden»?1

Vraag 2

Herkent u het aantal van 286.000 mensen dat een openstaande bijstandsschuld heeft van in totaal 1,4 miljard euro?

Vraag 3

Hoe beziet u het aantal mensen met schulden tegenover het aantal mensen dat een bijstandsuitkering heeft?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de analyse van de onderzoekers?

Vraag 5

Kunt u reageren op de stelling van de onderzoekers dat mensen in de problemen zijn gekomen door streng handhavingsbeleid dat geen verschil maakte tussen fraudeurs enerzijds en mensen die onbewust een fout hebben gemaakt anderzijds?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe de totale schuldenlast verdeeld is over schulden als gevolg van bijstandsleningen, vorderingen zonder overtreding, vorderingen met overtreding inlichtingenplicht en de categorie overige schulden?

Vraag 7

Welk deel van de mensen met bijstandsschulden heeft ook andere schulden?

Vraag 8

Wat is de gemiddelde aflostermijn (in jaren) voor het aflossen van deze combinatie van schulden?

Vraag 9

Kunt u reflecteren op de achtergrondkenmerken van de groep mensen met een bijstandsschuld?

Vraag 10

Welk perspectief hebben mensen die bijstandsschulden hebben op een leven zonder schulden?

Vraag 11

Wat is het effect van de beslagvrije voet op het aflossen van de schuld en het daardoor ontstaan van perspectief op een schuldenvrij leven voor de personen in kwestie?

Vraag 12

Wat is het effect van deze schulden op de gezondheid van de mensen die deze schulden hebben?

Vraag 13

Wat is de reden dat vooral bij aanvang en beëindiging van de bijstand schulden ontstaan?

Vraag 14

Hoe taxeert u de aanbeveling uit het rapport dat de beste oplossing preventie is?

Vraag 15

Bent u bereid om een preventieprogramma op te zetten en de Kamer hierover te informeren?

Vraag 16

Kunt u reflecteren op alle overige aanbevelingen uit het rapport?

Vraag 17

Welke maatregelen (in wetgeving en/of werkproces) gaat u nemen naar aanleiding van de constateringen en aanbevelingen uit dit rapport?

Naar boven