Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vrouwensporten (ingezonden 27 augustus 2024).

Vraag 1

Bent u van mening dat een (biologische) man een Y-chromosoom heeft en een (biologische) vrouw niet? Zo nee, wat is dan volgens u het (biologisch gezien) kenmerkende onderscheid tussen een man en een vrouw?

Vraag 2

Zijn er volgens u biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld in spierkracht, lengte, uithoudingsvermogen et cetera) die van invloed zijn op de sportprestaties van mannen en vrouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het, wat u betreft, gezien deze biologische verschillen, wenselijk dat er aparte sportcompetities bestaan in veel sporten (bijvoorbeeld voetbal en wielrennen) voor mannen en vrouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Lopen (biologische) vrouwen, gezien deze biologische verschillen, het risico te verdwijnen uit de (top)sport zodra er niet langer een aparte competitie is voor alleen vrouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Vindt u het wenselijk dat (biologische) mannen (gedefinieerd als mensen met een Y-chromosoom) op basis van zelfidentificatie als «vrouw» deel kunnen nemen aan de vrouwensport?

Vraag 6

Lopen vrouwelijke vechtsporters een (extra) risico op ernstig fysiek letsel als (biologische) mannen (gedefinieerd als mensen met een Y-chromosoom) kunnen participeren in een vechtsport voor vrouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u bereid er, in het belang van vrouwen, op toe te zien dat (biologische) mannen uit de vrouwensporten worden geweerd? Zo nee, waarom niet?

Naar boven