Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over vrouwensporten (ingezonden 27 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
22 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2572.
Vraag 1
Bent u van mening dat een (biologische) man een Y-chromosoom heeft en een (biologische)
vrouw niet? Zo nee, wat is dan volgens u het (biologisch gezien) kenmerkende onderscheid
tussen een man en een vrouw?
Antwoord 1
Ja, er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen. Een biologische man heeft een Y-chromosoom,
terwijl een biologische vrouw dat niet heeft. Dit is het kenmerkende onderscheid.
Desalniettemin zijn er ook intersekse personen en transgenders.
Vraag 2
Zijn er volgens u biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld in
spierkracht, lengte, uithoudingsvermogen et cetera) die van invloed zijn op de sportprestaties
van mannen en vrouwen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, er zijn biologische verschillentussen mannen en vrouwen die de sportprestaties
beïnvloeden. Het gaat dan bijvoorbeeld om lichaamsbouw, metabolisme, spiermassa en
hormonen.
Vraag 3
Is het, wat u betreft, gezien deze biologische verschillen, wenselijk dat er aparte
sportcompetities bestaan in veel sporten (bijvoorbeeld voetbal en wielrennen) voor
mannen en vrouwen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het is wenselijk om aparte sportcompetities te behouden. In de meeste takken van sport
bestaan dus ook aparte man-vrouw wedstrijdcategorieën, omdat prestaties mede afhankelijk
zijn van spierkracht, lengte en uithoudingsvermogen.
Ik vind het wel belangrijk dat álle sporters een inclusieve, veilige en integere omgeving
aangeboden krijgen om te kunnen sporten om het beste uit zichzelf te kunnen halen.
Sport moet voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht sekse of gender, dus ook transgenders
en intersekse personen. Het IOC, de internationale federaties en nationale federaties
(in Nederland NOC*NSF) streven naar eerlijke vrouwensport waar zo maximaal mogelijk
inclusie nagestreefd wordt.
In Nederland heeft NOC*NSF in 2023 een «Handreiking Gender- en seksediverse personen»
gepubliceerd.1 Deze handreiking geeft uitgebreide adviezen voor sportbonden, clubs en sporters ten
behoeve van een inclusieve sportomgeving. Voor de breedtesport zijn al verschillende
modellen voor competitievormen beschreven. De adviezen voor de breedtesport uit deze
handreiking worden goed gewaardeerd en gebruikt.
Vraag 4
Lopen (biologische) vrouwen, gezien deze biologische verschillen, het risico te verdwijnen
uit de (top)sport zodra er niet langer een aparte competitie is voor alleen vrouwen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in antwoord 3 zijn er aparte mannen- en vrouwencompetities. Welke
vereisten daaraan gesteld worden, is aan de individuele sportbonden.
Vraag 5
Vindt u het wenselijk dat (biologische) mannen (gedefinieerd als mensen met een Y-chromosoom)
op basis van zelfidentificatie als «vrouw» deel kunnen nemen aan de vrouwensport?
Antwoord 5
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 1 en 3.
Vraag 6
Lopen vrouwelijke vechtsporters een (extra) risico op ernstig fysiek letsel als (biologische)
mannen (gedefinieerd als mensen met een Y-chromosoom) kunnen participeren in een vechtsport
voor vrouwen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het is aan de internationale sportfederaties om een zorgvuldige afweging te maken
wie er kan uitkomen in de desbetreffende sport.
Vraag 7
Bent u bereid er, in het belang van vrouwen, op toe te zien dat (biologische) mannen
uit de vrouwensporten worden geweerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het is aan de nationale bonden en de internationale sportfederaties om hier per sport
afspraken over te maken.