Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over een voorgenomen volledige risicobeoordeling
van LSD en MDMA (ingezonden 22 juli 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het besluit van voormalig Minister Dijkstra d.d. 13 juni 2024 om
het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring Drugs (CAM) opdracht te geven voor een
volledige risicobeoordeling van LSD?
Vraag 2
Ziet u reden tot heroverweging nu het CAM geen noodzaak zag hiervoor en dit in ieder
geval geen urgentie gaf, zoals in de aanbiedingsbrief van de totaalrapportage «motie
van Nispen»1 te lezen is en terwijl uw ambtenaren adviseerden LSD op dit moment niet nader te
onderzoeken? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer een vervolgbesluit verwachten? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 3
Wat is de ratio achter het besluit voor een volledige risicobeoordeling van LSD? Hoe
is inzet van middelen, impact en de resultaten uit de totaalrapportage gewogen? Op
welke manier is meegewogen dat Nederland als mogelijk bronland voor LSD (productie
en export) wordt gezien? Kunt u inzicht geven op welke wijze over dit risico contact
is geweest met het Ministerie van Justitie, het Openbaar Ministerie en Politie?
Vraag 4
Kunt u de adviezen die Justitie, Openbaar Ministerie en Politie bij de voorbereiding
van dit besluit gegeven hebben delen? Indien deze er niet zijn, hoe kan dat en zou
dat niet wenselijk zijn?
Vraag 5
Wordt de nationaal rapporteur verslavingen geraadpleegd alvorens dergelijke besluiten
genomen worden?
Vraag 6
Is het lage aantal incidenten, vanwege het lage gebruik, wat u betreft reden om een
drug van lijst I naar lijst II te verplaatsen? Wat zou het voor andere drugs betekenen
als deze redenatie zou worden gevolgd?
Vraag 7
Welke internationale verplichtingen zijn er wat betreft plaatsing van LSD op de Opiumwet?
Vraag 8
Vindt u het in het licht van bovenstaande gepast om het besluit voor een volledige
risicobeoordeling van LSD terug te draaien?
Vraag 9
Wat zou het effect in de beeldvorming op gebruikers van drugs zijn als LSD op lijst II
wordt geplaatst en gelijk wordt gesteld aan andere softdrugs? Verwacht u een stijging
in gebruik als dit zou gebeuren?
Vraag 10
Welk signaal zou er naar de samenleving uitgaan als een drug waarvan het gebruik met
enige regelmaat tot dodelijke incidenten leidt als softdrug zou worden aangemerkt?
Vindt u dat wenselijk?
Vraag 11
Bent u ermee bekend dat uw ambtsvoorganger het advies van het CAM deelde dat een volledige
risicobeoordeling van MDMA wenselijk is, en dat zij deze appreciatie wilde betrekken
bij de kabinetsreactie op het advies van de staatscommissie MDMA?
Vraag 12
Deelt u de opvatting dat het huidige kabinet in zijn reactie op de staatscommissie
MDMA een eigenstandige afweging dient te maken?
Vraag 13
Wanneer kan de Kamer de kabinetsreactie op het advies van de staatscommissie MDMA
verwachten?
Vraag 14
Welke internationale verplichtingen zijn er wat betreft plaatsing van MDMA op de Opiumwet?
Vraag 15
Hoe moet de volgende zin uit de totaalrapportage uitgelegd worden: «De uitkomsten
van de analyse zullen ook worden gebruikt om criteria voor toekomstige adviezen van
het CAM vast te stellen.» (pagina 10)? Is het CAM van plan de wijze van beoordelen
te veranderen? Hoe onderbouwt u deze keuze? Kunt u aangeven wat er met de aanbevelingen
uit de evaluatie van het CAM uit 2019 is gebeurd?2
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat we onze jeugd moeten beschermen en de leefbaarheid van onze
wijken moeten bevorderen? Zouden we daarom niet heel hard werk moeten maken van een
samenleving die drugs niet normaliseert, maar een halt toe roept?
Vraag 17
Kunt u deze vragen beantwoorden voor Prinsjesdag?