Vragen van de leden Bontenbal en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de kabinetsreactie op de invoeringstoets van de Wet open overheid (Woo) (ingezonden 4 juli 2024).

Vraag 1

Klopt de conclusie uit de invoeringstoets dat het bij ministeries onbekend is hoeveel FTE exact bezig is met het behandelen van Woo-verzoeken? Wat is uw reactie hierop?

Vraag 2

Wanneer start het onderzoek naar de concrete uitvoeringslasten, kosten en (benodigde) capaciteit voor de uitvoering van de Woo en wanneer moet dit onderzoek afgerond zijn?

Vraag 3

Wie gaat dit onderzoek uitvoeren?

Vraag 4

Wilt u in dit onderzoek expliciet maken hoeveel FTE exact bezig is met het behandelen van Woo-verzoeken?

Vraag 5

Bent u bereid om in dit onderzoek ook de uitvoeringslasten voor decentrale overheden mee te nemen, aangezien met name gemeenten tegen grote druk op de uitvoering aanlopen?

Vraag 6

Bent u bereid om in dit onderzoek ook de uitvoeringslasten van Woo-verzoeken ingediend bij de Tweede Kamer-organisatie mee te nemen en daarover in overleg te treden met de Tweede Kamer-organisatie?

Vraag 7

Wilt u in dit onderzoek ook meenemen hoe de uitvoeringslasten van Woo-verzoeken zich verhouden tot de maatschappelijke opbrengsten?

Vraag 8

Wilt u onderzoeken hoe in de Woo een belangenafweging tussen de maatschappelijke kosten en opbrengsten van een verzoek kan worden geïntroduceerd, gezien de uitwassen in de uitvoeringspraktijk?

Vraag 9

Wat gaat u precies doen met de conclusie van de invoeringstoets dat meer anti-misbruikmaatregelen nodig zijn, behalve slechts de constatering dat hiervoor een wetswijziging nodig is?

Vraag 10

Wilt u aan de slag gaan met deze wetswijziging in lijn met de aanbevelingen uit de invoeringstoets om misbruik van de Woo tegen te gaan en daarbij ook de begrenzingen meenemen zoals die in Duitsland en Estland gelden?

Naar boven