Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Defensie over het bericht dat er
bij een Nederlandse wapeninzet in Afghanistan in 2007 mogelijk zes burgerslachtoffers
zijn gevallen (ingezonden 21 maart 2024).
Vraag 1
Kunt u de wapeninzet van 14 september 2007 uitgebreider toelichten inclusief de precieze
toedracht van de betreffende aanval, met daarbij onder andere locatie, soort wapeninzet,
aantal betrokken militairen en het doel van de inzet? Zo nee, waarom niet? (Kamerstuk
27 925, nr. 964)
Vraag 2
Sinds wanneer is het u bekend dat er mogelijk zes burgerslachtoffers zijn gevallen
op 14 september 2007 door de Nederlandse wapeninzet?
Vraag 3
Sinds wanneer is deze informatie bekend bij het ministerie?
Vraag 4
Hoe komt het dat deze informatie in 2009 niet bekend is gemaakt?
Vraag 5
U schrijft dat er «mogelijk» burgerslachtoffers zijn gevallen op 14 september 2007;
wat is hierover bekend en worden de feiten onderzocht zodat hier uitsluitsel over
kan worden gegeven? Zo ja, wanneer kan de Kamer hier meer duidelijkheid over verwachten?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het verzwijgen van burgerslachtoffers een ernstige zaak is?
Vraag 7
Waarom is de toedracht en het vallen van burgerslachtoffers op 14 september 2007 niet
eerder met de Kamer gedeeld tussen 2007 en 2024?
Vraag 8
Is er contact geweest met de slachtoffers en nabestaanden van 14 september 2007, in
het geval er sprake is van burgerslachtoffers? Zo ja, wanneer was dit, met wie, hoe
vaak, en wat was de aard van dit contact?
Vraag 9
Is er met de slachtoffers en nabestaanden van 14 september 2007 gesproken over compensatie
en excuses? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
In een artikel in NRC Handelsblad van 28 februari 2024 wordt gesteld dat in juni 2009
acht burgers werden gedood; klopt dit?1
Vraag 11
Hoe rijmt u dit artikel met de antwoorden op Kamervragen van de SP van 23 december
2009 waarin staat: «Op 11 juni 2009 hebben twee Nederlandse helikopters luchtsteun
gegeven aan Afghaanse en Australische eenheden die in het Mirabad-gebied in gevecht
waren geraakt met Talibanstrijders. De Nederlandse helikopters hebben een beschieting
uitgevoerd op twee voertuigen die daarbij betrokken waren, en die tijdens het wegrijden
duidelijk herkenbaar reageerden op opdrachten van de Talibanstrijders die door middel
van radiocontact werden gegeven.»?2
Vraag 12
Indien dit bericht in NRC klopt, waarom is de Kamer niet geïnformeerd over de acht
burgerdoden die zijn gevallen op 11 juni 2009?
Vraag 13
Sinds wanneer is het u bekend dat er mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen op
11 juni 2009 door Nederlandse wapeninzet?
Vraag 14
Sinds wanneer is deze informatie bekend bij het ministerie?
Vraag 15
Wat is bekend over de toedracht van 11 juni 2009 en worden de feiten onderzocht zodat
hier uitsluitsel over kan worden gegeven? Zo ja, wanneer kan de Kamer hier meer duidelijkheid
over verwachten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Is er contact geweest met de slachtoffers en nabestaanden van 11 juni 2009, in het
geval er sprake is van burgerslachtoffers? Zo ja, wanneer was dit, met wie, hoe vaak,
en wat was de aard van dit contact?
Vraag 17
Is er met de slachtoffers en nabestaanden van 11 juni 2009 gesproken over compensatie
en excuses? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Op 20 april 2023 antwoordde u op Kamervragen van de SP dat een intern onderzoek zou
worden gestart naar burgerslachtoffers tijdens een inzet op 22 maart 2016 bij een
gebouw in Mosul in Irak dat volgens de coalitie door ISIS werd gebruikt als hoofdkwartier;
zijn de resultaten van dit onderzoek er inmiddels en wanneer verwacht u deze naar
de Kamer te sturen?3
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2691
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2361