Vragen van de leden Becker en De Kort (beiden VVD) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht «Gescheiden klassen, verbod op popmuziek en les in weerbaarheid tegen lhbtiq+ ideologie: hoe wenselijk zijn islamitische scholen?» (ingezonden 8 februari 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Gescheiden klassen, verbod op popmuziek en les in weerbaarheid tegen lhbtiq+-ideologie: hoe wenselijk zijn islamitische scholen?»?1

Vraag 2

Heeft uw ministerie en/of de Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderwijsinspectie) een eigen inventarisatie van de schoolregels/leefregels op scholen in Nederland, onderverdeeld naar verschillende denominaties? Zo nee, bent u bereid dit te doen?

Vraag 3

Worden alle schoolregels jaarlijks getoetst door de onderwijsinspectie of het ministerie of gebeurt dit eenmalig bij melding van de start van de school of bij de aanvraag van de bekostiging?

Vraag 4

Is het volgens u wenselijk dat op een deel van de Nederlandse scholen jongens en meisjes gescheiden les van elkaar krijgen, het dragen van een hoofddoek op zeer jonge leeftijd wordt gestimuleerd en kinderen «weerbaar worden gemaakt tegen de lhbtiq+ ideologie» of bent u het met deze leden eens dat dit niet wenselijk is vanuit het belang van kinderen om in vrijheid op te groeien en vanuit het belang van integratie?

Vraag 5

Hoe verhoudt voor u het gescheiden lesgeven, het actief stimuleren om een hoofddoek te dragen en kinderen »weerbaar maken tegen de lhbtiq+-ideologie» zich tot de Nederlandse vrije samenleving en wetgeving gericht op burgerschap?

Vraag 6

Bent u het met deze leden eens dat genoemde leefregels schuren met de aangescherpte burgerschapsopdracht die voor alle scholen geldt? Hoe kan het dat het onderzoeksrapport van de onderwijsinspectie dergelijke signalen niet adequaat signaleert?

Vraag 7

Hoe toetst de onderwijsinspectie het gescheiden lesgeven en de negatieve uitingen over homoseksualiteit aan wetgeving gericht op gelijkwaardigheid en burgerschap en welke consequenties heeft dat? Waar eindigt volgens u het discriminatieverbod zoals vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet en begint de vrijheid van onderwijs zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet?

Vraag 8

Hoe ziet het toezicht op de burgerschapsopdracht er in de praktijk uit? Vindt toezicht enkel plaats als er concrete signalen zijn van misstanden, of is dit toezicht ook risicogestuurd en preventief? Is dit onderdeel van alle onderzoeken die onderwijsinspectie doet?

Vraag 9

Welke handvatten heeft en/of gebruikt de onderwijsinspectie, naast de inspectiekaders, bij het beoordelen of het onderwijs bijdraagt aan actief burgerschap en sociale cohesie? Zijn deze normen, behalve in de wettekst, nog verder uitgewerkt en geconcretiseerd?

Vraag 10

Bent u van mening dat de onderwijsinspectie genoeg concrete handvatten heeft om effectief toezicht te houden op de burgerschapsopdracht?

Vraag 11

Heeft u het idee dat u, met de komst van de Wet verduidelijking van de burgerschapsopdracht en de Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs voldoende instrumenten tot uw beschikking heeft om ervoor te zorgen dat scholen daadwerkelijk de burgerschapsopdracht naleven? Zo ja, hoe past u deze toe? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Op welke manier gaat het vaststellen van kerndoelen voor burgerschapsonderwijs bijdragen aan het voorkomen van segregatie in het onderwijs?

Vraag 13

Bent u in gesprek met scholen over genoemde leefregels? Zo ja, hoe verlopen deze gesprekken? Zo niet, waarom niet?

Vraag 14

Bent u bereid om in ieder geval nader onderzoek te doen naar de scholen die genoemd zijn in het artikel en hen aan te spreken en zo nodig verdere stappen te zetten, met het oog op het naleven van de burgerschapsopdracht?

Vraag 15

Op welke wijze wordt er tijdens de lerarenopleiding aandacht besteed aan de burgerschapsopdracht die toekomstige leerkrachten moeten uitvoeren? Hoe wordt binnen de lerarenopleiding geborgd dat toekomstige leraren de burgerschapsopdracht niet alleen naar de letter maar ook naar de geest opvolgen?

Vraag 16

Zijn er op het ministerie signalen bekend van de vraag naar een lerarenopleiding specifiek voor moslims waarop wordt gehint in het nieuwsartikel?


X Noot
1

De Telegraaf, d.d. 20 januari 2024, «Gescheiden klassen, verbod op popmuziek en les in weerbaarheid tegen lhbtiq+-ideologie: hoe wenselijk zijn islamitische scholen?», Gescheiden klassen, verbod op popmuziek en les in weerbaarheid tegen lhbtiq+-ideologie: hoe wenselijk zijn islamitische scholen? | Binnenland | Telegraaf.nl

Naar boven