Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over exportkredietverzekeringen in veehouderij (ingezonden 8 februari 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met de «Beleidsverklaring dierenwelzijn» ten aanzien van exportkredietverzekeringen welke sinds 2020 van kracht is?

Vraag 2

Bent u zich bewust van het feit dat er in de beleidsverklaring staat aangegeven dat hierin onder andere wordt gespecificeerd dat geen verzekering zal worden afgegeven voor «Accommodatie van legkippen: leveringen aan en met betrekking tot stallen waarin onverrijkte kooien voor legkippen worden toegepast» en ook «Accommodatie van vleeskippen: leveringen aan stallen waarin vleeskippen worden gehouden met een grotere dichtheid dan 42 kg/m2»?

Vraag 3

Gegeven bovengenoemd beleid, kunt u uitleggen waarom sinds 2021 de volgende exportkredietverzekeringen zijn uitgegeven voor legkippen en vleeskippen? Kunt u dit per casus individueel beantwoorden?

  • Het ontwerp van pluimveestallen voor de productie van broedeieren aan Letland (4.0 mln euro)

  • Supply of 3 chicken feed production lines, cattle feed productionand fish/shrimp production aan Bangladesh (23.2 mln euro)

  • Levering van eierbroedmachines aan India (10.7 mln euro)

  • Stalen sandwichpanelen, elektra en sanitair ten behoeve van Addoho Poultry Company in Saudie Arabie (2.7 mln euro)

  • De levering van eierbroedmachines aan Sudan (1.2 mln euro)

  • De levering van eierbroedmachines aan Oeganda (1.0 mln euro)

  • Levering van eierbroedmachines aan Zimbabwe (563k euro)

  • Oplevering van een broederijgebouw aan El Salvador (549k euro)

Vraag 4

Bent u zich bewust van het feit dat in de beleidsverklaring staat aangegeven dat «Alle leveringen aan de intensieve veehouderij en aan slachterijen worden behandeld als «gevoelige sector» transacties», wat «betekent dat een milieu en sociale beoordeling zal worden uitgevoerd voor deze transacties, inclusief het onderzoeken van het dierenwelzijnsaspect, ongeacht de omvang van de transactie en proportioneel aan de risico’s van het project»?

Vraag 5

Gegeven bovenstaand beleid, kunt u uitleggen waarom sinds 2021 de volgende exportkredietverzekeringen zijn uitgegeven aan de intensieve veehouderij en aan slachterijen zonder enige toetsing op dierenwelzijn? Kunt u dit per casus individueel beantwoorden?

  • Levering en inbedrijfstelling van slachtapparatuur voor 12 slachthuizen (60.2 mln euro)

  • De levering van broederijapparatuur, 2 voermolens, een waterzuiveringsinstallatie, slacht- en vleesverwerkingsapparatuur en een destructiemachine aan Saudi Arabie (60.7 mln euro) – zie ook hierboven

  • De levering van een mengvoederfabriek aan Canada (5.0 mln dollar)

  • Het leveren van een machinelijn voor de verwerking van pluimveevlees aan China (2.7 mln euro)

  • Het leveren van een pluimveeslachtlijn aan China (2.7 mln euro)

Vraag 6

Vindt u het wenselijk dat projecten in de zogenoemde categorie «M» überhaupt geen enkele vorm van toetsing ondergaan, omdat het een uitbreiding van een bestaand project aangaat, ook niet als deze niet eerder zijn getoetst op dierenwelzijn omdat de beleidsverklaring nog niet van kracht was bij start van het project? Zo ja, hoe verklaart u dit? Zo nee, waarom wordt deze uitzondering dan nog altijd gemaakt?

Vraag 7

Gegeven bovenstaande uitzondering, wat vindt u ervan dat sinds 2021 exportkredietverzekeringen zijn verstrekt zonder enige toetsing op dierenwelzijn aan:

  • Levering van 2 x 496 vaarzen aan Oezbekistan (totaal 2.5 mln euro)

  • Levering van broedmachines aan Costa Rica (1.8 mln euro)

  • Het leveren van een vleesverwerkingsmachinelijn voor pluimvee aan China (5.4 mln euro)

  • Levering van broedmachines aan Sudan (1.0 mln euro)

Vraag 8

Bent u zich bewust van het feit dat deze beleidsverklaring is opgesteld, omdat, zoals in de beleidsverklaring ook is opgenomen, «In veel landen waar onder de EKV verzekerde export heen gaat is het dierenwelzijnsbeleid en de handhaving ervan soms zwak of ontbreekt zelfs»?

Vraag 9

Bent u het eens met de constatering dat het zeer zorgwekkend is dat de Nederlandse staat bijdraagt aan de levering van producten voor intensieve veehouderij zonder enige controle op dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom staat het kabinet toe dat dit nog steeds gebeurt?

Vraag 10

Bent u zich bewust van het feit dat in de beleidsverklaring staat aangegeven dat «In overeenstemming met wetenschappelijke denkwijzen neemt ADSB het standpunt in dat dieren wezens met gevoel zijn die in staat zijn om plezier en pijn te ondervinden»?

Vraag 11

Deelt u de mening dat het leven van een dier in de intensieve veehouderij ervoor zorgt dat een dier per definitie pijn ondervindt en geen plezier zal hebben in het leven? Zo nee, op welk moment denkt u dat een dier in de intensieve veehouderij plezier beleeft?

Vraag 12

Vindt u het wenselijk dat het kabinet door het verstrekken van exportkredietverzekeringen aan intensieve veehouderij in landen met zeer lage of geen standaarden voor dierenwelzijn een groei in ernstig dierenleed faciliteert? Zo ja, waarom? Zo nee, is het kabinet bereid het verstrekken van exportkredietverzekeringen aan de intensieve veehouderij per direct af te schaffen? Zo nee, waarom niet? Kunt u dit toelichten?

Naar boven