Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over exportkredietverzekeringen in veehouderij (ingezonden 8 februari 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst), mede namens Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 11 maart 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met de «Beleidsverklaring dierenwelzijn» ten aanzien van exportkredietverzekeringen welke sinds 2020 van kracht is?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u zich bewust van het feit dat er in de beleidsverklaring staat aangegeven dat hierin onder andere wordt gespecificeerd dat geen verzekering zal worden afgegeven voor «Accommodatie van legkippen: leveringen aan en met betrekking tot stallen waarin onverrijkte kooien voor legkippen worden toegepast» en ook «Accommodatie van vleeskippen: leveringen aan stallen waarin vleeskippen worden gehouden met een grotere dichtheid dan 42 kg/m2»?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Gegeven bovengenoemd beleid, kunt u uitleggen waarom sinds 2021 de volgende exportkredietverzekeringen zijn uitgegeven voor legkippen en vleeskippen? Kunt u dit per casus individueel beantwoorden?

  • Het ontwerp van pluimveestallen voor de productie van broedeieren aan Letland (4.0 mln euro)

  • Supply of 3 chicken feed production lines, cattle feed productionand fish/shrimp production aan Bangladesh (23.2 mln euro)

  • Levering van eierbroedmachines aan India (10.7 mln euro)

  • Stalen sandwichpanelen, elektra en sanitair ten behoeve van Addoho Poultry Company in Saudie Arabie (2.7 mln euro)

  • De levering van eierbroedmachines aan Sudan (1.2 mln euro)

  • De levering van eierbroedmachines aan Oeganda (1.0 mln euro)

  • Levering van eierbroedmachines aan Zimbabwe (563k euro)

  • Oplevering van een broederijgebouw aan El Salvador (549k euro)

Antwoord 3

Alle genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) onderworpen aan een milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. Onderdeel van deze beoordeling is dat de projecten worden getoetst aan het Nederlandse dierenwelzijnsbeleid voor exportkredietverzekeringen (ekv). Bij geen van deze projecten is er een ekv afgegeven voor leveringen aan en met betrekking tot stallen waarin onverrijkte kooien voor legkippen worden toegepast of leveringen aan stallen waarin vleeskippen worden gehouden met een grotere dichtheid dan 42 kg/m2.

Vraag 4

Bent u zich bewust van het feit dat in de beleidsverklaring staat aangegeven dat «Alle leveringen aan de intensieve veehouderij en aan slachterijen worden behandeld als «gevoelige sector» transacties», wat «betekent dat een milieu- en sociale beoordeling zal worden uitgevoerd voor deze transacties, inclusief het onderzoeken van het dierenwelzijnsaspect, ongeacht de omvang van de transactie en proportioneel aan de risico’s van het project»?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Gegeven bovenstaand beleid, kunt u uitleggen waarom sinds 2021 de volgende exportkredietverzekeringen zijn uitgegeven aan de intensieve veehouderij en aan slachterijen zonder enige toetsing op dierenwelzijn? Kunt u dit per casus individueel beantwoorden?

  • Levering en inbedrijfstelling van slachtapparatuur voor 12 slachthuizen (60.2 mln euro)

  • De levering van broederijapparatuur, 2 voermolens, een waterzuiveringsinstallatie, slacht- en vleesverwerkingsapparatuur en een destructiemachine aan Saudi Arabie (60.7 mln euro) – zie ook hierboven

  • De levering van een mengvoederfabriek aan Canada (5.0 mln dollar)

  • Het leveren van een machinelijn voor de verwerking van pluimveevlees aan China (2.7 mln euro)

  • Het leveren van een pluimveeslachtlijn aan China (2.7 mln euro)

Antwoord 5

Het klopt niet dat deze projecten niet zijn getoetst op dierenwelzijn. Voor de levering van een mengvoederfabriek aan Canada is geen milieu- en sociale beoordeling uitgevoerd, omdat de levering niet direct raakt aan dierenwelzijn. Alle overige genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder ADSB onderworpen aan een milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. De projecten voldoen aan het mvo-beleid en de dierenwelzijnsverklaring voor de ekv.

Vraag 6

Vindt u het wenselijk dat projecten in de zogenoemde categorie «M» überhaupt geen enkele vorm van toetsing ondergaan, omdat het een uitbreiding van een bestaand project aangaat, ook niet als deze niet eerder zijn getoetst op dierenwelzijn omdat de beleidsverklaring nog niet van kracht was bij start van het project? Zo ja, hoe verklaart u dit? Zo nee, waarom wordt deze uitzondering dan nog altijd gemaakt?

Antwoord 6

Het klopt niet dat projecten in de categorie «M» geen enkele vorm van toetsing ondergaan. Projecten die gecategoriseerd worden als «M» worden altijd aan een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling onderworpen. Hierin wordt de inzet van de exporteur en de afnemer op milieu- en sociaal-vlak, waaronder ook dierenwelzijn, beoordeeld. Daarnaast kan aanvullende informatie over de keten opgevraagd worden.

Vraag 7

Gegeven bovenstaande uitzondering, wat vindt u ervan dat sinds 2021 exportkredietverzekeringen zijn verstrekt zonder enige toetsing op dierenwelzijn aan:

  • Levering van 2 x 496 vaarzen aan Oezbekistan (totaal 2.5 mln euro)

  • Levering van broedmachines aan Costa Rica (1.8 mln euro)

  • Het leveren van een vleesverwerkingsmachinelijn voor pluimvee aan China (5.4 mln euro)

  • Levering van broedmachines aan Sudan (1.0 mln euro)

Antwoord 7

Alle genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder ADSB onderworpen aan milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. De projecten voldoen aan het mvo-beleid en de dierenwelzijnsverklaring voor de ekv.

Vraag 8

Bent u zich bewust van het feit dat deze beleidsverklaring is opgesteld, omdat, zoals in de beleidsverklaring ook is opgenomen, «In veel landen waar onder de EKV verzekerde export heen gaat is het dierenwelzijnsbeleid en de handhaving ervan soms zwak of ontbreekt zelfs»?

Antwoord 8

Ja.

Vraag 9

Bent u het eens met de constatering dat het zeer zorgwekkend is dat de Nederlandse staat bijdraagt aan de levering van producten voor intensieve veehouderij zonder enige controle op dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom staat het kabinet toe dat dit nog steeds gebeurt?

Antwoord 9

Het kabinet kan zich niet vinden in de constatering dat de Nederlandse staat bijdraagt aan de levering van producten voor intensieve veehouderij zonder enige controle op dierenwelzijn. Transacties in de intensieve veeteeltsector worden altijd aan een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling onderworpen.

Vraag 10

Bent u zich bewust van het feit dat in de beleidsverklaring staat aangegeven dat «In overeenstemming met wetenschappelijke denkwijzen neemt ADSB het standpunt in dat dieren wezens met gevoel zijn die in staat zijn om plezier en pijn te ondervinden»?

Antwoord 10

Ja.

Vraag 11

Deelt u de mening dat het leven van een dier in de intensieve veehouderij ervoor zorgt dat een dier per definitie pijn ondervindt en geen plezier zal hebben in het leven? Zo nee, op welk moment denkt u dat een dier in de intensieve veehouderij plezier beleeft?

Antwoord 11

De principes die bekend staan als de «Vijf Vrijheden», die de (wereldwijde) internationale uitgangspunten voor dierenwelzijn vormen bij onder meer de World Organisation for Animal Health (OIE) en de OECD-FAO, geven aan dat een dier gevrijwaard moet zijn van honger, dorst en onjuiste voeding; fysiek en fysiologisch ongerief; pijn, verwondingen en ziektes; angst en chronische stress en het dier moet zijn natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Veehouderijsystemen en -praktijken die hier niet verenigbaar mee worden geacht zijn daarom uitgesloten van de ekv.1

Vraag 12

Vindt u het wenselijk dat het kabinet door het verstrekken van exportkredietverzekeringen aan intensieve veehouderij in landen met zeer lage of geen standaarden voor dierenwelzijn een groei in ernstig dierenleed faciliteert? Zo ja, waarom? Zo nee, is het kabinet bereid het verstrekken van exportkredietverzekeringen aan de intensieve veehouderij per direct af te schaffen? Zo nee, waarom niet? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 12

Het kabinet kan zich niet vinden in de stelling dat het kabinet dierenleed faciliteert. Juist door ekv-aanvragen te toetsen aan de hand van internationale kaders en een aanvullende dierenwelzijnsverklaring kan worden geëxporteerd naar landen waar wettelijke dierenwelzijnsstandaarden lager of zelfs afwezig zijn.2 Het hanteren van internationale standaarden is ook belangrijk voor een gelijk speelveld voor Nederlandse exporteurs. Met de dierenwelzijnsverklaring en de daar uit volgende uitsluitingslijst gaat Nederland al verder dan andere landen.

Het kabinet doet momenteel onderzoek naar de reikwijdte en consequenties van de aangenomen motie Teunissen c.s. die oproept om te stoppen met exportkredietverzekeringen voor projecten met een lagere dierenwelzijnsstandaard dan de Nederlandse. De resultaten van dit onderzoek zullen met uw Kamer worden gedeeld.3


X Noot
1

Zie de beleidsverklaring dierenwelzijn(2019) voor een volledige lijst van uitgesloten veehouderijsystemen en -praktijken.

X Noot
2

De IFC Performance Standards en deTerrestrial Animal Health Codevan de World Organization for Animal Health (OIE)zijn de primaire internationale toetsingskaders voor dierenwelzijn. De Environmental, Health and Safety (EHS) Guidelines en Good Practice Notesvan IFCzijn ondersteunende richtlijnen in het due diligence proces. Wanneer de benodigde standaarden ontbreken of onvolledig zijn wordt gekeken of er andere internationale erkende standaarden beschikbaar zijn als referentiekader voor de inhoudelijke due diligence. Dit kunnen bijvoorbeeld relevante EU-richtlijnen zijn.

X Noot
3

Zie kamerstuk 26 485 nr. 433 16 februari 2024

Naar boven