Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de nog altijd bestaande oververtegenwoordiging van mannen in de top van grote Nederlandse bedrijven en de stijging van het aantal vrouwen die maar heel beperkt blijft (ingezonden 1 februari 2024).

Vraag 1

Bent u zich bewust dat EU-lidstaten in 2022 een vrouwenquotum in de top van bedrijven zijn overeengekomen waarbij over uiterlijk vijf jaar minstens 40 procent van de raden van commissarissen moesten bestaan uit vrouwen of 33 procent, maar dat dan een derde van de raden van bestuur en raden van commissarissen bij elkaar opgeteld uit vrouwen zou moeten bestaan?

Vraag 2

Hoe beoordeelt u in dit licht het bericht «Nog geen jubelstemming over genderdiversiteit»1?

Vraag 3

Ziet ook u een samenhang tussen de heel beperkte stijging van het aantal vrouwen in de top van grote Nederlandse bedrijven en het gegeven dat ruim de helft van deze bedrijven het afgelopen jaar geen cijfers heeft kunnen doorgeven over het aantal vrouwen in bestuurslagen, doordat er geen sancties op staan, hoewel transparantie eigenlijk wel is verplicht? Hoe onderbouwt u dit?

Vraag 4

Hoe verklaart u de grote verschillen tussen verschillende sectoren nog in de genderbalans, bijvoorbeeld tussen de bouwbesturen waar maar 5,8 procent vrouw is, terwijl dit in de culturele sector al 31,8 procent is?

Vraag 5

Welke mogelijkheden ziet u voor uzelf of uw ambtsopvolger om in dezen actie te ondernemen?


X Noot
1

NRC-Handelsblad, 30 januari 2024.

Naar boven