Vragen van het lid Idsinga (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën
over het artikel «Hoge Raad oordeelt in nadeel van de fiscus, boetes dividendstrippen
onzeker» (ingezonden 22 januari 2024).
Vraag 1
Bent u het met mij eens dat het harde oordeel van de Hoge Raad een forse tegenslag
is in de strijd tegen dividendstripping?1
Vraag 2
Hoeveel (andere) rechtszaken zijn op dit moment aanhangig over dividendstripping?
Vraag 3
Hoeveel belastinggeld is daarmee in totaal gemoeid?
Vraag 4
In hoeverre werkt dit recente arrest door naar die andere zaken?
Vraag 5
Kunt u reflecteren op de uitspraak van de in het artikel aangehaalde advocaat die
stelt dat het bewijzen van opzettelijk doen van een onjuiste aangifte met dit oordeel
(van de Hoge Raad) lastiger zal worden?
Vraag 6
Klopt de bewering in het artikel dat deze zaak al meer dan 20.000 uren werk heeft
gekost door ambtenaren van de Belastingdienst? En dat dit alleen maar meer wordt?
Zo ja, hoeveel meer is uw inschatting?
Vraag 7
Kunt u reflecteren op de bewering van de oud-Fiod-projectleider dat dit «voor jaren
vertraging» zorgt?
Vraag 8
Een woordvoerder van uw ministerie wil in het artikel niet spreken van een tegenslag
maar zegt wel dat de bestrijding van dividendstrippen bemoeilijkt zal worden, kunt
u dit uitgebreid verder toelichten?
Vraag 9
Bent u het met mij eens dat alles op alles gezet moet worden om dividendstripping
effectief te blijven aanpakken? Zo ja, kunt u ook uitgebreid toelichten welke concrete
stappen u daartoe wilt zetten?
Vraag 10
Volgens de oud-Fiod-projectleider oordeelt de Hoge Raad naar de letter van de wet
en niet naar de achterliggende gedachte? Deelt u die analyse? Zo ja, pleit dit er
dan voor om te overwegen om de wet op dit punt te wijzigen zodat vanaf dat moment
effectievere aanpak van dividendstripping mogelijk is?
Vraag 11
Afgelopen najaar is de wetgeving ten aanzien van dividendstripping gewijzigd («Overige
fiscale maatregelen 2024»; hierna: «wetsvoorstel OFM24»), zijn deze wijzigingen, mede
in het licht van het recente arrest van de Hoge Raad, afdoende om in de toekomst (soortgelijke)
gevallen van dividendstripping te voorkomen en/of effectief aan te pakken? Zo ja,
kunt u dat uitgebreid toelichten? Zo nee, waarom niet, wat is meer nodig en welke
stappen gaat u daartoe zetten?
Vraag 12
Hoewel het lid Omtzigt tijdens de behandeling van het Belastingplan 2024 vroeg goed
te kijken naar landen om ons heen, zoals Denemarken, die kennelijk effectieve maatregelen
«ex ante» hebben getroffen in plaats van «ex post» zoals het kabinet voorstelde middels
het wetsvoorstel OFM24, leidde dit toen niet tot een wijziging van het wetvoorstel,
bent u gelet op de recente uitspraak van de Hoge Raad en de noodzaak om dividendstripping
aan te pakken bereid om dit te heroverwegen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen
onderneemt u hierbij?
Vraag 13
Ook de suggestie waar tijdens die behandeling op aangedrongen is om kennelijke succesvolle
maatregelen in andere landen, zoals de introductie van een «houdsterperiode», verder
te verkennen heeft toen niet tot wijzigingen in het wetsvoorstel OFM24 geleid, hoe
staat u hier thans tegenover?
Vraag 14
Tijdens die behandeling heeft u aangegeven het onderzoek naar alternatieve maatregelen
om dividendstripping aan te pakken te continueren en u kondigde aan dat de Kamer in
het voorjaar van 2025 nader geïnformeerd zou worden hierover, bent u thans bereid
om dit proces, gelet op de uitspraak van de Hoge Raad, drastisch te vervroegen? Zo
ja, wanneer kunt u deze onderzoeken met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Wilt de vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
X Noot
1Het Financieele Dagblad, 19 januari 2024, «Hoge Raad oordeelt in nadeel van de fiscus,
boetes dividendstrippen onzeker»