Vragen van de leden Bamenga en Tjeerd de Groot (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de «Verzamelbrief bodem en ondergrond» (ingezonden 11 januari 2024).

Vraag 1

Kunt u toelichten waarom de conclusies uit het ILT-rapport niet voldoende onderbouwing geven voor de invoering van een meld- en vergunningplicht voor staalslakken?1 2

Vraag 2

Waarom is er ruim een jaar nodig om te onderzoeken wat de toegevoegde waarde van een meldplicht is, ondanks de benoemde voordelen in het ILT-rapport en uw beleidsreactie?3

Vraag 3

Welke risico’s ziet u als er tot eind 2025 (het tijdstip waarop de eerste aanpassingen van de herijkte bodemregelgeving naar verwachting worden doorgevoerd) wordt gewacht met maatregelen voor het gebruik van staalslakken?

Vraag 4

Bent u het, in het licht van de benoemde risico’s voor mens en natuur, ermee eens dat er sneller stappen gezet zouden moeten worden om vervuiling van het milieu te voorkomen?

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat er zo snel mogelijk normen geformuleerd moeten worden voor zware metalen en zuurgraad bij de toepassing van staalslakken?

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat staalslakken onder IBC-bouwstoffen zouden moeten vallen, aangezien de ILT de toepassing van staalslakken als risicovol identificeert?

Vraag 7

Kunt u toezeggen sneller stappen te nemen voor de toepassing van staalslakken parallel aan de herijking van de bodemregelgeving om te voorkomen dat zich nog twee jaar lang (mogelijk) schadelijke stoffen verspreiden in het milieu?

Naar boven