Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de verhoging van de AOW leeftijd zonder dat de gemiddelde levensverwachting stijgt (ingezonden 18 december 2023).

Vraag 1

Wat is uw mening over het in uw brief aan de Kamer1 gepresenteerde feit dat de Algemene Oudersdomswet (AOW-)leeftijd verhoogd wordt ondanks dat de gemiddelde levensverwachting niet stijgt en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) niet verwacht dat deze zal stijgen voor de betreffende periode?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het in de geest van de afspraken en wet is om de AOW-leeftijd níet te verhogen wanneer de gemiddelde levensverwachting niet stijgt? Hoe legt u uit aan de gewone werkende Nederlander dat het omgekeerde plaatsvindt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het toch verhogen van de AOW-leeftijd het vertrouwen in de overheid en het pensioenstelsel schaadt?

Vraag 4

Welke boodschap heeft u voor mensen (met een zwaar beroep) die aan de ene kant zien dat de onderhandelingen over een goede regeling om op tijd te stoppen met werken geklapt zijn, ondanks dat dat is een afspraak was uit het pensioenakkoord, en aan de andere kant de AOW-leeftijd nog verder verhoogd zien worden, ondanks dat de gemiddelde levensverwachting niet verder stijgt?

Vraag 5

Waarom is ervoor gekozen dat de AOW-leeftijd wel kan stijgen, maar niet kan dalen in lijn met de levensverwachting? Bent u bereid de wet zodanig aan te passen dat een daling wel mogelijk wordt?

Vraag 6

Waarom stijgt de pensioenrichtleeftijd dusdanig snel terwijl de daadwerkelijke stijging van de levensverwachting pas veel later aan de orde is en onzeker is?


X Noot
1

Kamerstuk 32 163, nr. 59.

Naar boven