Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over het rapport voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake onderzoek naar het (risico)profiel UT001 (ingezonden 25 mei 2023).

Vraag 1

Waarom heeft de Belastingdienst tot en met de procedure van wederhoor de onderzoekers geen bescheiden overlegd? Deelt u de mening dat dit een onwenselijke gang van zaken is?1

Vraag 2

Wat wordt bedoeld met de uiting «conform wettelijke bepalingen» (p. 6), als er wordt gesteld dat documentatie van die periode niet meer beschikbaar is?

Vraag 3

Bent u bereid om de «beperkte hoeveelheid aan concepten en werkdocumenten waarvan de status formeel niet vaststaat» (p. 6) aan de Kamer te doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Waarom geeft de Belastingdienst de onduidelijkheid over de status van documenten op als reden om ze niet te delen voor onderzoek? Waarom zouden deze dan niet bruikbaar zijn voor onderzoek (p. 6)?

Vraag 5

Waarom is het voorkomen van «misvattingen en verkeerde interpretaties en conclusies» een reden om documenten niet te overleggen (p. 6)? De onafhankelijke onderzoekers gaan toch over de conclusies en niet de Belastingdienst?

Vraag 6

Waarom concludeert de Belastingdienst dat bepaalde documenten «niet de daadwerkelijke situatie/handelen van toentertijd» (p. 6) weergeven? Waar blijkt dit uit en waarom is het aan de Belastingdienst om lopende het onderzoek slechts documenten te verschaffen die op basis van de eigen visie het handelen van de Belastingdienst weergeven?

Vraag 7

Zijn alle bescheiden, documenten, memo’s of andersoortige informatie die direct of indirect te relateren zijn aan of zien op het (risico)profiel UT001 aan de onderzoekers overhandigd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid om een overzicht te doen toekomen van alle bescheiden, documenten, memo’s of andersoortige informatie die direct of indirect te relateren zijn aan of zien op het (risico)profiel UT001 die aan de onderzoekers zijn overhandigd en diegene die niet aan de onderzoekers zijn overhandigd, met daarbij ook een argumentatie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Bent u bereid om alle bescheiden, documenten, memo’s of andersoortige informatie die direct of indirect te relateren zijn aan of zien op het (risico)profiel UT001 te doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid om een «centrale zoekslag» (p. 6) te verrichten bij de Belastingdienst naar alle bescheiden, documenten, memo’s of andersoortige informatie die direct of indirect te relateren zijn aan of zien op het (risico)profiel UT001? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Hoe kan het zo zijn dat de mailcorrespondentie niet altijd is gearchiveerd in het projectarchief van de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) en er alleen op verzoek iets werd opgeslagen? Deelt u de mening dat dit getuigt van volstrekte willekeur en dat dit afkeurenswaardig is? Hoe wordt dit in de toekomst voorkomen?

Vraag 12

Hoe kon het gebeuren dat bescheiden op eigen schijven of andere plekken werden opgeslagen zonder dat de projectorganisatie LAA daar zicht op had? Deelt u de mening dat dit een onverantwoorde manier is om met overheidsinformatie om te gaan? Hoe wordt dit in de toekomst voorkomen?

Vraag 13

Kunt u uitsluiten dat er op dit moment overheidsinformatie of informatie van burgers op lokale schijven of andere plekken zijn opgeslagen? Vindt u dat deze informatie dient te worden achterhaald?

Vraag 14

Hoe kan het zo zijn dat men zelf vrij was om te bepalen of iets opgeslagen moest worden?

Vraag 15

Hoe kan het dat verschillende organisaties uiteenlopende antwoorden hebben gegeven over de te hanteren bewaartermijnen, namelijk 5, 10 en 12 jaar (p. 11)?

Vraag 16

Hoe kan het dat de regelgeving over bewaartermijnen door organisaties verschillend wordt geïnterpreteerd (p. 11)? Hoe wordt dit in de toekomst voorkomen?

Vraag 17

Op welke specifieke «wettelijke bepalingen» doelt de Belastingdienst en kunt u een overzicht geven van wettelijke bepaling per relevantie informatiecategorie (p. 11)? Zo nee, waarom niet?

Vraag 18

Klopt het dat er een algehele opdracht tot opschonen van alle Q-schijven is uitgevaardigd? Waar blijkt dit uit? Waarom is dit gedaan en hoe voldoet dit aan de wettelijke bepalingen? Hoe werd bepaald of data wel of niet relevant was?

Vraag 19

Waarom is in 2018 informatie over de totstandkoming van de risicoprofielen collectief verwijderd? Conform welke wettelijke bepaling is dit gedaan? Waarom is dit niet bewaard? Wordt dit in de toekomst voorkomen?

Vraag 20

Klopt het dat er binnen een periode van vijf jaar informatie over de risicoprofielen is verwijderd? Waarom is dit gebeurd en waarom zou dit mogen?

Vraag 21

Bent u bereid om alle ontwikkelde profielen van het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF) aan de Kamer te doen toekomen? Bent u bereid om hierbij expliciet in te gaan op het (directe en indirecte) gebruik van de volgende indicatoren: geboorteland, het verschil tussen datum van inschrijving en geboortedatum, etniciteit en nationaliteit?

Vraag 22

Bent u bereid om het profiel dat als basis is gebruikt voor het (risico)profiel UT001 aan de Kamer te doen toekomen, met bijgevoegd alle informatie die te relateren valt aan dat profiel?

Vraag 23

Bent u bereid om de «risicoduiding van het RCF» (p. 22) aan de Kamer te doen toekomen?

Vraag 24

Klopt het dat de Belastingdienst «diverse keren» de risicoduiding of het profiel van het RCF heeft aangepast? Welke aanpassingen zijn doorgevoerd en waarom?

Vraag 25

Klopt het dat de selectie in RCF-verband specifieker was (p. 22)? Waar blijkt dit uit?

Vraag 26

Bent u bereid alle profielen uit de zogenoemde «Belastingdienst Mix' aan de Kamer te doen toekomen, samen met alle hieraan te relateren informatie?

Vraag 27

Is er nu wel of geen verslaglegging van de interne stuurgroep LAA? Bent u bereid om alle informatie die te relateren is aan het (risico)profiel UT001 die hier in staat te doen toekomen?

Vraag 28

Waarom is destijds bij de Belastingdienst (p. 26) ervoor gekozen om een vergelijking te maken tussen de geboortedatum van een belastingplichtige en de datum van de eerste adresinschrijving? Welke afwegingen speelden hierbij een rol? Klopt het dat dit te maken heeft met de (wettelijke) onmogelijkheid om geboorteplaats en nationaliteit te gebruiken?

Vraag 29

Deelt u de mening dat het maken van een vergelijking tussen de geboortedatum van een belastingplichtige en de datum van de eerste adresinschrijving eigenlijk een indirecte manier is om de indicator geboorteland te benutten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 30

In welke andere risicoprofielen bij de Belastingdienst wordt de indicator vergelijking tussen de geboortedatum van een belastingplichtige en de datum van de eerste adresinschrijving gebruikt? Wat zijn hiervoor de redenen?

Vraag 31

Klopt het dat er over deze selectieregel «veel vragen en er discussie was» bij de Belastingdienst (p. 26)? Zo ja, waarom was dit het geval?

Vraag 32

Bent u bereid om de «negen business rules» (p. 28) met ons te delen? Betreft het hier tevens de «negental selectiecriteria» (p. 29)?

Vraag 33

Klopt het dat er een selectieregel in concept bestond getiteld «alleenstaande >60 jr. + buitenlander met uitkering» (p.29)? Kunt u alle aan deze selectieregel te relateren informatie doen toekomen en verantwoorden hoe dit kan bestaan? Waarom werd er over mensen gesproken als «buitenlander»?

Vraag 34

Klopt het dat in een eerdere set aan selectieregels het aspect nationaliteit werd meegenomen (p. 29)? Kunt u de informatie die dit aantoont en verklaart doen toekomen? Is dit in de praktijk toegepast en waarom wel of waarom niet?

Vraag 35

Kunt u de toenmalige set aan selectieregels (p. 29) doen toekomen?

Vraag 36

Kunt u het memo waarnaar in het verslag wordt verwezen (p. 29) doen toekomen?

Vraag 37

Bent u bereid om de beschrijving van de codering en de mix van thema’s van de Belastingdienst met beschrijving met ons te delen?

Vraag 38

Waarom wordt in een eerdere omschrijving van UT001 (p. 31) gesproken over alleenstaande personen met een buitenlandse (niet-Nederlandse) nationaliteit? Klopt het dat de Belastingdienst in dezen dus een profiel heeft ingezet waar nationaliteit als risico-indicator onderdeel van uitmaakte?

Vraag 39

Waar en op welke wijze is dit profiel met als indicator alleenstaande personen met een buitenlandse (niet-Nederlandse) nationaliteit door de Belastingdienst ingezet en waarom was dit volgens de Belastingdienst toegestaan?

Vraag 40

Hoe kijkt u terug op het feit dat de Belastingdienst als indicator alleenstaande personen met een buitenlandse (niet-Nederlandse) nationaliteit heeft gehanteerd? Keurt u dit af en acht u dit toegestaan?

Vraag 41

Klopt het dat het profiel vervolgens is doorontwikkeld en het verschil tussen de geboortedatum en de datum van inschrijving in Nederland als indicator is toegepast?

Vraag 42

Welke varianten zijn in de praktijk van UT001 toegepast?

Vraag 43

Wat was de drempelwaarde die is bepaald bij het gebruik van de vergelijking tussen de geboortedatum en de datum van inschrijving in Nederland? Wat was de onderbouwing van deze drempelwaarde?

Vraag 44

Deelt u wat in het op pagina 32 genoemde memo wordt gesteld, namelijk dat het gebruiken van deze vergelijking een indirecte wijze van het gebruik van nationaliteit is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 45

Vindt u dat er sprake was van voldoende juridische onderbouwing en zwaarwegend belang om de vergelijking tussen inschrijvingsdatum in Nederland en de geboortedatum toe te passen? Waarom vindt u dat en waar blijkt dat uit?

Vraag 46

Welke omschrijvingen zijn in 2015 van het profiel UT001 gehanteerd?

Vraag 47

Wat was de «fiscale context» (p. 34) waar de Belastingdienst op doelt als de dienst stelt dat de omschrijvingen niet juist zouden zijn?

Vraag 48

Is geboorteland toegepast als indicator van (eerdere) versies van UT001?

Vraag 49

Klopt het dat de verwijzingen naar nationaliteit die zijn opgenomen in definities uit de tijd stammen van het RCF (p. 35)? Hoe speelde nationaliteit een rol in de profilering van het RCF en wat was hierbij de onderbouwing? Waarom was dit toegestaan?

Vraag 50

Op welke wijze is UT001 in de verschillende rondes proefleveringen toegepast?

Vraag 51

Vindt u dat de 77 personen die als signaal zijn geclassificeerd (p. 37) zijn geprofileerd op basis van hun geboorteland? Waarom vindt u dit?

Vraag 52

Deelt u de mening dat er naar aanleiding van de eerste proeflevering geen aanleiding is om te veronderstellen dat onderzoek naar signalen op basis van UT001 betrekking heeft gehad op meer dan 22 personen? Hoe kunnen we dat zeker weten, gezien de slechte informatiehuishouding en de gebrekkige medewerking van de Belastingdienst?

Vraag 53

Klopt het dat de juistheid en volledigheid van de ingevoerde gegevens niet vastgesteld kan worden (p. 39)? Klopt het derhalve dan ook dat er meer dan 22 personen geprofileerd kunnen zijn door UT001?

Vraag 54

Welke aanpassingen zijn doorgevoerd naar aanleiding van de eerste proeflevering (p. 39) en kunt u daarin specifiek ingaan op UT001?


X Noot
1

Integis. Rapport over (risico)profiel UT001, d.d. 10 maart 2023. Zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/03/10/rapport-over-risico-profiel-ut001.

Naar boven