Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Minister voor Volkshuisvestiging en Ruimtelijke
Ordening over strandbebouwing en de toestemming voor de exploitatie van stranden door
het Rijksvastgoedbedrijf, met name het Zuiderstrand in Den Haag (ingezonden 23 mei
2023).
Vraag 1
Klopt het dat het Rijk eigenaar is van diverse stranden, waaronder het Zuiderstrand
in Den Haag, en dat het eigendom van deze stranden afzonderlijk is geregeld in artikel 5:26
BW?1 Zo niet, kunt u toelichten hoe het wel zit?
Vraag 2
Erkent u dat stranden een bijzondere vorm van staatseigendom zijn vanwege hun publieke-
en kustbeschermende-functie, en dat deze daarom voorheen zelfs expliciet waren uitgezonderd
van exploitatie?
Vraag 3
Bestaan er overeenkomsten tussen het Rijk als eigenaar en gemeentes voor wat betreft
de verhuur van stranden aan strandtenthouders? Zo ja, onder welke voorwaarden wordt
de verhuur van stranden nu toegestaan?
Vraag 4
Zijn er, aangezien uit een recent verzoek op basis van de Wet open overheid (Woo)2 blijkt dat de toestemming van de Dienst Domeinen voor het gebruik van het Zuiderstrand
per 31 december 1978 is verlopen, nieuwere (huur)overeenkomsten gesloten tussen het
Rijk en de gemeente Den Haag? Indien dat niet het geval is, op basis van welke wettelijke
grondslag verhuurt de gemeente Den Haag het strand nu aan strandtenthouders?
Vraag 5
Gelden de beperkingen en strikte voorwaarden, zoals verwoord in het Woo-besluit van
27 maart 2023 en de daarbij behorende stukken, nog steeds of zijn die veranderd? Zo
ja, hoe zijn die gewijzigd?
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de uitgebreidere en permanente strandbebouwing met onder andere
betonnen fundering die nu plaatsvindt? Hoe verhoudt zich dat tot de voorwaarden uit
de laatst bekende toestemming, waarbij «het plaatsen van stoelen, banken, tenten en
losse houten getimmerten» toegestaan werd?
Vraag 7
Bent u op de hoogte van de nadelen van uitgebreidere of permanente strandbebouwing,
zoals verminderde duinaangroei, toename van afval op het strand en in de zee, geluidsoverlast
en stikstofneerslag in aangrenzende natuurgebieden, toename van (zwaar) verkeer en
een verminderde kustverdediging?
Vraag 8
Wat is uw oordeel over het exclusief (met uitsluiting van anderen) verhuren van delen
van het strand aan private partijen door een gemeente waardoor anderen niet meer recreatief
gebruik kunnen maken van het strand?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het strand van en voor ons allemaal is, en het onwenselijk is
dat het strand in toenemende mate lijkt toe te behoren aan commerciële partijen?
Vraag 10
Op basis van welke wettelijke grondslag verhuurt een gemeente het strand aan commerciële
partijen? Indien er geen overeenkomst is tussen het Rijk en de gemeente Den Haag,
is er dan sprake van onrechtmatige gebruik? Zo ja, bent u van plan te handhaven?
Vraag 11
Bent u betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe (Haagse) bestemmingsplan voor
het strand bij Den Haag? Zo ja, wat is uw inzet?
Vraag 12
Wat is uw oordeel over het onderzoek dat de gemeente Den Haag doet om meer permanente
bebouwing (jaarrond exploitatie van strandtenten) toe te staan? Hoe verhoudt dit zich
tot artikel 3 en 4 uit het Kustpact?
Vraag 13
Kunt u aangeven welke rol de Rjksoverheid speelt wanneer een gemeente het voornemen
heeft om meer permanente bebouwing op het strand toe te staan?
Vraag 14
Deelt u de mening dat stranden een bijzondere beschermingspositie verdienen in tijden
waarin natuurbescherming, klimaatverandering en zeespiegelstijging zo nadrukkelijk
de aandacht vragen? Zo ja, hoe gaat u dat vanuit het Rijk waarborgen?
X Noot
1«De stranden der zee tot aan de duinvoet worden vermoed eigendom van de Staat te zijn.»