Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
over het door schoolbesturen weigeren van gebedsruimten en gebedsmogelijkheden (ingezonden
5 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Scholen worstelen met gebedsruimtes voor leerlingen
– «bij ons wordt niet aan religie gedaan»?1
Vraag 2
Bent u bekend met het oordeel van de Commissie gelijke behandeling uit 2000, waaruit
onder andere blijkt dat een school een godsdienstige uiting, zoals het verrichten
van het gebed, niet mag verbieden?2 Zo ja, hoe beoordeelt u in dit licht de opstelling van sommige scholen, die in de
praktijk leerlingen een ruimte en een mogelijkheid om te bidden ontzeggen?
Vraag 3
Hoe verhoudt een de facto gebedsverbod op (openbare) scholen zich tot de vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging zoals vastgelegd in de Grondwet?
Vraag 4
Hoeveel gevallen zijn bekend van scholen die het gebed in eigen tijd, bijvoorbeeld
tijdens pauzes, verbieden voor leerlingen, stagiaires en/of docenten? Bent u bereid
om dit nader te onderzoeken?
Vraag 5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de rechten van leerlingen, stagiaires en docenten om
in eigen tijd te bidden worden gewaarborgd en niet worden geschonden?
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat artikel 2.3 van de Wet voortgezet onderwijs 20203, waarin wordt gesteld dat het openbaar onderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van
de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke
waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving, waarbij de betekenis van de
verscheidenheid van deze waarden wordt onderkend en zo wordt gegeven dat ieders godsdienst
of levensovertuiging wordt geëerbiedigd, te allen tijde nageleefd moet worden? Zo
ja, deelt u dan de mening dat het ontzeggen van een gebedsruimte op scholen, of het
ontzeggen van de mogelijkheid om het gebed te verrichten op scholen, in strijd is
met de wet?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat een de facto gebedsverbod, gehandhaafd door diverse scholen,
in strijd is met de uitspraak van de Commissie gelijke behandeling uit 2000 en dat
dit niet zonder consequenties kan blijven? Zo ja, wat gaat u ondernemen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor scholen die het verrichten van het gebed in eigen tijd verbieden
voor leerlingen, stagiaires of docenten? Bent u bereid om scholen aan te spreken die
op deze wijze de rechten van genoemde personen schenden?
Vraag 9
Gaat u de Inspectie van het Onderwijs instrueren om actief te controleren of scholen
leerlingen, stagiaires en docenten verbieden om in eigen tijd een gebed te verrichten
om zodoende het schenden van de rechten van leerlingen, stagiaires en docenten tegen
te gaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bekend met het advies van VOS/ABB om gebedsruimtes te faciliteren op openbare
scholen?4 Onderschrijft u dit advies?
Vraag 11
Hoe gaat u ervoor zorgen dat scholen die geen gebeds- of stilteruimte willen inrichten,
zorgen voor een veilige omgeving voor leerlingen, docenten of stagiaires die in eigen
tijd het gebed wensen te verrichten?
Vraag 12
Bent u bereid om in gesprek te treden met scholen en betrokken partijen over hoe zij
de rechten van leerlingen, docenten of stagiaires kunnen waarborgen en respecteren
met betrekking tot religieuze activiteiten op school, waaronder het verrichten van
het gebed? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u van plan om richtlijnen op te stellen voor scholen over het faciliteren van
gebedsruimtes en het toestaan van bidden op school? Zo nee, waarom niet?
X Noot
4VOS/ABB, 20 januari 2023, «Moet openbare school gebedsruimte beschikbaar stellen?»,
Moet openbare school gebedsruimte beschikbaar stellen? (vosabb.nl).