Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over verlaging van de urennorm als deeloplossing voor het lerarentekort en verhoging van de kwaliteit van lessen (ingezonden 10 november 2022).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het pleidooi van de AOb en de VO-raad dat docenten minder tijd voor de klas hoeven te staan zodat zij meer tijd krijgen voor voorbereiding van lessen, ontwikkeling en professionalisering, de werkdruk vermindert en hun werkplezier en de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat?1

Vraag 2

Welke consequenties verbindt u aan het gegeven dat bij een korte peiling onder leraren van het Lerarencollectief 80% van de 116 respondenten meent dat voor een aantrekkelijker beroep en minder uitval en daarmee de bestrijding van het lerarentekort ontwikkeltijd nodig is?2

Vraag 3

In hoeverre werd sinds juni 2017 gestalte gegeven aan de uitvoering van de motie van de leden Van Meenen en Ypma om te komen tot een maximaal aantal lesuren van twintig per (fulltime) leraar voor het voortgezet onderwijs en acht dagdelen voor een (fulltime) leraar in het primair onderwijs?3

Vraag 4

Rekent u verlaging van de urennorm tot de onorthodoxe maatregelen die nodig zijn bij de aanpak van het lerarentekort, waarover u schrijft in uw begroting?4 Zo neen, waarom dan niet?

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat van 15 december a.s. over leraren en lerarenopleidingen?


X Noot
1

«Onderwijsbond: «Urennorm op scholen moet naar beneden»» (https://nos.nl/artikel/2451794-onderwijsbond-urennorm-op-scholen-moet-naar-beneden).

X Noot
2

«Minder uren, betere lessen» (Didactief | Minder uren, betere lessen? (didactiefonline.nl)).

X Noot
3

Kamerstuk 31 293, nr. 315.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200 VIII-2, blz. 12.

Naar boven