Vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Hammelburg (D66) aan de Minister van Defensie over Nederlandse kennis over Australische oorlogsmisdaden in Afghanistan (ingezonden 28 september 2022).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel in NRC waarin gesteld wordt dat Nederlandse militairen al in 2010 wisten van een mogelijke Australische oorlogsmisdaad in Uruzgan, Afghanistan?1

Vraag 2

Is het juist dat een Special Report over dit voorval zoek is? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Vraag 3

Herinnert u zich uw toezegging op 15 december 2020 om een inventarisatie uit te voeren om na te gaan of er «naar Nederlands oordeel geen aanleiding is om betrokkenheid bij de misstanden van Australische speciale eenheden aan te nemen»? Wat is de stand van zaken van deze inventarisatie? Wilt u deze inventarisatie met de Kamer delen?2

Vraag 4

Wat is de stand van het onderzoek naar een binnengekomen mededeling?

Vraag 5

Is het juist te concluderen dat deze kennis niet is gedeeld met Australische onderzoekers die in Nederland zeker vier mensen hebben gesproken over hun kennis van de feiten? Zo nee, wat hebben zij aan de Australische onderzoekers meegedeeld?

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat Nederland altijd medewerking moet verlenen aan onderzoek naar (mogelijke) oorlogsmisdaden?

Vraag 7

In welke mate vindt u dat de Kamer proactief geïnformeerd moet worden als er mogelijk sprake is van oorlogsmisdaden waar de Nederlandse krijgsmacht van op de hoogte was?


X Noot
1

NRC, 26 september 2022, «De gemartelde boer, de Australische special forces en een verdwenen rapport».

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1111.

Naar boven