Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de salderingsregeling (ingezonden 31 augustus 2022).

Vraag 1

Klopt het dat de kosten van de salderingsregeling voor de energieleveranciers (het verschil tussen de elektriciteitsprijs die zij aan de klant moeten vergoeden en de elektriciteitsprijs die op het moment van levering op de markt gegeven wordt) gesocialiseerd worden over de overige klanten van de energieleveranciers?

Vraag 2

Bent u bekend met de inschatting dat deze overdracht van welvaart van de huishoudens zonder zonnepanelen naar de huishoudens mét zonnepanelen richting de miljarden euro’s gaat en met het toenemen van het aantal huishoudens dat zonnepanelen heeft, steeds hoger wordt?

Vraag 3

Bent u bereid om op zeer korte termijn aan de energieleveranciers te vragen inzicht te geven door middel van modellering in de omvang van de kosten van deze vorm van socialisering en wat dat betekent voor klanten met en zonder zonnepanelen?

Vraag 4

Is de salderingsregeling aangemeld bij de Europese Commissie ter goedkeuring, ook in verband met de nieuwe Elektriciteitsrichtlijn (2019/944)? Heeft de Europese Commissie de salderingsregeling en de voorgestelde aanpassingen zoals voorgesteld in het wetsvoorstel dat de Kamer binnenkort behandelt, beoordeeld en goedgekeurd?

Vraag 5

Is de salderingsregeling consistent met de Elektriciteitsrichtlijn (2019/944) van de Europese Unie? Kunt u reageren op de volgende punten waarop de salderingsregeling en/of het wetsvoorstel in strijd zou kunnen zijn met de Elektriciteitsrichtlijn:

  • a Overweging 42 van de Richtlijn stelt dat huishoudelijke eindafnemers bij moeten dragen aan de systeemkosten die worden veroorzaakt met invoeding van elektriciteit. De salderingsregeling doet dat nu niet, de kosten worden gedragen door de energieleverancier en gesocialiseerd over alle klanten. (Denk bijvoorbeeld aan de onbalanskosten.)

  • b Salderen is strijdig met het principe van marktconforme prijzen (artikel 5 van de Richtlijn), want de leverancier moet de ingevoede elektriciteit afnemen tegen een hogere dan marktconforme prijs. De salderingsregeling zorgt niet voor voldoende overeenstemming tussen de elektriciteitsprijs en de feitelijke vraag en aanbod, zoals artikel 3 lid 1 vraagt.

  • c Salderen is geen prijsinterventie door de overheid die het economisch belang nastreeft, zoals artikel 5, lid 4a voorschrijft.

  • d Salderen leidt tot hogere kosten van het energiesysteem en niet tot een kostenefficiënte inpassing van hernieuwbare energiebronnen in het energiesysteem, zoals overweging 61 van de Richtlijn voorschrijft.

  • e De Richtlijn schrijft voor dat kwetsbare huishoudelijke eindafnemers worden beschermd, maar door de socialisering van de kosten van het salderen is daar onvoldoende sprake van.

  • f De nieuwe salderingsregeling staat nog steeds nieuwe rechten toe na 31 december 2023 en dat is niet conform artikel 15 lid 4 van de Richtlijn.

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen voor de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer te beantwoorden?

Naar boven