Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Oud-presentator eerder vrij na gratie», «Openbaar Ministerie adviseerde tegen gratie Frank Masmeijer» (ingezonden 21 juli 2022).

Vraag 1

Ben u bekend met de berichten «Oud-presentator eerder vrij na gratie», «Openbaar Ministerie adviseerde tegen gratie Frank Masmeijer» en «Nationale Politie verontwaardigd over gratie Masmeijer: «Dit is niet uit te leggen»?1

Vraag 2

Is de procedure inzake gratieverlening in dit geval op de reguliere wijze gestart en afgehandeld? Heeft u van de dienst Justis de beoordeling ontvangen dat het verzoek zou voldoen aan de criteria?

Vraag 3

Is deze gratieverlening onder voorwaarden geschied? Zo nee, bevatte de aard van de omstandigheden absolute beletselen om deze voorwaarden wel te stellen?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de kritiek vanuit de politie op deze gratieverlening? Onderkent u dat dit soort besluiten bijzonder demotiverend werkt voor degenen die zich dagelijks inzetten in de hardnekkige strijd tegen de internationale drugshandel? Is dit voor u een legitiem en zwaarwegend onderdeel in de afweging van gratieverzoeken?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat geen sprake is van gratieverlening in de zin van artikel 2, onderdeel b, van de Gratiewet? Zo ja, welke uitzonderlijke omstandigheden waarmee de rechter eerder geen rekening heeft kunnen houden, rechtvaardigen uw besluit?

Vraag 6

Klopt het dat het geen vaste gewoonte is om het Openbaar Ministerie (OM), buiten de wettelijk verplichte situaties, advies te vragen? Was in deze situatie sprake van een verplicht advies van het OM en heeft u nader advies gevraagd naar aanleiding van het advies van het Gerechtshof?

Vraag 7

Klopt het dat u als beleidslijn heeft dat een verzoek in beginsel wordt afgewezen indien de rechter of het OM negatief oordeelt? Zo ja, welke redenen waren er om ondanks het negatieve advies van het OM toch tot een voorstel voor inwilliging gekomen?

Vraag 8

Kunt u aangeven in hoeveel gevallen, op jaarbasis, in de afgelopen tien jaar voorstellen tot gratieverlening aan de Koning zijn voorgelegd en ingewilligd?

Vraag 9

Waarom geeft de rechterlijke macht geen duidelijkheid over het gegeven advies, terwijl het OM dat wel doet? Vindt u dit ook onwenselijk?

Vraag 10

Kunt u toelichten wat het communicatiebeleid is inzake ingewilligde verzoeken om gratieverlening, anders dan publicatie van het besluit en het presenteren van aantallen op de website van de overheid? Op welke wijze worden de betrokken overheidsdiensten, zoals de nationale politie, tijdig geïnformeerd om te voorkomen dat de berichtgeving uit de media rauw op hun dak valt?

Vraag 11

Heeft u of het Gerechtshof contact gehad met de Belgische autoriteiten alvorens uw besluit te kunnen nemen op grond van alle relevante informatie en passend bij de verplichting van artikel 18, vijfde lid, van de Gratiewet om een vreemde staat kennis te geven van een ingewilligd verzoek? Zo nee, waarom niet? Wat is uw beleid in situaties waarin Nederlanders in het buitenland veroordeeld zijn, mede gezien de strekking van artikel 5, eerste lid, van de Gratiewet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ellian (VVD), ingezonden 20 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15241) en van het lid Van Nispen (SP), ingezonden 21 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15261)

Naar boven