Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over gratieverlening Frank Masmeijer (ingezonden 20 juli 2022).

Vraag 1

Deelt u de mening dat juist bij gratieverlening, in gevallen die tot maatschappelijke onrust kunnen leiden, toelichting op het gratiebesluit gewenst is?

Vraag 2

Op welke grond van artikel 2 Gratiewet is Frank Masmeijer gratie verleend en waarom?

Vraag 3

Is een verslag van bevindingen conform artikel 5 Gratiewet opgemaakt en wat was de uitkomst hiervan? Zo nee, waarom is geen verslag van bevindingen opgemaakt?

Vraag 4

Is conform de Gratiewet advies gevraagd aan het openbaar ministerie zowel in Nederland als in België en aan het hof van beroep in België en zo ja, waren deze adviezen positief?

Vraag 5

Klopt het dat u het belang van de maatschappij en in het bijzonder de belangen van slachtoffers meeweegt bij elk gratieverzoek? Zo ja, kunt u aangeven hoe deze belangen zijn meegewogen bij deze gratiebeslissing en zijn eventuele slachtoffers benaderd of gehoord?

Vraag 6

In welke mate worden eerdere veroordelingen meegewogen bij beslissingen tot gratieverlening?

Vraag 7

Hoe vaak komt het voor dat aan een voor cocaïnesmokkel, deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrifte veroordeeld persoon gratie wordt verleend?

Vraag 8

Hoe weegt u het uitgangspunt van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Kamerstuk 32 885) dat andere EU-lidstaten erop mogen vertrouwen dat vrijheidsstraffen ook ten uitvoer worden gelegd in dit soort zaken?

Vraag 9

Wanneer heeft u België geïnformeerd dat aan Frank Masmeijer gratie zou worden verleend zoals de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties voorschrijft in artikel 2:18?

Vraag 10

Wat is uw beleid ten aanzien van het informeren van de Kamer over positieve voordrachten tot gratieverlening?

Naar boven